Een broedhaard van pluraliteit en debat
Reactie op het opiniestuk van Jorden Dewachter
‘Wij gaan graag in debat als meningen onderbouwd zijn en staan ook stil bij zwakkere argumenten omdat die didactisch zo bruikbaar zijn.’
foto © Reporters
Prof. Idesbald Goddeeris:’Zeggen dat onderwijs en onderzoek een bepaalde politieke kleur heeft, is een gemakkelijk, maar onterecht verwijt.’
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 7 augustus publiceerde de kersverse Leuvense historicus Jorden Dewachter een vlijmscherp opiniestuk over ‘de postmoderne en neomarxistische invloed aan onze universiteiten’. Als programmadirecteur Geschiedenis ben ik altijd trots als oud-studenten de kritische houding die wij hen hebben aangeleerd, toepassen in de maatschappij. Ook als ze hun leermeesters viseren. Maar de tekst van Jorden vraagt om een weerwoord.
Te gek voor woorden
Ik wil geen polemiek op gang brengen over wat er in de les gezegd en al dan niet verkeerd begrepen is, en beperk me daarom tot de methode en conclusies van het stuk. Jorden baseert zich op één keuzevak in de masteropleiding, ‘Expansie van Europa na 1800: bewegingen en contacten’, dat in 2018-19 ‘History of Migration, Subalternity and Postcolonialisms’ heet en al een paar jaar door Prof. Magaly Rodríguez en mezelf wordt gedoceerd. Op basis daarvan besluit hij: ‘In feite betalen ouders, in de woorden van Jordan Peterson, voor de radicaal-linkse indoctrinatie van hun kinderen door ideologen. Ik kan, vanuit mijn ervaringen aan de KUL, zijn these zonder meer bevestigen.’ Je moet geen universitair diploma hebben om in te zien dat dit te gek is voor woorden. (Volledigheidshalve voeg ik toe dat Jorden ook fulmineert tegen culturele studies, genderstudies en feminisme, en bijkomende voorbeelden geeft uit een ander vak zonder dat te noemen: het masterproefseminarie, dat ook gegeven wordt door Prof. Magaly Rodríguez en mezelf, samen met enkele andere collega’s.)
Een breed palet aan meningen
De Leuvense opleiding Geschiedenis is erg gediversifieerd en pluralistisch. Enkele collega’s hebben een christendemocratische signatuur, anderen leunen eerder aan bij links gedachtengoed en nog niet zo lang geleden werkte Jordens partijvoorzitter bij ons aan een doctoraat. Sommige van de Leuvense proffen hebben aan de VUB of in Antwerpen gestudeerd en gewerkt, en er zijn steeds meer buitenlandse historici, zowel onder docenten als onder doctorandi en postdocs. Dat brede palet vind je ook onder onze alumni. Liesbeth Homans (N-VA), An Moerenhout (Groen), Katrien Partyka (CD&V), Dirk Van Mechelen (Open Vld) en Joris Vandenbroucke (SP.A): ze hebben allemaal geschiedenis gestudeerd aan de KU Leuven voor ze Vlaams volksvertegenwoordiger werden.
Wetenschappelijk onderbouwde conclusies
Dat sommige vakken veel aandacht besteden aan bepaalde ideologieën of paradigma’s, is evident. Zeker als die thema’s bestuderen als subalterniteit en postkolonialisme. Historici gaan daar echter op een metaniveau mee om. Zij leren net hoe het verleden altijd op verschillende manieren geïnterpreteerd wordt en ook door politieke en sociale groepen wordt gebruikt. Het besef dat elke kijk op het verleden plaats- en tijdsgebonden en nooit waardevrij is, is een van de domeinspecifieke leerresultaten (‘eindtermen’) van de bachelor en de master in de geschiedenis. Wij lezen dus historische bronnen en vakliteratuur die een bepaald ideologisch profiel kunnen hebben, maar komen tot conclusies die wetenschappelijk onderbouwd zijn en openstaan voor kritiek.
Zeggen dat onderwijs en onderzoek een bepaalde politieke kleur heeft, is daarom een gemakkelijk, maar onterecht verwijt. Wij laten uiteenlopende visies aan bod komen. Ik kan voorbeelden geven van elke collega, maar beperk me even tot mezelf. Ik doceer naast koloniale en (post)koloniale geschiedenis ook Geschiedenis van Polen en ben daar zo kritisch over het communisme dat een Poolse collega me er dit voorjaar op wees dat mijn aanpak aansluit bij het narratief van de huidige Poolse regering. In mijn publicaties toon ik onder meer hoe (vooral linkse) sociale bewegingen op dubbelzinnige manier internationale crisissen tijdens de Koude Oorlog instrumentaliseerden om hun eigen programma kracht bij te zetten.
Jorden zou helemaal akkoord gaan met bepaalde van mijn lessen, maar in andere staan we lijnrecht tegenover elkaar. Hij geeft zelf het voorbeeld van Zwarte Piet: ‘Ik stond met mijn mening dat de hele discussie een non-debat was en grosso modo niemand de traditie nog als racistisch percipieerde, volledig alleen.’ Dat is niet waar. De enige die in een van die debatten eens helemaal alleen stond, was een zwarte student die stelde dat Zwarte Piet hem pijn deed. Hij kan dat zeggen. Jorden kan zijn stem niet vertolken.
Het is jammer dat Jorden niet actiever heeft deelgenomen aan de discussies in de les. Wij hadden niets liever gehad dan dat hij tegen de stroom was ingegaan. Dan zou hij gezien hebben dat zijn professoren luisteren naar en zelfs leren uit de reacties van studenten. Wij gaan graag in debat als meningen onderbouwd zijn en staan ook stil bij zwakkere argumenten omdat die didactisch zo bruikbaar zijn.
Een onbehaaglijke terugblik
Nu schetst Jorden meteen na zijn afstuderen op basis van selectieve en onvolledige informatie een gekleurd en fout beeld, niet alleen van de opleiding, maar meteen ook van de hele academische wereld. Zijn stuk laat een gevoel van onbehagen achter. Niet zozeer om de mening die Jorden verkondigt. Wel om de manier waarop hij blijkbaar naar zijn opleiding terugkijkt. En bovenal om de wijze waarop hij de vaardigheden die we hem aangeleerd hebben, aan het gebruiken en misbruiken is. Hij kent als jong historicus de knepen van de betoogopbouw, maar hij negeert andere inzichten, zoals het gevaar van retoriek en het verdraaien van de werkelijkheid.
Dat knaagt. We bespreken dit opiniestuk zeker met de nieuwe studenten tijdens een van de eerste lessen van het aankomende academiejaar. En Jorden mag me altijd contacteren als hij nu wel aan zo’n discussie wil deelnemen.
De auteur is professor en programmadirecteur Geschiedenis aan de KU Leuven.
Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.