JavaScript is required for this website to work.
post

Duits souvenir in Chinese koloniën: ‘Duits’ bier is nu zelfs exportproduct van Tsingtau

Luc Pauwels18/3/2023Leestijd 5 minuten
Tsingtau in 1898. Tot vandaag is het Duitse karakter hier bewaard gebleven.

Tsingtau in 1898. Tot vandaag is het Duitse karakter hier bewaard gebleven.

foto © Wikimedia Commons

De Duitse Aziatische koloniën waren in 1914 onverdedigbaar, maar een geheel negatieve periode was het zeker niet.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een verrassend boek van Dr. Bas de Groot. Hij is gespecialiseerd in maritieme en militaire geschiedenis. Zo publiceerde hij werken over het Duitse Marinekorps in Vlaanderen (1914-1918) en over Joodse soldaten in de Duitse Wehrmacht. Zijn nieuwste boek onthult een stuk ongekende geschiedenis: De strijd om de Duitse Koloniën in Oceanië en in Oost-Azië

Eerlijk gezegd, ik wist niet dat Duitsland ooit koloniën in het Verre Oosten had gehad. Waar waren die gelegen?

‘Om precies te zijn één in Oceanië, Duits Nieuw-Guinea, bestaande uit Kaiser-Wilhelmsland (ca. 70.000 mijl² ofte 182.000 km², pakweg zesmaal België) en duizenden eilanden (ca. 5.413 mijl² ofte 13.575km²). Voorts in Oost-Azië in pacht, in China aan de Baai van Kiautschou en de Gele Zee, het Schutzgebiet Kiautschou met de stad Tsingtau (thans Qingdao) in de provincie de Shandong.’

Hadden die enig economisch nut of was dat een prestigeaangelegenheid?

‘Tweeërlei. Aan het eind van de 19de eeuw hadden alle grote mogendheden, of die het vroeger waren, koloniën in hun bezit. Duitsland werd pas een eenheid na de Frans-Duitse oorlog (1870-1871). De Duitsers, bij monde van Rijkskanselier Otto von Bismarck, vond het een noodzaak dat het nieuwe Keizerrijk ook overzeese gebiedsdelen bezat, net als de andere grote mogendheden. De Duitsers sprokkelden hun bezittingen, met restjes kopen, bij elkaar in Afrika, in Oost-Azië en in Oceanië.’

‘Over de vier Afrikaanse koloniën verwijs ik naar mijn De Strijd om de Duitse Afrikaanse Koloniën. Oost-Afrika, Zuidwest Afrika, Kameroen, Togo 1914-1918 (Aspekt, Soesterberg, 2021, ISBN: 9789464240771). De Duitsers hadden toen een modernere aanpak. Een kolonie moest zich zo snel mogelijk economisch zelfstandig kunnen gedragen. Duits Nieuw-Guinea had de mogelijkheid om met de duizenden eilanden een grote speler te worden als leverancier van kopra. Tsingtau kon een zeer belangrijke doorvoerhaven worden van de goederen die uit de hele wereld door China in- en uitgevoerd worden. De beschermende baai, bood een goede veilige ligplaats voor de schepen en er waren goede spoorverbindingen met China.’

Hoe verliep de strijd om die koloniën in 1914?

gf

Strijd om de Duitse kolonieën.

‘Alle Duitse koloniën behalve Tsingtau werden verdedigd door een strijdmacht behorende tot het ministerie van Koloniën. Het moet feitelijk gezien worden als een politieleger om orde en rust in de kolonie te bewaren. De Tsingtau was de thuishaven van het Oost-Aziatische Kruiser Eskader. Het eskader had als belangrijke functie het vlagvertoon en daarmee de aanwezigheid, wereldwijd, van het Duitse Rijk op de wereldzeeën. Het kon ingezet worden bij de bescherming van Tsingtau, niet alleen maar ook van Duits Nieuw-Guinea.’

Duitsland was er zich van bewust dat al zijn koloniën bij een gewapend conflict afgesneden zouden worden van het moederland. Daarmee gepaard gaat dat het onmogelijk is om de strijdmiddelen op peil te houden en daarmee ook het bezit na een korte of langere duur. Het einde van de koloniën was al voorspelbaar van het begin van de oorlog in 1914.’

Was Japan betrokken bij die strijd?

‘Japan kreeg in de vooroorlogse periode westerse hulp bij het moderniseren van de strijdkrachten. De Japanse marine werd met hulp van Engeland op een moderne leest geschoeid. Zowel bij de vorming van zeeofficieren, een opleidingsinstituut gestructureerd als Dartmouth, als bij het verkrijgen van een moderne oorlogsvloot. Eerst met scheepsbouw op Britse werven en bouwplannen en toen gebruik van deze schepen. Japan streefde ernaar zo spoedig mogelijk het verder alleen te doen. De Japanners bewonderden de Royal Navy en bouwden hun opleidingsinstituut voor marineofficieren in de stijl van Dartmouth met rode bakstenen. Voor Japan toen een unicum.’

‘Maar het leger, dat een veel grotere invloed door de eeuwen had dan de marine, verkoos de hulp van het Pruisische (Duitse) leger. De Pruisische militaire geaardheid sloot vrij nauw aan bij de Japanse samoerai. Dit zou de hele Eerste Wereldoorlog van invloed blijven wat Japanners, als bondgenoot van de Engelsen, wel of niet wilden doen tegen Duitsland. Zij wilden zeer graag helpen met het bezetten van Duitse archipels in de Pacific omdat Britten te weinig troepen daarvoor hadden.’

