‘Dit zijn geen normale verkiezingen’
Catalonië op de vooravond van de Spaanse verkiezingen (2/2)
Politieke gevangene Raül Romeva, kandidaat voor de Spaanse senaat.
foto © Doorbraak/Karl Drabbe
Volgende week zondag zijn er verkiezingen in Spanje. Hoe liggen de kaarten in Catalonië, waar terrorisme en politieke gevangenen de agenda bepalen? Karl Drabbe ging ter plekke op onderzoek.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Catalaanse independentistische partijen gaan in gespreide slagorde naar de Spaanse verkiezingen van 28 april en de Europese en gemeenteraadsverkiezingen van 26 mei. Maar er is meer aan de hand in Spanje. Politieke gevangenen (sommigen voeren campagne vanuit de gevangenis), bannelingen (niet enkel politici), en twee mensen beticht van terrorisme (zonder bewijs) maken dat het geen ‘normale’ verkiezingen zijn. En toch zijn het belangrijke verkiezingen voor de toekomst van Catalonië. Radicale catalanisten zien het zelfs als een nieuw referendum. De inzet is dan ook dat meer dan de helft van de Catalanen op ‘indepe’ partijen zou stemmen.
Terrorisme
Net ten zuidwesten van Barcelona ligt het slaapstadje Viladecans. 60.000 inwoners waarvan de meeste werkenden dagelijks naar de hoofdstad pendelen. Al sinds de invoering van de democratie zijn de socialisten (PSC) er aan de macht. Ook vandaag geldt het stadje als een unionistisch bolwerk.
Een jaar en een dag na haar arrestaties preek ik er Tamara Carrasco. Als plaatselijk links activist was ze betrokken bij een comité voor de verdediging van de republiek (CDR). En hoewel bij haar thuis enkel gele fluitjes en een masker van Jordi Cuixart werd gevonden — de gevangengenomen voorzitter van de cultuurvereniging Omnium Cultural — werd ze gearresteerd op verdenking van ‘terrorisme’. Na dragen geïsoleerde gevangenschap en geen concrete bewijzen, werd ze vrijgelaten, maar onder voorwaarden. Al (meer dan) een jaar lang mag ze haar stad Viladecans niet verlaten. Ze zou immers kunnen ‘vluchten’. Toen ze nog in Barcelona werkte, moest ze altijd hetzelfde traject nemen. Elke maandag moet ze zich vertonen voor een rechtbank in de buurt.
De zon schijnt. We drinken een koffietje in de hoofdstraat. Maar beslissen dan toch om binnen in een café verder te praten. De muren hebben oren. Letterlijk. Tijdens ons gesprek zit een gespierde kerel aan een tafel naast ons doelloos in een krant te bladeren. Zonder te lezen doorbladert hij ze tig keer. Onderwijl neemt hij foto’s van ons met zijn smartphone. Als hij op punt staat om te vertrekken geef ik hem mijn naamkaartje. Dat maakt het gemakkelijker, zeg ik hem. Verbluft stamelt hij iets uit en vertrekt. Tamara is het gewoon, elke keer dat ze een gesprek heeft met een journalist, politicus of iemand uit de grassroots bewegingen wordt ze in de gaten gehouden. De politie had immers ook een Google-kaart gevonden bij haar thuis met een politiekazerne van de Guardia Civil op in Barcelona. Dat moést wel een aanwijzing zijn dat ze van plan was een aanslag uit te voeren… Van zichzelf zegt ze dat ze nog geen vlieg zou doden. Ze had de kaart nodig om een een demonstratie te zijn van links-activisten bij te wonen. Tamara is ook actief in de Unitat contra el feixisme i el racisme.
Eén jaar lang al wacht ze op een concrete rechtsgang. Die is er niet. Ondertussen werd haar zaak van de ‘Nationale Audiëntie’ (onder Franco was dat de rechtbank voor openbare orde) doorverwezen naar een lokale rechtbank. Die verklaarde zich onbevoegd. Het is alsof een vrederechter in België een oordeel zou moeten vellen over Belkacem… Het juridisch getouwtrek is nog altijd bezig. De rechtsonzekerheid is groot.
