‘Duidelijke grenzen trekken, werkt bevrijdend’
Interview met Louis Verbeke
Louis Verbeke (zie onderaan voor zijn CV) neemt geen blad voor de mond in zijn analyse van ‘het Belgische probleem’. In dit interview met Doorbraak komen onder meer Brussel, conflicterende waarheden en grenzen aan bod. (In het oktobernummer van het magazine verscheen het verslag van een ander deel van ons gesprek.)
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDOORBRAAK: U bent opgegroeid aan ‘de schreve’, de grensstreek bij Ieper. U kent dus iets van grenzen.
Louis Verbeke: ‘Ik ben tweetalig opgevoed, Picardisch-Frans en West-Vlaams. De andere talen heb ik moeten leren. Tweetaligheid is zeker niet per definitie een probleem, in tegendeel. Onze verhouding met Franse Franstaligen verloopt een stuk minder verkrampt dan die met Belgische Franstaligen in Vlaams-Brabant. De grens tussen West-Vlaanderen en Picardisch Frankrijk ligt vast en wordt door niemand betwist. Rijsel vormt voor ons geen politieke bedreiging en dus kan je ontspannen omgaan met die charmante Franstalige buur.
Vlamingen hebben zich altijd enorm open opgesteld tegenover anderstaligen en betaalden daar, spijtig genoeg, een zware prijs voor. Die openheid werd misbruikt en leidde naar gebiedsclaims van de Franstaligen. België en de Belgische ervaring verplicht de Vlamingen als het ware om “verkrampt” te reageren, om meer dan voorzichtig op te treden, want altijd dreigt de misleiding. Als grenzen vast liggen, zoals die met Frankrijk, kunnen we die verkramping eindelijk achterwege laten. Dan wordt die schijnbaar overdreven taalgevoeligheid overbodig.’
‘Ik voel me als jurist vernederd’
DB: Grenzen hebben dus zin.
LV: ‘Een duidelijke grens trekken, werkt zeer bevrijdend. De “oplossing” voor BHV van deze regering haakt de zes faciliteitengemeenten weer ten dele los van de andere Vlaams-Brabantse gemeenten. Opnieuw wordt tenminste de indruk gewekt dat de Vlaamse gewestgrens geen betrouwbare afbakening is. Steeds opnieuw bevestigen de politici de vrees dat er aan onze grens zal gemorreld worden.
Tussen haakjes, over BHV gesproken, als jurist voel ik me enorm vernederd door de afspraken over het gerechtelijk arrondissement. De wetgever gaat er met de nieuwste staatshervorming van uit dat de rechtspraak binnen wat zogezegd één land zou moeten zijn, officieel verloopt volgens etnische criteria. De Franstaligen aanvaarden niet dat een Nederlandstalige procureur voor hen bevoegd zou zijn. De Vlaamse kamer van de Raad van State kan niet volstaan om recht te spreken. Dat wijst toch op een zeer diepe kloof.’
DB: Van BHV naar Brussel is letterlijk maar een kleine stap.
LV: ‘Brussel wordt altijd tegen ons gebruikt. We moeten dat dossier pragmatisch bekijken en een einde maken aan die discussie over de grenzen zodat we ons er niet meer door laten chanteren. Over Brussel denken Vlamingen nog teveel in termen van illusies. Mijn denkpiste – meer is het niet – gaat als volgt: iedereen respecteert de grenzen van Brussel. Brussel breidt nooit uit buiten de 19, wij respecteren het feit dat het een eigen gewest is. Net zoals in de USA. Ik heb Amerikaans grondwettelijk recht gestudeerd. De invloed van de stad Washington gaat tot ver buiten de eigen grenzen, tot diep in de staten Virginia en Maryland. Maar de staatsgrenzen worden daar niet voor aangepast of betwist.
In de States betalen mensen belastingen waar ze wonen, want daar genieten ze ook het meest van wat de overheid aanbiedt. In grensgebieden worden daarover verdragen afgesloten. De plaats waar pendelaars werken biedt hen weinig voorzieningen en dus kan die arbeidsplaats geen aanspraak maken op een groot deel van de belastingen. Brussel zou voor Vlaanderen kunnen worden wat Vaticaanstad is in Rome of Washington naast Virginia. Vlaanderen blijft soeverein optreden in Brussel in culturele zaken en onderwijs. Er zijn in België al veel gekkere dingen uitgeprobeerd. Voor de rest is Brussel autonoom en de pendelende Vlamingen, Walen en Brusselaars die in Vlaanderen werken betalen hun belastingen waar ze wonen.
