De onrust is groot. Steeds meer burgers, economisten en ondertussen zelfs politici vragen zich af wat er zou gebeuren, mocht de euro vallen. Door de huidige economische crisis verliezen verschillende munten, waaronder de euro, een flink stuk van hun waarde als weerspiegeling van een gebrek aan vertrouwen. Tijdens de kredietcrisis in 2008, opgevolgd door de eurocrisis, vielen talloze banken om. Het leven van de euro hing toen aan een zijden draadje, al lukte het de munt om te herrijzen. Of…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
De onrust is groot. Steeds meer burgers, economisten en ondertussen zelfs politici vragen zich af wat er zou gebeuren, mocht de euro vallen.
Door de huidige economische crisis verliezen verschillende munten, waaronder de euro, een flink stuk van hun waarde als weerspiegeling van een gebrek aan vertrouwen. Tijdens de kredietcrisis in 2008, opgevolgd door de eurocrisis, vielen talloze banken om. Het leven van de euro hing toen aan een zijden draadje, al lukte het de munt om te herrijzen. Of dat vandaag opnieuw het geval zal zijn, is nog maar de vraag. Daarom loont het de moeite eens naar alternatieven voor de eurozone te kijken.
Alternatieve systemen
Harry Geels, ervaren belegger en schrijver van het boek Beleggen met Technische Analyse, zette in 2020 al alternatieven voor het eurosysteem uiteen. Hij vindt dat het huidige monetaire systeem niet werkt en dringend aan verandering toe is, en oppert onder andere een systeem met ‘parallelle munten’ en de ‘Matheo Solution’ als oplossing.
‘Het huidige eurosysteem werkt niet’, stelt hij. ‘Het wordt met een ongekend groot opkoopprogramma van de ECB op ondemocratische wijze overeind gehouden. Het leidt tot politiek gekibbel tussen de noordelijke en zuidelijke eurolanden’, schreef Geels in Financial Investigator. Het is volgens hem niet mogelijk om één eurosysteem te hebben voor de hele Europese zone, omdat landen fiscaal en economisch te veel verschillen. Zo’n systeem kan er zelfs voor zorgen dat het crisissen vergroot.
Geels’ stelling is niet per se verkeerd. Ook vandaag is het inflatiepeil — naar aanleiding van de inflatiecrisis — in de Europese Unie (EU) gemiddeld hoger dan datzelfde peil in de Verenigde Staten. Daar zijn verschillende redenen voor. Zo zijn er in de EU, door de soevereiniteit van de verschillende Europese lidstaten, grotere beleidsverschillen dan in de Verenigde Staten. Een verschillend beleid vraagt een verschillende rentevoet, maar in Europa wordt die rentevoet uniform door de Europese Centrale Bank (ECB) bepaald. Dat brengt vooral een kloof tussen het noorden en het zuiden teweeg.
Niets veranderd sinds de eurocrisis
Volgens Geels veranderde er sinds de eurocrisis van 2010, die voortvloeide uit de kredietcrisis van 2008, maar weinig. ‘Diverse landen hielden en houden zich nog altijd niet aan de afspraken, zoals het Stabiliteits- en Groeipact.’ We bevinden ons momenteel in wat hij noemt een ‘Doormodderscenario’. Dat wil zeggen dat de zuidelijke landen van de eurozone een te dure euro hebben en niet voldoende inspanning leveren om hun economie te herstructureren. Daardoor lopen de staatsschulden hoog op, maar zorgt de ECB ervoor dat de zaak blijft draaien. Het eurosysteem blijft eigenlijk met kunst- en vliegwerk overeind.
De vaas gaat echter net zo lang te water tot ze barst, want er kan zoveel geld in omloop komen dat er (hyper)inflatie ontstaat. Dat is ook vandaag het geval. Bovendien kunnen sommige landen in opstand komen, want de schulden blijven hoog, de economische groei blijft laag en de gewone burger betaalt. De verwachtingen zijn dat het op een gegeven moment politiek kan gaan schuiven. Na Brexit kunnen ook in andere landen politieke partijen aan de macht komen die een exit gaan afdwingen, wat dan eigenlijk volkomen begrijpelijk is.
Parallelle munten
Geels wil niet per se van de euro afstappen. Nationale munten herinvoeren kan volgens hem een oplossing zijn, maar bijvoorbeeld ook een systeem met parallelle munten. Dat wil zeggen dat er naast de euro ook nationale munten bestaan. Zo’n systeem is niet nieuw. In verschillende Zuid-Amerikaanse landen wordt naast de lokale munteenheid de dollar aanvaard als wettig betaalmiddel. Ook in Oost-Europese landen, waaronder Tsjechië, kan men met zowel de Tsjechische kroon, als met de euro betalen.
De lokale munt zou in geval van structurele onevenwichtigheden een devaluatie van de lokale munt versus de euro kunnen doorvoeren, zodat een land zijn concurrentiekracht weer kan herstellen. Bovendien zou dat land weer een eigen rentebeleid kunnen voeren, aangepast aan de eigen economische behoeften.
Matheo Solution
Geels stelt nog een andere oplossing voor: de Matheo Solution. De idee is dat de lokale munt enkel virtueel, als nationale rekeneenheid bestaat. ‘Lonen en prijzen zijn dan in de desbetreffende nationale rekeneenheid, de euro is en blijft het enige wettige betaalmiddel’, aldus Geels. Opnieuw kan een land zijn eigen rentebeleid bepalen, en zo tegemoetkomen aan haar eigen markt.
Tot slot zijn er nog andere oplossingen zoals een noordelijke en zuidelijke euro (neuro en zeuro), de euro maar in het geheel te ontmantelen, of de eurozone volledig federaal te integreren op de leest van de Verenigde Staten, maar al deze oplossingen stuiten op problemen.
De kans dat de euro succesvol kan herstarten is volgens Geels klein. Daarvoor moet er immers een verdragswijziging komen, waarbij noordelijke landen akkoord gaan met een herstructurering van de schulden. Vanzelfsprekend wil dat zeggen dat een stuk van de noordelijke Europese welvaart naar het zuiden vloeit.
Goud en de euro
Het loont ten slotte de moeite om het verband tussen de euro en goud te bekijken. Goud geldt als een stabiele vertrouwensfactor. Vroeger konden munten en biljetten omgeruild worden voor het edelmetaal. Deze standaard bestaat vandaag niet meer, maar de rol als vertrouwensanker is nooit verloren gegaan. In tijden van crisis stijgt de vraag naar goud nog steeds, omwille van zijn ‘intrinsieke waarde’.
Ook de banken houden een bepaalde hoeveelheid goud aan. Dat doen ze naar eigen zeggen omdat klanten hen dan meer kunnen vertrouwen. Wie daar goed over nadenkt, komt tot de conclusie dat dat onzin is, en dat de voorraad goud slechts dient als een heropstart wanneer het gehele systeem instort.