fbpx


Multicultuur & samenleven

Ed Jissink: ‘Ik was bij de politie als een vis die tegen de stroom inzwemt’

Streven naar gelijke toepassing van recht



Politiecommissaris Ed Jissink (°1950), voormalig hoofdinspecteur in Nijmegen (Gelderland), vertelt in zijn memoires met een verrukkelijk literair talent ‘dat wat hij deed en (bewust) niet deed als agent en leidinggevende bij rellen, treinkapingen, hulpverlening, discriminatie, levensbedreiging krakersoproer, zingeving, loyaliteitsvragen en veel meer’. Geen technisch of juridisch boek, maar ‘zijn enerverende belevenissen als mens onder de politiepet’. Hoe kwam u bij de politie binnen? Was dat een roeping? Ed Jissink: ‘Mijn vader was als kleine zelfstandige werkzaam in de textielbranche in…

Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement

U hebt een plus artikel ontdekt. We houden plus-artikels exclusief voor onze abonnees. Maar uiteraard willen we ook graag dat u kennismaakt met Doorbraak. Daarom geven we onze nieuwe lezers met plezier een maandabonnement cadeau. Zonder enige verplichting of betaling. Per email adres kunnen we slechts één proefabonnement geven.

(Proef)abonnement reeds verlopen? Dan kan u hier abonneren.


U hebt reeds een geldig (proef)abonnement, maar toch krijgt u het artikel niet volledig te zien? Werk uw gegevens bij voor deze browser.

Start hieronder de procedure voor een gratis maandabonnement





Was u al geregistreerd bij Doorbraak? Log dan hieronder in bij Doorbraak.

U kan aanmelden via uw e-mail adres en wachtwoord of via uw account bij sociale media als u daar hetzelfde e-mail adres hebt.








Wachtwoord vergeten of nog geen account?

Geef hieronder uw e-mail adres en uw naam en we maken automatisch een nieuw account aan of we sturen u een e-mailtje met een link om automatisch in te loggen en/of een nieuw wachtwoord te vragen.

Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)

Uw abonnement is helaas verlopen. Maar u mag nog enkele dagen verder lezen. Brengt u wel snel uw abonnement in orde? Dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Heeft u een maandelijks abonnement of heeft u reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw abonnement bij voor deze browser en u leest zo weer verder.

Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)

Uw (proef)abonnement is helaas al meer dan 7 dagen verlopen . Als uw abonnementshernieuwing al (automatisch) gebeurd is, dan moet u allicht uw gegevens bijwerken voor deze browser. Zoniet, dan kan u snel een abonnement nemen, dan mist u geen enkel artikel. Voor 90€ per jaar of 9€ per maand bent u weer helemaal bij.

Als "Vriend van Doorbraak" geniet u bovendien van een korting van 50% op de normale abonnementsprijs.

Reeds hernieuwd, maar u ziet toch dit bericht? Werk uw gegevens bij voor deze browser of check uw profiel.


Politiecommissaris Ed Jissink (°1950), voormalig hoofdinspecteur in Nijmegen (Gelderland), vertelt in zijn memoires met een verrukkelijk literair talent ‘dat wat hij deed en (bewust) niet deed als agent en leidinggevende bij rellen, treinkapingen, hulpverlening, discriminatie, levensbedreiging krakersoproer, zingeving, loyaliteitsvragen en veel meer’. Geen technisch of juridisch boek, maar ‘zijn enerverende belevenissen als mens onder de politiepet’.

Hoe kwam u bij de politie binnen? Was dat een roeping?

Ed Jissink: ‘Mijn vader was als kleine zelfstandige werkzaam in de textielbranche in Twente. Velen waren in die jaren van de textielindustrie afhankelijk. Toen de klad erin kwam en er massaontslagen vielen, raakte dat ook ons gezin. Schraalhans werd zogezegd keukenmeester en de broekriem moest worden aangehaald. Als vijftienjarige moest ik na schooltijd dagbladen en reclamefolders rondbrengen. Het geld van de kranten ging in het huishoudpotje en dat van de reclamefolders mocht ik houden om de contributie van de padvinderij te kunnen betalen en om te sparen voor een bromfiets.

Mijn droom was op mijn zestiende een nieuwe Puch, een bromfiets. Met dat reclame rondbrengen had ik ruim 485 gulden gespaard. Toen zich voor de derde keer een deurwaarder meldde om “In naam van de Koningin” beslag te leggen bij een belastingschuld van mijn vader, nam hij ook mijn spaarpotje mee. Weg droom, weg bromfiets. Ik vond dat zo onrechtvaardig en gemeen. Immers: ík had toch geen sores met de belastingen, maar mijn vader? Later hoorde ik, dat die deurwaarder dat helemaal niet had mogen doen. Het deed mij besluiten om op zoek te gaan naar werk dat mensen beschermde. Zo kwam de politie in beeld. Het gezegde “In naam van de koningin” vormt ook een deel van de titel van het boek. De uitspraak van de deurwaarder symboliseert dat in heel het Rijk het recht op gelijke wijze wordt toegepast. Dat recht wilde ik dienen.’