We betalen nu een hoge prijs voor Brussel, voor iets wat we nooit zullen hebben. We voeren daar een verloren oorlog. Vlaanderen heeft 300 miljoen nodig voor scholenbouw maar vindt dat geld niet. Jaarlijks gaan er 8 miljard aan sociale transfers naar het zuiden – Brussel en Wallonië – en nog eens zoveel aan intrestlasten op de schulden. Moeten wij zo’n hoge prijs blijven dragen om in ruil illusies over Brussel tekoesteren?’
‘Eigenlijk ben ik unitarist’
DB: We moeten solidair zijn, klinkt het Belgische gebedsmolentje.
LV: ‘De Rwandezen zijn veel armer dan de Walen. Waarom zijn we daar niet wat meer solidair mee? De arbeidsproductiviteit in Wallonië ligt 20% lager dan in Vlaanderen, de salarissen slechts 5%. Dat geeft een kloof van 15% en die betalen de Walen met werkloosheid.
Er wordt dan geschermd met Waals-Brabant dat het economisch geweldig doet. Dat klopt ook ten dele maar Waals-Brabant telt amper 390 000 inwoners. Zo’n 70% van de Walen woont in socialistisch gebied Luik en Henegouwen. Daar is het voor de PS in eerste instantie zaak om de te verdelen koek Belgisch te laten bakken. En dan kom je snel uit bij de moral hazard, waarbij degene die beslissingen neemt niet moet opdraaien voor de gevolgen ervan.
Er klinken ook in Wallonië stemmen die zeggen waar het op staat. Ik denk aan de Luikse professor Pierre Pestieau die Vlaanderen situeert in de buurt van Zweden en Wallonië bij Portugal en Griekenland. Maar ik hoor ook dikwijls aan de andere kant van de taalgrens: bijvoorbeeld Vincent Reuter “On ne leur dit pas”. Er heerst daar toch een soort van verregaande, laten we het voorzichtigheid noemen, als het gaat over fundamentele kritiek op de PS-staat.
Ach, eigenlijk ben ik een unitarist, in de geest van Lode Claes. De Belgische meerderheid hoort te beslissen. De politieke pendule kan dan uitzwaaien van de ene kant naar de andere. Ons systeem kan echter niet veranderen omdat dit land is uitgebouwd als een optelsom van wederzijdse vetorechten. Als er al eens meer gedaan wordt dan wat lapwerk – zoals de zinnige besparingen die Jean-Luc Dehaene doorvoerde – dan gebeurt dat onder druk van Europa of de financiële markten. Wij hebben steeds zo’n externe dwang nodig. Intern overheerst de blokkage.
Omdat die unitaire optie, waarbij natuurlijk alle grendels zouden wegvallen, niet meer haalbaar is, moet het federale niveau worden uitgehold tot een minimum; de koning, buitenlandse zaken, leger. Veel meer moet daar niet meer in zitten.’
‘Conflicterende waarheden: een groot problem in België’
DB: U doceert het vak ‘conflicterende waarheden’. Een waarheid is blijkbaar geen Waarheid. Dat vak helpt wellicht om de Belgische ‘logica’ beter te begrijpen.
LV: ‘Maatschappijen gaan op een bepaalde manier om met situaties die zich aandienen. Crisissen, corruptie, governance, dat zijn zaken die boven het puur technische uitstijgen. Voor quasi elke regel die ergens absoluut waar wordt geacht, vind je in andere delen van de wereld regels die daar tegen ingaan. Montesquieu zei het al: “Zelfs als we als bij wonder de beste regel ooit zouden kunnen bedenken, dan nog wordt die irrelevant in andere tijden of op andere plaatsen.”
Omkoperij is duidelijk altijd en onbetwistbaar illegaal en onaanvaardbaar. Dat is een misdrijf. En toch weten we dat die wet niet van toepassing is op Ngo’s. Die moeten smeergeld betalen om op bepaalde plaatsen hun werk te kunnen doen.
Ik geef studenten wel eens volgende opdracht. De dochter van de hoofdaandeelhouder dient zich aan bij een sollicitatie. Ze is incompetent, heeft een slecht karakter en je hebt geen plaats voor nieuwe medewerkers. Wat ga je doen? Op Vlerick BusinessSchool bestaat er een sterke meritocratische sfeer. Je moet verdienen wat je krijgt, je moet krijgen wat je verdient. Afrikaanse en Indische studenten antwoorden op zo’n casus echter dat het je plicht is te zorgen voor je familie en dat het volkomen logisch is dat je de hoofdaandeelhouder pleziert door diens dochter in dienst te nemen. Nepotisme en vriendjespolitiek krijgt dan een heel andere betekenis dan bij ons.