Tamara leeft elke dag onder druk van haar stadsgenoten. Ze wordt regelmatig op straat nagekeken, soms uitgescholden. De gehandicapten waarvoor ze werkte, begrijpen niet goed dat die lieve verzorgende plots een ‘terroriste’ is. Anderzijds zijn er heel wat sympathisanten. Op 10 april organiseerden ze een steunactie in Viladecans. De rechtsonzekerheid is wat haar het hardst valt, vertelt ze. Vandaag zit ze met een depressie thuis. En ze wordt steevast door politie in burger in de gaten gehouden.
De linkse activiste weigert te zeggen op wie ze gaat stemmen voor de Spaanse verkiezingen. Ze is er zich van bewust te zijn uitgegroeid tot een politiek symbool. Liever was ze op de achtergrond gebleven, als een anonieme activiste. Ze kreeg van diverse partijen het aanbod op een Europese lijst, maar liever houdt ze zich partijpolitiek afzijdig. Of toch, op het einde van het gesprek steekt ze een heuse lofrede af voor ‘de moedige’ Puigdemont. De president heeft in haar ogen de allure van een heuse Vader des Vaderlands. Al gelooft Carrasco niet dat hij van de EU en haar instellingen iets gedaan zal krijgen. ‘De EU kiest de zijde van de Spaanse onderdrukker, door zich niet uit te spreken over de schendingen van fundamentele mensenrechten.’ Caldés is de enige die haar daarin openlijk bijtreedt: Catalonië moet van de EU niets verwachten. Bij ERC en Junts weten ze dat ook wel, maar willen ze dat niet met zoveel woorden zeggen, weet journalist Oriol de Balanzo. Hij is iets milder voor de EU, die heeft wel andere katten te geselen met brexit en de opkomst van extreemrechts. Toekomstige EU-parlementslid Diana Riba beaamt dat: ‘de EU kan niets doen tegen Spanje, want de lidstaat is te groot en te belangrijk, en de EU heeft andere problemen op te lossen.’
Geen normale verkiezingen
José Antich, de invloedrijke hoofdredacteur van Elnacional en oud-hoofdredacteur van Cataloniës grootste krant La Vanguardia, benadrukt keer op keer dat dit geen normale verkiezingen zijn. Dat beaamt ondertussen iedereen in het catalanistische kamp. Politieke gevangenen, honderden ‘gewone’ mensen — ambtenaren, leraren — die zware beschuldigingen boven het hoofd hangen, bannelingen, zowel politieke als burgers zoals de ‘staatsgevaarlijke’ rapper Valtonyc of de naamgenoot van Tamara, Adrià Carrasco. Die laatste wordt ook van terrorisme beticht, maar hij kon tijdig naar België vluchten. Hij werkt nu in de Fnac in Brussel.
De twee Jordi’s zitten ondertussen al 551 (!) dagen in de gevangenis. Diana Riba vertelt dat ze haar echtgenoot oud-minister Raül Romeva maar twee keer per maand mag opzoeken in de Madrileense gevangenis. Eén keer met de twee kinderen erbij. Het regime geldt ook voor de 18 andere gevangenen. In een bericht laat oud-minister Jordi Turull (PDeCat) me via via weten dat ik me onmogelijk kan voorstellen hoe mentaal afstompend het is, in de gevangenis te moeten verblijven. En dan nog eens elke dag naar de rechtbank moeten om er naar overloze getuigen van hun eigen optreden ontkennende politieagenten te moeten beluisteren.
In de rechtszaak woedt er ondertussen een uitputtingsslag. Ongeveer 150 politieagenten zijn er getuige. Ze vertellen dingen die lijnrecht staan tegenover de televisiebeelden die de wereld rondgingen op 1 oktober. Die beelden worden immers niet erkend door de rechtbank en zullen tijdens de rechtszaak niet getoond worden. In diezelfde rechtszaak worden de gevangenen niet in hun eigen taal berecht. En niet enkel het Spaanse openbaar ministerie is eisende partij, ook de extreemrechtse partij VOX is dat. ‘Spanje is geen rechtsstaat, het is een dictatuur.’ Het is een oneigenlijke uitspraak die van links tot rechts luidt. ‘De internationale gemeenschap moet weten wat er hier gebeurt. Onze vrijheden worden beperkt. Onze democratie niet gerespecteerd.’ De woorden zijn van Silvana, mijn tolk, een Catalaanse dame die jaren in Duitsland woonde en bij haar terugkomst werd geconfonteerd met een veel machister en repressiever Spanje dan ze ooit had gekend.