Hoe kunt u als politiecommissaris in hemelsnaam werken ‘als een vis die tegen de stroom inzwemt’?

‘Ik startte als agent en groeide door tot in de rang van hoofdinspecteur, passend bij functies waarin je leidinggeeft aan grotere eenheden. Als agent verbaasde ik me er al over dat menig politieman bevelen opvolgde waarbij je aanvoelde: hier wringt het. Dan kwam bij mij het gevoel van onrecht op, zoals bij dat spaarpotje in de vorige vraag. Geleidelijk leerde ik dat je ook de discussie mocht aangaan over de bedoeling bij een opdracht. Toen ik merkte dat ik gehoor kreeg en mijn vragen niet aan de kant geschoven werden, ging ik van lieverlee verder. Door ook te vragen naar de achterliggende maatschappelijke betekenis. En deed ik suggesties om in plaats van macht een andere route te proberen.’

‘Een aantal malen is dat succesvol gegaan, door het luchtig te houden en creatief iets te benaderen. Het week soms af van de gebaande paden maar met een fraai maatschappelijk effect. Het schrijven van het boek haalde ook iets naar boven dat al die jaren bij mij sluimerde. Namelijk dat de wetgever — de samenleving dus — wel de taak van de politie noemt, maar niet aangeeft wat de achterliggende maatschappelijke betekenis van die taak is. Waartoe moet het politiewerk leiden op korte maar vooral ook op langere termijn?’

‘Voor mij was die niet genoemde betekenis als een moreel kompas. Ik vulde haar weliswaar zelf in, maar het hielp mij bij het antwoord op de vraag: kan ik mij met deze opdracht als mens verenigen? En mag ik dan als leidinggevende verlangen dat anderen hem wel uitvoeren terwijl het bij mij wringt? In dat opzicht dreef ik niet met de stroom mee, maar gaf een tegengeluid. Zoals een vis die tegen de stroom inzwemt.’

Vertel ons over uw eerste fysieke ervaring met plunderend geweld.

‘In Assen wordt eind juni jaarlijks de Dutch TT verreden. Het zijn motorraces op het circuit van Drenthe die meetellen in de wereldclassificatie. Een week lang feesten vele tienduizenden in het centrum van de stad en als afsluiting de races met vaak meer dan honderdduizend motorfanaten. De feestnacht voorafgaand aan die races staat en stond bekend als ‘De Nacht van Assen.’ Als achttienjarige kersverse agent beleefde ik mijn eerste TT-nacht waarbij ik het verkeer moest regelen midden in het centrum. Met mijn mentor kijkend op de stoep.’

‘Het enige vermaak voor feestgangers bestond in die tijd uit veel drank, mooie vrouwen en vechten. En als afleiding die agent die dappere capriolen uithaalde op een kruispunt om het verkeer te regelen, terwijl de groter wordende massa lallende feestvierders de doorstroom van dat verkeer feitelijk verhinderde. Eerst werden lege bierblikjes in mijn richting gegooid, daarna volle die ik in de vallende duisternis probeerde te ontwijken. En dat lukte natuurlijk niet altijd.’

‘Plots stormde een militair — zij waren in die tijd nog in uniform op straat — het kruispunt op en gaf mij een duw. Tegelijkertijd voelde ik iets langs mijn linkerschouder schampen. Het bleek, dat een feestganger mij met een metalen pijp op het hoofd wilde slaan. Hij is later die nacht aangehouden.’

‘Na die slag brak de hel echt los. Geholpen door vijf militairen moesten we vechten voor ons leven. Doldriest trokken aangeschoten lieden steigerpalen met feestverlichting uit de trottoirs en gebruikten die als stormram. Zo werd de winkelpui van schoenhandel Ziengs eruit geramd en voor onze ogen de winkel leeggeroofd. Dat voelt knap onmachtig, kan ik je verzekeren. Er gebeurde nog veel meer wat wonderlijk was. Daarover vertelt het boek ook. Net zoals een latere TT-nacht waarin het uit de hand liep met Hells Angels en we met ons zevenen al schietend een vrije aftocht uit het strijdgewoel moesten zien te banen.’

‘Voor mij waren dit onvergetelijke gebeurtenissen. Dat er daarbij geen slachtoffers zijn gevallen is een wonder. De indruk die dat bij mij heeft gemaakt vormde mijn impuls om een oefening van de mobiele eenheid te weigeren. We moesten toen leren als groep te schieten op een massa. Iets wat bij mij binnenkwam als schieten in een executiepeloton. Mijn geweten kwam in opstand. Daarvoor was ik niet bij de politie gekomen. En ja, mijn actie heeft wat teweeg gebracht. Gelukkig maar. In mijn boek schrijf ik hoe dat is gegaan’.