Zelfs op zo’n zakdoek als België zien we hoe verschillend zogenaamde algemene waarheden worden vertaald. Het beheer van justitie is een duidelijk voorbeeld. In Vlaanderen is die visie gericht op snellere doorstroming, meer specialisatie, het adequaat betalen van stageairs. In het zuiden kijkt men veel minder Angelsaksisch aan tegen justitie; daar is Frankrijk de norm. Bij ons gaan we er van uit dat een magistraat zijn dossiers eerst leest voor de zitting begint. Dan moeten er geen onnodig vertragende vragen gesteld worden tijdens de zitting, alleen enkele korte pleidooien en aanvullende vragen. De Franse slag herkauwt het hele dossier met ellenlange zittingen. Ik heb magistraten meegemaakt die erkenden, en er zelf prat op gingen, dat ze nog nooit kennis hadden genomen van enige Nederlandstalige rechtspraak.
België is dikwijls slachtoffer van het negeren van het bestaan van conflicterende waarheden. Uiteraard denken we in Vlaanderen niet allemaal hetzelfde maar we kunnen doorgaans wel de redenering van een andersdenkende volgen en er concrete afspraken rond maken. Binnen België is dat overwegend niet meer het geval.’
Over Louis Verbeke
Louis Verbeke groeide op in Ieper, aan ‘de schreve’. ‘Ik heb twee moedertalen: Frans en Nederlands. Maar dan wel Picardisch Frans en West-Vlaams Nederlands. De rest heb ik moeten leren’, vertelt hij ons aan de immense tafel die de ruimte tussen hall en serre vult. Zijn woning, ooit buitenverblijf van een Gentse burgemeester, te midden van een ruime tuin die de naam park verdient, laat geen ruimte voor twijfel. Verbeke heeft goed geboerd.
Hij studeerde rechten in Antwerpen (‘Ik heb de beste herinneringen aan de filosoof Libert Vander Kerken sj.’) en Gent (‘Na veertien jaar wou ik wel ergens buiten het katholiek systeem’), volgde Vlerick Business School en kon met een beurs Master of Law worden in Virginia (VS).
Zijn, toen kersverse, vrouw won trouwens diezelfde beurs, zodat het jonge koppel samen de plas overstak. De tocht had kunnen verdergaan met een doctoraatsbeurs in de VS over ‘mergers & acquisitions’. Een Amerikaanse vriend adviseerde hem: ‘Don’t write about mergers; do them!’ Hij volgde die raad op. Verbeke werkte voor advocatenkantoren in New York, Parijs en Brussel, richtte zijn eigen kantoor op, fuseerde met andere kantoren en zo ontstond het beroemde Loeff, Claeys, Verbeke (LCV), gespecialiseerd in ondernemingsrecht. ‘Wij werden de grootste in continentaal Europa met op het hoogtepunt 600 advocaten in huis.’
Rond de eeuwwisseling koos LCV voor een fusie met het Britse kantoor Allen & Overy en daarmee voor de wereldwijde top-5. Allen & Overy wordt nu geleid door onder anderen Wim Dejonghe (global managing partner) en Dirk Meeus (global corporate partner), allebei gewezen medewerkers van Verbeke. ‘Ik ben erg trots op hen en op de hele Belgische ploeg bij Allen & Overy die het uitstekend doet’, klinkt het tevreden. Het was een traject dat hij al in 1978 had vooropgesteld. Bij het bereiken van de (vroege) Allen & Overy-pensioenleeftijd trok hij zich terug om vele andere zaken te doen.
Vlerick Business School was al lang een ander luik uit zijn drukke bestaan. De oud-student werd er docent en voorzitter. Hij doceert concurrerende waarheden naastfusies en acquisities. Verbeke richtte ook nog het Belgisch Instituut voor Bestuurders (GUBERNA) op, is voorzitter of bestuurder bij meerdere bedrijven en bestuurder van het European Policy Centre, een Brusselse denktank. Dat hij moest kiezen tussen doen of ‘er over te schrijven’, is intussen een ‘concurrerende waarheid’ gebleken want Louis Verbeke verzorgt in De Tijd een opinierubriek, waarin hij opmerkelijk uit de hoek komt, onder meer met zijn messcherpe analyses van de Belgische ‘disfunctionaliteit’.
Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.
Peter De Roover verantwoordt de keuze van de N-VA om in Vlaanderen een Zweedse coalitie op de been te helpen, zonder het Vlaams Belang.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.