Ondertussen stuurt de internationale gemeenschap wel signalen uit dat Spanje met problemen zit. Een gepensioneerde hoge politiechef van Scotland Yard maakte een onafhankelijk rapport op van het politieoptreden. De Raad van Europa maakt zich zorgen om het aantal politici en activisten in Spaanse cellen. De hoge commissaris voor de Mensenrechten van de EU roert zich. Maar instellingen met politieke hard power hullen zich in stilzwijgen. Alfred Bosch, minister van Buitenlandse Zaken van Catalonië, herhaalt overal dat hij discrete contacten heeft op topniveau in de EU, maar wil geen namen noemen. En het huidige voorzitterschap van het Europees Parlement heeft het signaal uitgestuurd dat een verkozen Puigdemont probleemloos zal kunnen zetelen. Maar zal de voorzitter ná de verkiezingen daar ook zo over denken?
Het zijn dus geen normale verkiezingen. Daarom ook dat zowel in het kamp van Junts per Catalunya — dat volgens alle polls en peilingen op een verlies in zetels afstevent — als van catalanistische media (Vilaweb, ElNacional, NacionDigital, Ara, individuele journalisten) wordt gestreefd naar zo veel mogelijk zetels in de Cortes. Van welke independentistische partij ook. Op 28 april moet Catalonië — van links tot rechts — een luide stem laten horen. En dat kan maar als de catalanistische kiezers en ook de unionisten die de krakkemikkige Spaanse rechtstaat beu zijn — ze bestaan! — massaal kiezen voor een van de de independentistische partijen. In de polls lijkt ERC de grote winnaar te zijn, maar Front Republicà zou weleens de verrassing kunnen worden. Als die erin slaagt om de radicale links-alternatieven naar de stembus te halen, zitten er veel zetels in.
Links-radicalen
In de laatste poll tijdens mijn politieke trip door Barcelona, haalt het Front maar één zetel. Maar Mireia Caldés is hoopvol. Ze rekent op twee zetels in de provincie Barcelona en twee of drie in de andere provincies. Hoewel de partij in de media en de debatten afwezig is, wil ze ruim engageren en responsabiliseren. Uitgangspunt: de links-alternatieve kiezers op 28 april uit hun huis lokken richting stembus. In het verleden lieten deze kiezers vaak de algemene Spaanse verkiezingen aan hun voorbijgaan.
Op links woedt de strijd trouwens heel hard, deze keer. Bij de vorige twee verkiezingen was Podem/Catalunya en Comu de winnaar in Catalonië. Dit kartel van het Catalaanse Podemos, lokale progressieve lijsten, ecosocialisten en oud-communisten scoorde goed in de vorige gemeenteraadsverkiezingen en algemene Spaanse verkiezingen. Deze keer zal het wel wat minder zijn. De charismatische Podem-leider Xavier Domenech is gestopt met de politiek. Enkele overtuigde independentisten sloten zich als ‘Soberanistas’ aan bij ERC. Andere independentisten zijn actief binnen de afscheuring NOVA. En de populaire Albano Dante Fachin richtte zijn eigen club op, Som Alternativa, waarmee hij aansloot bij het hoger genoemde Front Republicà. (Bent u nog mee?)
Ook in het kamp van Junts per Catalunya is men wakker geschoten. Ik krijg te horen dat achter de schermen wordt gezocht naar een figuur met een stevig links profiel. Die kan de Europese lijst versterken. Want CUP en aanverwante links-radicalen dienen — antikapitalistisch als ze zijn — al zeker geen lijst in voor de Europese parlementsverkiezingen. Dat lijsttrekker en politieke gevangene Jordi Sanchez uit het ecosocialistische kamp stamt en vele eerder gekozenen en nieuwe politici ‘onafhankelijk’ zijn, is de sterkte van Puigdemonts ‘partij’, vertelt parlementslid Aurora Madaula me. De kiesvereniging rondom Puigdemont wil vooral pluralistisch zijn, wetende dat ook zij aan de uiterste linkerzijde rechtlijnige separatisten kan overtuigen. Cultuurminister Laura Borràs (JxCat) verwoordt het als volgt: ‘Voor JxCat is de eenheid belangrijker; wij zetten het land boven de partij.’ Meteen een directe sneer naar de linkse ERC, waarvan gevreesd wordt dat ze na de verkiezingen snel zoete broodjes zal willen bakken met de socialisten van Sánchez. Madaula heeft er maar één woord voor, mocht dat gebeuren: ‘verraad’.
