JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Doorstart Brussel: wachten op fusie 19 gemeenten tot één stad

Katleen Van den Heuvel11/4/2016Leestijd 3 minuten

Brussel: eerder een ‘failed city’ dan ‘one city’. Of is het: ‘failed cities’, meervoud, van de 19 gemeenten en 6 politiezones?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘One city, one love’ zongen 1000 mensen vorige aan de Beurs in Brussel. Maar dat van de ‘one city’ is niet meer dan wensdroom. Een ‘failed city’ is veel accurater. Gefaald op het vlak van tewerkstelling, mobiliteit, integratie, veiligheid, enz.

Met z’n 1,2 miljoen inwoners is Brussel een kleine wereldstad. Een verdeelde stad ook, want de politieke macht is er verdeeld over vele spelers. Dat vertaalt zich in een kluwen van instellingen, waarin een kat haar jongen niet terug vindt. Efficiënt beleid voeren is zo (bijna) onmogelijk, maar daar liggen de machthebbers niet van wakker. Hoe is het zover kunnen komen? Een eerste verklaring heeft te maken met de evolutie van een unitair België naar een (con)federale staat. Tegengestelde visies resulteerden in de oprichting van gemeenschappen en gewesten, die alleen in Brussel niet samenvallen en naast elkaar bestaan.

Rechter en partij

Maar er is nog een tweede en meer belangrijke verklaring, die historisch veel minder steek houdt. Waar tientallen jaren geleden in de rest van België veel gemeenten fusioneerden, waaronder Antwerpen en Gent met hun randgemeenten, bleven er in Brussel negentien autonome gemeenten. Tot vandaag ligt het politieke zwaartepunt in Brussel niet bij de gewestregering, maar wel bij de ‘conferentie van burgemeesters’ (zonder juridische basis). De helft van die burgemeesters is ook verkozen in het Brussels parlement. Onder hen minister-president Rudi Vervoort (PS), die formeel burgemeester af is, maar niet in het echt.

De minister-president is ook bevoegd voor de financiering en organisatie van de gemeentebesturen en moet erop toezicht dat ze zich houden aan de wetten van het land, waaronder de taalwet. En dus is Vervoort in de praktijk rechter en partij. Gewestbeleid heeft weinig slaagkans indien de burgemeester niet vooraf zijn zegen heeft gegeven. Een minister die ingaat tegen gemeentelijke belangen loopt het risico om met lege handen achter te blijven. Denk maar aan de moeilijke bevalling van het gewestelijk parkeerbeleid. Verder besteedt de Brusselse regering de uitvoering van haar beleid vaak uit aan de gemeentebesturen.

Verstoppertje

De angst om de tanden stuk te bijten op onwillige burgemeesters brengt ministers er soms toe om bevoegdheden bewust niet op te nemen. Zo schitterde minister-president Vervoort na de recente aanslagen in alomtegenwoordige afwezigheid. Niet hij, maar burgemeester Yvan Mayeur (PS) van Brussel-stad nam van het voortouw in het beheer van de grootste veiligheidscrisis ooit in de geschiedenis van het Brussels gewest. Dat terwijl de minister-president dezelfde bevoegdheden heeft als de provinciegouverneurs elders in het land en er sinds de zesde staathervorming nog belangrijke heeft bijgekregen. Het lijkt wel of kameraad Vervoort de voorbije anderhalf jaar verstoppertje heeft gespeeld. Pas vandaag, onder toenemende federale druk, kondigt hij aan om dan toch uit zijn eigen schaduw te willen treden, maar dan met de uitdrukkelijke bedoeling om zo een fusie van de zes (6!) lokale politiezones in Brussel te kunnen blokkeren.

Hoe nodig voor de doorstart van Brussel, de negentien gemeenten fusioneren of bevoegdheden naar het gewest overhevelen zit er niet meteen in.

De almachtige burgemeesters zijn geen vragende partij om zichzelf te downgraden. Bovendien versterkt ‘minder gemeente, meer gewest’ de positie van de Vlamingen. Immers, gemeentebesturen beslissen bij meerderheid en tellen meestal slechts één Vlaming, terwijl de Brusselse regering in consensus beslist en bijna paritair samengesteld is. Een bijkomende reden voor Franstaligen om het status quo te handhaven en geen sterk gewest te willen. Last but not least willen de rijke en liberale gemeenten in het zuidoosten liever niet samengaan met de arme en socialistische gemeenten in het noordoosten. Te veel solidariteit is ook niet goed.

Ter Kamerenbos

Toch is niet alle hoop verloren. Bij de jongste staathervorming heeft Brussel in ruil voor een substantiële herfinanciering in zeker mate beslissingsmacht op het vlak van stedenbouw en mobiliteit verschoven van het gemeentelijk naar het gewestniveau. En meer recent verrasten ‘jonge wolven’ binnen de MR, in Brussel in de oppositie, met een pleidooi om de gemeentegrenzen te herschikken en om het Ter Kamerenbos te regionaliseren. Voor dat laatste kregen ze de steun van de Brusselse leefmilieuminister Celine Frémault (CdH). En na de aanslagen voelen de Franstalige partijen druk van hun achterban om de politiezones te fusioneren.

Katleen Van den Heuvel (1972) is historica en filosofe en hoewel ze journalistiek studeerde geeft ze geschiedenis in het secundair onderwijs. Ze schrijft over geschiedenis, Europa, Verenigde Staten en media.

Commentaren en reacties