U hebt ook ervaring met treinkapingen?

‘De gemeente Assen huisvestte in die jaren een gemeenschap van enkele duizenden Zuid-Molukse inwoners. Voordat ik iets over die kapingen wil zeggen, lijkt me het opfrissen van een stukje geschiedenis noodzakelijk. In Nederlands-Indië is na de Tweede Wereldoorlog een onafhankelijkheidsstrijd gevoerd die leidde tot de stichting van de Republik Indonesia. Veel Zuid-Molukkers hebben aan Nederlandse zijde meegevochten in het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Zij waren in Nederlandse dienst. Toen Indonesië in 1949 onafhankelijk werd, zijn deze militairen met hun gezinnen naar Nederland gebracht.’

‘Hun droom van een vrije onafhankelijke republiek van Zuid-Molukken (de RMS) ging in rook op en bleek internationaal niet te verwezenlijken. Tijdens de boottocht naar Nederland werden de militairen uit Nederlandse krijgsdienst ontslagen en als statelozen zetten deze dienaren van het koninkrijk voet op Nederlandse bodem. Plotseling was hun alles, zelfs hun identiteit, door de Staat der Nederlanden ontnomen. Feitelijk zijn zij lange tijd buitengesloten geweest van de samenleving. Dat alles heeft generaties lang bij hen veel woede opgeleverd en ook kwaad bloed gezet. Zij voelden zich niet gehoord.’

‘Met dit alles kwam ik in contact als vreemdelingenrechercheur. In zekere zin begrijp ik dat wanhoop plaatsmaakte voor het extreme, zoals treinkapingen en gijzelingen. Vele heb ik van nabij meegemaakt. Voor de acties zelf heb ik geen begrip. Niet in de laatste plaats vanwege de fatale gevolgen en haar slachtoffers. In mijn boek schrijf ik over de spagaat waarin ik me getrokken voelde. Ook toen is door mij een opdracht geweigerd om iemand zonder rechtsgrond in opdracht van de regering in te sluiten.’

‘Jaren later sprak ik de voormalige minister Hans Wiegel die belast was met de afwikkeling van de treinkaping in De Punt. Hij bleek zich het voorval met mijn weigering te herinneren en sprak de woorden ‘het kwam hoogst ongelegen, maar nu ga ik je helpen’. En zo is dertig jaar na die kaping een project opgestart met iets wat ik toen als politieman met Molukse jongeren ook had gedaan: actief jonge criminelen bemiddelen naar werk met als kernbegrippen: vertrouwen en verstandhouding.’

En uw ervaringen met huishoudelijk geweld…

‘Ook dat vind ik een pareltje in mijn loopbaan. Besef dat huiselijk geweld — of beter gezegd: relationeel geweld — lange tijd gezien werd als iets wat niet voor de politie is maar voor de pastoor, de dominee, de maatschappelijk werker of huisarts. En daarbij de toen gangbare opvatting: “Wat voor zin heeft het om er veel energie in te steken? Morgen zoeken geliefden elkaar toch weer op.” Prachtig vond ik het om een programma op te starten dat leidde tot een — wat ze noemen — paradigmashift. Er op een andere wijze naar leren kijken.’

Als politiemens heb je je geen oordeel te vormen over relaties van mensen. Die intimiteit is aan de mensen zelf. Waar je als politie voor moet staan is veiligheid, ook achter de voordeur. Mijn leermoment was bijvoorbeeld: als de politie erbij wordt geroepen en thuis een grote chaos en paniek aantreft — waar ook jonge kinderen bij zijn — en je besluit te vertrekken zonder iets te doen, dan is daarmee een boodschap aan het kind gegeven: “Geweld en onveiligheid horen bij mijn leven.” Die impasse in overheidsoptreden hebben we toen doorbroken. Ik mocht daarbij zijn en mijn creativiteit en organisatiekunde botvieren. Het heeft tot een daadwerkelijk ander politieoptreden geleid. Dat het niet zonder slag of stoot ging, lees je in mijn boek.’

Wat bezielt een politiechef om zijn memoires te schrijven: innerlijke onrust, fierheid, spijt of nog wat anders?

‘Mooie vraag. Dit alles kwam ook bij mij op. Maar leidend was de vraag die mij steeds werd gesteld: “Ed, schrijf het op, wij kunnen ervan leren.” Ik moest mijn schroom overwinnen en ben toen gaan schrijven. Ik wilde geen boek met alleen success stories. Het zijn ruim 125 persoonlijk beleefde voorvallen geworden. Met een beschrijving van de mens onder de politiepet, zijn ontwikkeling met vallen en opstaan.’

Ed Jissink, Diender in naam van de Koning(in), Uitg. Aspekt, ISBN 9789464628678. 498 bladzijden. € 34,95.
Het boek is verkrijgbaar bij onze webwinkel.

Luc Pauwels

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.