En nu?
Oriol de Balanzo heeft niet veel tijd, hij moet zo zijn volgende satirische radioshow voorbereiden. Hij verontschuldigt zich nog voor zijn partijdigheid; de gevangengenomen ‘sociale leider’ Jordi Cuixart is zijn schoonbroer. Hij wil nog wel iets kwijt over de politieke armoede in het catalanistische kamp: ‘er is geen plan.’ Niet alleen was er geen plan na 1 oktober, om de Catalaanse republiek uit te rollen. Ook vandaag is er geen concrete roadmapwaar de independentisten werk van kunnen maken. ‘Het was eerst een spannende film, maar nu is het gewoon een slechte film geworden. En Puigdemont is de hoofdrolspeler in die film. Niemand in Catalonië heeft het gevoel dat hij zijn volk heeft verlaten. Maar steeds minder mensen hebben de idee dat hun held weet hoe het nu verder moet.’
Hij stelt zich ook de vraag of de catalanisten wel weten hoe een onafhankelijk Catalonië er straks moet uitzien. ‘Een sociale welvaartstaat, daar is iedereen het over eens. Maar dat is niet genoeg.’ Zijn discours klinkt bekend in de oren. ‘Moeten we een Catalaanse republiek uitroepen om er een klein Spanje van te maken? We willen een republiek omdat we alles willen veranderen.’ Maar hij heeft niet de indruk dat de politieke partijen er zo over denken. In zijn ogen zou na de onafhankelijkheid een partij als ERC moeten verdwijnen, maar in zijn ogen is die partij nu bezig met de strijd om de grootste te zijn, en te blijven, ook in een eventuele republiek. ‘Het draait toch allemaal om veel postjes en centen.’ De enige politica die ik ontmoet die een gelijkaardige analyse maakt is de links-radicale Caldés: ‘de partijen schieten tekort, we hebben een ruptura nodig op alle niveaus, om politiek én sociaal afscheid te nemen van het “regime van 78”.’
Zo kritisch als hij is voor de independentistische partijen, zo kritisch is hij ook voor de socialistische premier Sánchez. Hij heeft evenmin een plan. Ook Sánchez weet niet hoe hij met Catalonië moet omspringen. De Spaanse socialisten voeren een campagne met de klemtoon op Spanje, zonder ook maar een verwijzing naar Catalonië of staatkundige problemen in het verkiezingsprogramma. Maar op meetings laat Sanchez verstaan dat er geen sprake kan zijn van een nieuw, wederzijds onderhandeld referendum. Laat staan van praten over onafhankelijkheid. ‘Ga je zo een dialoog aan,’ vraag de Balanzo retorisch.
Er mag dan al geen concreet plan zijn. Er is wel een concrete inzet voor de nakende verkiezingen: ’50 plus procent’. Catalonië beschikt over 47 zetels in de Spaanse Cortes; daarvan zouden de independentisten 24 zetels moeten halen (vandaag zijn het er 17; in de laatste polls zitten ze op 22). Zo niet, zit de Catalaanse beweging met een heus probleem, zegt journalist Oriol de Balanzo. De leiders zitten immers in de gevangenis of in het buitenland. En de partijen, noch de verenigingen bieden een wissel op de toekomst. Hij ziet geen nieuwe leiders opstaan. ‘Spanje heeft de Catalaanse beweging letterlijk onthoofd,’ zegt hij. Hij ziet niet meteen iemand nieuw opstaan. En Aurora Madaula zegt wat iedereen denkt: ‘we gaan geen gesprek voeren over “meer autonomie”, het gaat om zelfbeschikking, niets meer en niets minder.’ Exit mogelijke dialoog. En zo lijkt — in the long run — Spanje toch gewonnen te hebben. Zelfs zonder verkiezingen op 28 april en 26 mei.
Tags |
---|
Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.
Naar goede traditie vindt vandaag voor de tiende keer een grote manifestatie voor meer autonomie plaats in Catalonië. Wat zal de impact zijn?
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.