Een gedenkzuil op de Kasselberg
De ontdekking van Frans-Vlaanderen
foto © Wikimedia Commons
In onze reeks ‘de ontdekking van Frans-Vlaanderen’ brengen wij een bezoek aan de Kasselberg en aan monument van de drie veldslagen bij Kassel
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp het hoogste punt van Frans-Vlaanderen, in Kassel, kan je rustig genieten van een plaatselijk Anosteké- bier op de Markt of lopen tot Kassel-boven om van het weidse zicht te genieten. Richtingspijlen wijzen naar vele Europese steden. Dichterbij ontwaar je de acht oude Romeinse heerwegen die het landschap indelen. Je ziet de kustlijn, de laatste steenbergen van de oude koolmijnen, en het heuvellandschap van Artesië. Van de vele windmolens op oude postkaarten is er welgeteld één overgebleven.
Fransen lopen ook de berg op om het standbeeld van Foch op zijn paard te begroeten, maar de maarschalk heeft wat van zijn patriottisch aura verloren. Toch zijn we tot hier gekomen om over geschiedenis te spreken, de Vlaamse dan. Afspraak bij dat ander monument dat schoonheid en tragiek van duizend jaar strijd in deze streek samenvat.
Drie veldslagen
Dit monument op Kassel-boven heeft de vorm van een obelisk. Het herdenkt de drie bekende veldslagen bij Kassel. We schrijven 1071, 1328 en 1677. Data als symbolen van een niet aflatende strijd tegen de Franse koningen. Het initiatief voor dit monument werd in 1873 genomen door P. J. F. De Smytttere, geneesheer en historicus, dezelfde die enkele jaren eerder het monument van de slag aan de Peene oprichtte om de inlijving van de streek bij Frankrijk in 1677 te gedenken. Initiatieven die niet zonder kritiek bleven.
De directeur van het college van Hazebroek, priester Dehaene (1809-1882) stelde toen in de pers de vraag: ‘Moeten wij onze voorouders vergeten? Zouden deze niet terecht verbaasd zijn als ze ons zouden zien dansen op hun beenderen bij het bezingen van hun schaamte?’ De Smyttere trachtte zich te verantwoorden : ‘Deze gedenktekens zijn niet als een monument van de overwinning bedoeld , maar als een eenvoudige steen van herinnering.’ En ook: ‘ Het gaat er niet om de overwonnenen te vernederen, want ze waren dikwijls dapperder dan de overwinnaars’. Met het vak geschiedenis begeeft men zich op glad ijs als men niet in de pas loopt van het eeuwige Frankrijk.
De naam van de verliezer
De eerste melding op het monument refereert naar de eerste slag bij Kassel, in Bavikhove, op 20 februari 1071. De aanzet was een familieruzie om de erfenis van het graafschap Vlaanderen. Robrecht, broer van de graaf van Vlaanderen, betwist de ambities van zijn neef Arnulf III die kan rekenen op de steun van de Franse koning. Tijdens het gevecht wordt Arnulf door eigen manschappen omgebracht en zo wordt Robrecht graaf van Vlaanderen. Dankbaar voor deze grote overwinning laat Robrecht in 1072-1073, hier op Kassel-boven, de Sint Pieter stiftkerk bouwen, inmiddels afgebroken. Hij zal er later worden begraven in de crypte die men nog kan zien tussen resterende funderingen.
Het graf van Robrecht de Fries werd later geschonden door Franse revolutionairen, zijn grafsteen stukgeslagen, en zijn stoffelijke resten meegesleurd tot op de Grote Markt en in de goot geworpen. Een stuk van de grafsteen werd lang in het stadhuis bewaard, maar verdween met de bombardementen van 1940. In de 19e eeuw liet men in Brussel een afgietsel van deze steen maken, maar ook deze is nu spoorloos. Op het monument zelf staat enkel een tekst in het Frans die Robrecht als de overwinnaar aanwees. De Frans-Vlaanderenkenner Cyriel Moeyaert merkte fijntjes op dat men vergat te melden dat het hier vooral ging om de vaststelling dat de grote verliezer van de eerste slag bij Kassel de Franse koning Filips I was.
Een vraagteken in de steen gebeiteld
Tweede veldslag op het monument : 23 augustus 1328. De Franse koning Filips van Valois wordt als overwinnaar vermeld, maar, merkwaardig genoeg, gevolgd door een vraagteken (‘Philippe de Valois vainqueur?’). Deze slag is in Vlaanderen bekend als de opstand van Nicolaas Zannekin en van zijn ‘Kerels’ in het verzet tegen het Franse despotisme en voor de eerste vrijheden in het Kustland. Tijdens de gevechten verloren meer dan 3.200 Vlamingen, waaronder Zannekin, het leven.
In Frans-Vlaanderen werd ooit geloofd dat het vraagteken op het monument later was aangebracht. Een ontwerpschets van het monument bewijst evenwel dat het vraagteken origineel is. Wat hiermee bedoeld werd, blijft een raadsel. Was de overwinning van de Franse koning dan een Pyrrhusoverwinning in de ogen van de initiatiefnemers? Of een teken van verzet? Geweten is dat de slag aanvankelijk in het voordeel van de Vlamingen verliep. De situatie was een tijdje onbeslist voor men met zekerheid kon spreken van een grafelijke, en dus Franse overwinning.
Hoe dan ook, de repressie die volgde was genadeloos. Opstandelingen werden opgejaagd en afgemaakt, hun familie lastig gevallen, hun bezittingen verbeurd verklaard. De gevangengenomen Willem de Deken, burgemeester van Brugge, werd na folteringen door de straten van Parijs gesleept en omgebracht. Wraak van de geschiedenis : Zannekin bleef voor altijd een volksheld, maar niemand herinnert zich nog de naam van de overwinnaar.
De prijs van de liefde?
De derde slag op het monument, de slag van de Pene, had plaats op 11 april 1677. De slag was beslissend voor de aanhechting van dit stuk Vlaanderen bij Frankrijk. In het boek 1677 – De Slag van de Pene* schrijven de auteurs dat de oprichters van het monument het hebben over een ‘terugkeer naar Frankrijk’. Op het monument dat ze enkele jaren eerder hadden opgericht in het nabijgelegen Zuidpene ging het niet over de ‘terugkeer’, maar over de ‘aanhechting’ bij Frankrijk. Dr. Desmyttere was duidelijk van mening veranderd. In zijn speech bij de inauguratie van de obelisk van Kassel voegde hij er aan toe dat voor dit monument ‘de prijs van de liefde voor het dierbaar vaderland werd betaald’.
En of de prijs voor het nieuw vaderland hoog was: onze voorouders woonden toen in de Zuidelijke of Spaanse Nederlanden. Voor hen was de vijand Frans en het bevriende leger de Spaans-Nederlandse coalitie onder bevel van Willem III. De aanwezigheid van 60.000 manschappen op het terrein betekende het leegplunderen van alle huizen op zoek naar proviand en de slachting van de volledige veestapel. Inwoners getuigden dat ‘hen niets overblijft, dat de meeste mensen zijn gevlucht en wie gebleven is nu dood of ziek is’. Na de slag stonden alle omliggende dorpen in vuur en vlam : de streek was totaal verwoest.
‘De prijs voor de liefde’ werd inderdaad meermaals door de bevolking duur betaald. Of deze liefde wederkerig was in het nieuw vaderland kan ieder, na dit verhaal van de drie slagen bij Kassel, zelf beoordelen.
*1677. De Slag van de Pene, uitgegeven door het museum ‘het Huis van de Slag van de Pene’, onder redactie van Dominique Hemery, Kristof Papin, e. a. Noordpene, 2017. Te koop in het museum in Noordpene.
Wido Bourel (1955) is Frans-Vlaming, publicist en promotor van de Nederlandse taal en cultuur in zijn geboortestreek. Al heel jong zette hij zich in voor de verdediging van de Vlaamse identiteit in Frans-Vlaanderen. Hij publiceerde verschillende werken over Frans-Vlaanderen, de relatie Benelux-Frankrijk, taal, cultuur en geschiedenis van de Lage Landen en de Europese volkeren.
Moord op een Corsicaanse nationalist in een zwaarbewaakte Franse gevangenis: de moordenaar verklaart door de Franse veiligheid te zijn benaderd.
De meest mysterieuze schrijver van Duitsland heeft niet alleen een fijne pen, maar weet ook scherp te provoceren.