JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Zal Frankrijk zijn doden rehabiliteren?

Dan toch? Meer dan 100 jaar later.

Johan Van Duyse24/1/2022Leestijd 4 minuten

Vlaanderen

Vlaanderen

foto © JoJan; oorspronkelijk gefotografeerd door anonieme fotograaf tijdens WOI

Frankrijk onderneemt een poging om de gefusilleerden van de Grote Oorlog te rehabiliteren. Bij ons lijken de jongens voor eeuwig begraven.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Dan toch? Na meer dan 100 jaar? Zal Frankrijk zijn geëxecuteerden rehabiliteren?

Eerherstel

Groot-Brittannië, Canada, Nieuw-Zeeland; ze rehabiliteerden de soldaten die ze tijdens de Grote Oorlog zelf executeerden al jaren geleden. In Frankrijk heeft de poging van de linkse volksvertegenwoordiger Bastien Lachaud een eerste, nog niet definitieve horde genomen.

Zijn wetsvoorstel werd half januari goedgekeurd in de assemblée. ‘We zijn er nog niet, de tekst moet nog naar de senaat, maar deze eerste stemming is alvast een grote overwinning’, weet Lachaud. In België heerst dan weer het grote stilzwijgen nadat een wetenschappelijke studie, besteld door de regering Di Rupo, tot de zelfs voor insiders verrassende conclusie kwam dat eerherstel niet nodig was omdat alles in 1940 geregeld was door een Amnestiewet.

Wat een onrecht…

Vooral in 1914 en 1915 schoten Fransen militairen hun eigen mensen neer. Lucien Bersot is, ook door de film ‘Le pantalon rouge’, wellicht het meest gekende voorbeeld. De man weigerde een met bloed doordrenkte broek van een overleden kameraad aan te trekken. Er is ook het verschrikkelijke lot dat Eloi Fabre en Albert Fuzier ondergingen. Zij werden van desertie beschuldigd, niet omdat ze deserteerden, maar omdat ze niet beletten dat twee van hun kameraden wel overliepen naar de Duitsers.

Ik schreef er het boek ‘De verkeerde doden’ over. Het Franse leger doodde eigen mensen die ze aanduidden via het lot, die een slecht karakter hadden, die hun vooroorlogse vakbondsmentaliteit meenamen naar het leger of die geen familie hadden en dus niet zouden gemist worden. Want de misdaad deed er niet toe, noch wie ze eventueel begaan had. Er moesten voorbeelden gesteld worden.

Dat hadden legerleiding en politiek met zoveel woorden ook gezegd bij het begin van de oorlog. ‘Alles moeten we doen om de discipline hoog te houden, en zelfs het recht moet daarvoor wijken’. Dit militaire schrikbewind duurde tot 1916 toen de politiek het al te gortig vond en ze de vrijheid van het opperbevel ietwat terugschroefde.

Blijvend trauma

Na de oorlog bleven de geëxecuteerden de gemoederen beroeren waarbij de tegenstelling tussen links en rechts heel belangrijk was en bleef. ‘De eer van het leger’ kwam in botsing met ‘het lot van de arme arbeider of boer die door de bourgeois-officier koudweg werd vermoord’. Slechts voor een veertigtal geëxecuteerden kwam er een individueel eerherstel, dankzij ofwel nieuwe getuigen ofwel nieuwe feiten.

Van een collectief eerherstel was er geen sprake, zelfs niet nadat toppolitici als Jospin (1998), Sarkozy (2008) en Hollande (2013) schuchtere pogingen hadden ondernomen.

Voorzichtig blijven

De indieners van voorstel anno 2022 waren dus gewaarschuwd en stelden een heel voorzichtige tekst op. Zij vroegen alleen dat de namen van de geëxecuteerden op de lokale oorlogsmonumenten konden geplaatst worden én dat er een nationaal monument zou komen voor de 639 soldaten. Soldaten die een misdaad van gemeen recht hadden begaan of veroordeeld waren voor spionage werden uitgesloten van rehabilitatie.

Er was geen sprake van financiële vergoeding voor de nabestaanden, geen sprake van de titel ‘Mort pour la France’, neen, het ging alleen maar over een ‘morele en politieke rehabilitatie’.

Dit voorstel haalde het met 39 stemmen voor, 26 tegen en 9 onthoudingen. Indiener Bastien Lachaud concludeerde: ‘Links stemde voor, rechts stemde verdeeld en het centrum zorgde er strategisch voor dat de tekst niet zou sneuvelen’. Het was een verrassende uitslag want nauwelijks een weekje vroeger, begin januari dus, was dezelfde tekst in de commissie weggestemd.

Iets van oude wijn en een krans…

De discussie over het voorstel leek zo uit de jaren 20 van de vorige eeuw te komen. Voor- en tegenstanders hanteerden krèk dezelfde argumenten. ‘Het is verschrikkelijk dat die verraders, die mannen die hun kameraden in de steek lieten op hetzelfde monument zullen staan als onze echte helden die stierven voor het vaderland’. Of nog: ‘Er waren soldaten bij die meerdere keren deserteerden’. ‘Men mag de geschiedenis niet herschrijven met de kennis van nu’, tot, jawel weer: ‘De slachtoffers waren vooral arbeiders en boeren die gezocht werden door bourgeois-officieren’.

Het meest voor de hand liggende tegenvoorstel tegen die collectieve maatregel was om ‘geval per geval’ te onderzoeken. ‘Dat is een vals argument’, vonden de pleitbezorgers. ‘20% van de dossiers zijn verdwenen en kunnen dus niet meer bekeken worden’.

Het voorstel werd dus goedgekeurd en de tekst gaat nu naar de senaat. Wat daar het resultaat zal zijn? Afwachten maar. Feit is wel dat de discussie opnieuw leeft in Frankrijk. In België is ze ‘wetenschappelijk’ geparkeerd.

Amnestie in 1940…

Bij ons dienden volksvertegenwoordigers uit verschillende partijen een rehabilitatievoorstel in net voor de herdenkingen rond 100 jaar oorlog van start zouden gaan. Het gaat bij ons om 11 (!) mensen. Een klein aantal jawel, onder andere te verklaren omdat in het Belgisch leger niemand meer na 1915 zou geëxecuteerd worden louter en alleen om ‘militaire vergrijpen’. En voor alle duidelijkheid: neen, tussen die 11 waren er geen soldaten die omwille van ‘Flamingantisme’ neergeschoten werden.

De toenmalige regering Di Rupo ging de discussie uit de weg en bestelde, hoe Belgisch kan het zijn, een wetenschappelijke studie bij de Koninklijke Militaire School. Professor Horvath kweet zich op een fantastische manier van zijn opdracht. Dat is een compliment, maar hij had wel wat tijd nodig om tot een ongelooflijk verrassende conclusie te komen. Rehabilitatie voor de 11 mannen was niet nodig omdat de ‘Amnestiewet van 1940’ al de spons geveegd had over alle misdrijven die tijdens de eerste wereldoorlog begaan waren. Behalve deze die met ‘overlopen of meeheulen met de vijand’ te maken hadden. Rond deze uitsluiting hadden vooral de Vlaams nationalisten zich hevig verzet.

Alle pogingen, amendementen, voorstellen, vertragingsmanoeuvres, petities die tussen 1940 en 2015 werden neergepend bleken dus allemaal overbodig geweest. Niemand die in die driekwart eeuw ooit beseft had. Tja.

Professor Horvath heeft juridisch meer dan gelijk, geen twijfel daarover. Maar zijn conclusie ontzegt de Belgische staat niet van het recht, de plicht bijna om net zoals onze zuiderburen een moreel en politiek statement te maken over die 11 geëxecuteerden. Als het regent in Parijs…

Johan Van Duyse (1953) leest en schrijft over media en over de eerste wereldoorlog. Onlangs kwam zijn tweede boek uit: ‘De verkeerde doden’ (uitgeverij Willems), een waar gebeurd verhaal over vier Franse soldaten die op een augustusnacht in 1915 samen de loopgraaf introkken… Het boek is verkrijgbaar via https://boeken.doorbraak.be/p/de-verkeerde-doden-johan-van-duyse/

Commentaren en reacties