‘Soldaten leveren om tegen de Duitsers te vechten deden zij niet. Japan had Tsingtau bezet en dat was genoeg tegen Duitsland. Japan verzocht vrijwel direct na beëindiging van de oorlog Duitsland om hulp bij de bouw van onderzeeboten. De Duitse onderzeeboten beschouwden zij superieur vergeleken met die van hun bondgenoten tijdens de oorlog!’

Kan je de strijd om Nieuw-Guinea en het Chinese Tsingtau vergelijken met de strijd om de Duitse kolonies in Afrika?

‘Ja en nee. Bij de strijd om Duits Nieuw-Guinea is dit ja. Vergelijkbaar met het nauwelijks verdedigen van Togo. Bij de strijd om Tsingtau: nee. Japan wilde de ontwikkeling in Oost-Azië onder Japanse leiding ontwikkelen, niet onder westerse landen. Het had voor de Japanse expansie delfstoffen nodig en dicht bij huis lagen die in de Chinese provincie Shandong, te weten steenkool en ijzererts. De haven van Tsingtau, dat zich ontwikkelde als een Amerikaanse boomtown, was essentieel voor Japan om ook te bezitten. Dit ondanks hun bewondering voor Duitsland.’

‘Midden in de strijd om Tsingtau, tussen Duitsers en Japanners, verontschuldigden Japanse officieren zich bij hun voormalige Duitse instructeurs waartegen zij op dat moment vochten. Zij hoopten spoedig weer goede betrekkingen met Duitsland te onderhouden. Als klap op de vuurpijl kwam het verzoek om Japanse oorlogsschepen in de Middellandse zee. Dit werd door de Japanse overheid goedgekeurd, maar deze schepen mochten niet vechten tegen de Duitsers, wel tegen de Oostenrijkers. De strijd tegen de Duitse Marine en Seesoldaten (vergelijkbaar, maar niet geheel, met onze mariniers) was niet vergelijkbaar met de gevechten tegen de Schutztruppe, hoe heldhaftig en goed deze ook streden. De strijd van de Japanners tegen de Duitse Marine was volledig vergelijkbaar met de strijd zoals die in Europa werd gevoerd.’

Wat werd er na de Eerste Wereldoorlog beslist, onder meer in Versailles?

‘Duitsland verloor al zijn koloniën en deze werden door de Volkerenbond (vergelijkbaar met de huidige Verenigde Naties) voor beperkte tijd in mandaat gegeven aan de overwinnaars. Voor de Afrikaanse koloniën ging dat zo: Oost-Afrika aan Engeland, Zuidwest Afrika aan Zuid-Afrika, Kameroen en Togo aan Frankrijk en Engeland. Het grootste deel van Duits Nieuw-Guinea en de eilanden gingen naar Australië en een aantal eilanden naar Japan en de Verenigde Staten.’

‘Tsingtau werd onder zware internationale druk teruggegeven door Japan. Tenslotte had Duitsland de pacht van het gebied voor 99 jaar afgesloten en het was Chinees grondgebied. Japan had Tsingtau uitgebouwd tot de tweede oorlogshaven van Japan en wilde de Chinese kolen en ijzererts niet missen. Japan had ook grote moeite om na de oorlog Vladivostok terug te geven aan Sovjet-Rusland, nadat de Verenigde Staten verzocht hadden om Japanse troepen. Dit om het mogelijk te maken om tsaristisch troepen en 40.000 Tsjechische militairen en voorts burgers van verschillende herkomst te evacueren om hun levens te redden.’

Wat is de huidige toestand van die gewezen Duitse kolonies en hoe wordt nu teruggekeken op die Duitse koloniale tijd?

‘In Oost-Afrika (nu Tanzania) benoemde de bevolking dit goed: “De Engelsen hebben mooie woorden, maar een hard hart. De Duitsers hebben harde woorden, maar een goed hart“. Zuidwest Afrika is, na een lange tijd onder Zuid-Afrika geweest te zijn, zelfstandig als Namibië. Er zijn goede betrekkingen met Duitsland en er zijn onderhandelingen over de gevolgen van onderdrukking van de Herero-opstand aan het begin van de 19de eeuw.’

‘In Kameroen kwam het tot een opdeling van de Duitse kolonie, ruwweg 4/5de ging naar Frankrijk en 1/5de naar Engeland. Na de onafhankelijkheid ontstond er een minderheid van 5 miljoen Engelssprekende bewoners tegenover 19 miljoen Franstaligen. Dit door met een liniaal op de kaart getrokken lijn bij de opdeling. Stammen zijn nu sinds die tijd verdeeld geworden. De spoorbanen en opgebouwde infrastructuur, onder andere medische zorg, is nooit meer zo goed als degene die toen door de strijdende partijen werd vernield. Lang heeft de bevolking na 1919 gehoopt op een Duitse terugkeer. Het grootste deel van de inheemse troepen en hun gezinnen weken mee uit met de Schutztruppe. Zij wilden niet voor de Fransen en Engelsen vechten. Die emigranten werden geïnterneerd in de toen Spaanse kolonie Rio Muni en op het eiland Fernando Po.’

‘Togo werd opgedeeld tussen Engeland en Frankrijk zonder de bevolking daar bij te betrekken. Duits Nieuw-Guinea werd eerst meebestuurd met het Australische deel van het eiland en is thans Papoea Nieuw-Guinea. Tsingtau raakte na het vertrek van de Japanners in 1922 in een periode van ernstig verval, maar dat is nu voorbij. Duitse gebouwen en monumenten zijn opgeknapt, er zijn nog steeds scheepswerven, het brood en bier herinneren aan de Duitse periode. Duits bier is nu zelfs een exportproduct van Tsingtau.’

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties