JavaScript is required for this website to work.
post

Een grot, een huishoudster en zombies in drie nieuwe films

Freddy Sartor1/7/2022Leestijd 4 minuten
Mothering Sunday

Mothering Sunday

Een oerdegelijk Brits kostuumdrama, een gedurfde grot-expeditie in Calabrië en een bloederige Franse zombiefilm. Dat is de filmoogst van deze week.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een oerdegelijk Brits kostuumdrama, een gedurfde grot-expeditie in Calabrië en een bloederige Franse zombiefilm. Dat is niets meer of minder dan de filmoogst van deze week.

Wortels van de hemel

De Bifurto-kloof in het Italiaanse Calabria is een van de diepste grotten ter wereld. In zijn meesterlijke evocatie Il buco (****, nu in de bioscoop) neemt de Italiaanse maestro Michelangelo Frammartino (Le quattro volte) de filmkijker mee de diepte in. Samen met twaalf speleologen en een kleine filmploeg doen zij de expeditie van 1961 over. Een gewaagde afdaling waarbij de Abisso del Bifurto in kaart werd gebracht: een onderaardse, slangvormige afgrond in het Calabrische Pollino-gebergte. 687 m diep zijnde werd hij toen beschouwd als de op twee na diepste grot ter wereld. De camera volgt de speleologen op eerbiedwaardige afstand. Dialogen zijn er niet: af en toe is een half woord te horen. Er wordt ook geen uitleg gegeven over wat er gebeurt. Zou ook overbodig zijn.
Verwondering is het sleutelwoord voor het kijken naar en het appreciëren van een film zoals Il buco. Is er nog wel verwondering vandaag? Is niet alles (te) vanzelfsprekend geworden? Dat vraag je je af terwijl we gefascineerd de duisternis van de grot in kijken, slechts verlicht door de lichtjes op de helmen van de speleologen. Als enige lichtbron zowat, op een enkele keer na wanneer een brandende pagina van een krant naar beneden wordt gegooid: een langzaam naar beneden dwarrelende bron van licht. Het mysterie blijft.
Frammartino werkt graag met associaties. Het afdalen in de diepte (het zuiden) wordt gekoppeld aan de bouw in Milaan ( in het noorden) van de Pirelli-toren, het hoogste gebouw in het Italië van toen. Frammartino is de man van opperste schoonheid. Alsof hij het gezegde van speleologen ‘Grotten zijn de wortels van de hemel’ in beeld wou brengen. En zo wordt Il buco (het gat) ook een nederige les in film kijken. Zou film ook niet staan voor het zich verdiepen: het verkennen van de menselijke ziel in de diepte? Een licht werpen op onbekend terrein? Of film als intrigerend medium.

WOI

30 maart 1924. Moederdag in de U.K. Huishoudster Jane krijgt onverwacht een dagje vrijaf. En dat tegen de achtergrond van een onuitgesproken getraumatiseerd land met talloze getraumatiseerde families. Geamputeerde gezinnen waaruit de zonen brutaal zijn weggerukt. De Eerste Wereldoorlog (of de Groote Oorlog) met zijn vele (jonge) soldaten die zijn gesneuveld had er bij de bevolking stevig ingehakt. In dat klimaat is Mothering Sunday (***, nu in de bioscoop) van de Française  Eva Husson, naar de gelijknamige roman van Graham Swift, gesitueerd.
Wees Jane/Jay doet het huishouden voor het aristocratische stel miss en mister Niven. Beiden hebben zich in quasi zwijgzaamheid teruggetrokken na de dood van hun zoon. Ook de liefde is al lang uit het gezicht verdwenen. Wat rest is apathie. Een onverschilligheid die de vrouw des huizes op een bepaald ogenblik hooghartig en al even onwetend aan Jane doet zeggen: ‘Je bent wees. Je hebt niets of niemand. Prijs je gelukkig. Je hebt niets te verliezen!’

Kostuumfilm

De getalenteerde Eva Husson is de regisseur van twee knappe portretten van vrijgevochten vrouwen: Bang Gang – Une historie d’amour moderne en Les Filles du soleil over strijdende Koerdische jonge vrouwen. Voor haar derde film zocht Husson ook naar een jonge vrouw die van wanten weet. Hoewel hij op trouwen staat onderhoudt Paul Sheringham in het grootste geheim een relatie met Jane, de huishoudster van de buren, van de Nivens. Dat zorgt tenminste voor ‘wat licht in de somberte’
Het afzien na een verlies staat centraal in het uitstekende romantisch drama. Husson maakt er een sterk lyrisch portret van een vrouw die later een boek, ‘haar meesterwerk’, zou schrijven op een gekregen typemachine waarvan uitgerekend de p hapert. Het niet (mogen) uiten van verdriet als inspiratie (of drang) om een en ander te kunnen neerschrijven.

Cut!

Zowel de recente editie van het Filmfestival van Cannes als dat van Brussel (BRIFF) openden met de zombiefilm Coupez! Michel Hazanavicius, de Franse filmregisseur van dienst, teert nog altijd op het succes van zijn film The Artist, een erg knappe ode aan het medium (stille) film toen dat nog zwart-wit was.
Coupez! is de uitroep wanneer tijdens het opnemen van een film op een filmset de opname wordt stopgezet.
 In het Engels wordt dan geroepen ‘Cut!’ ( of in het Nederlands ‘We zijn gestopt!’) Nu was Coupez! niet de eerste titel. Dat was Z – niet te verwarren met de politieke thriller van Costa-Gavras. De z van zombie en z-film weliswaar! Maar omdat met dat teken Rusland eind februari Ukraine was binnengevallen leek een andere titel aangewezen.
Coupez!, (*, nu in de bioscoop) is een remake van Don’t cut, de eindexamenfilm van de Japanner Shin’ ichiro Ueda. Deze vrij trouwe adaptatie is een pastiche maar het werkt niet. Tijdens de opnames van een zombiefilm – een zombie is een levende dode – vindt een regisseur-met-een-kort-lontje maar niet de juiste toon. De acteurs acteren niet op niveau; ze doen maar alsof ze schrik hebben. Tot de hele filmploeg in een legertje zombies transformeert. Op geen enkel ogenblik overstijgt deze pastische het groezelige, goedkope genre, ruim overgoten met stromen (varkens)bloed. Baarlijke onzin oftewel overkill, letterlijk en figuurlijk!

RIP Cinefielen in hart en ziel

Halfweg juni overleden Claude Diouri (80 jaar) en Leo Mees (83 jaar)
Diouri was begiftigd met een karakteristieke Salvador Dali-snor. Behalve filmdistributeur van betere films die anders dreigden aan België voorbij te gaan (CNC) was Diouri ook de exploitant van wijlen twee knusse bioscoopzaaltjes in Brussel: Actor’s Studio en de Styx in Elsene.
Leo Mees (1938-2022) was tv-producer voor de VRT. Jarenlang was hij de man achter het legendarische en informatieve filmmagazine Première, gepresenteerd door Jo Ropcke. Wekelijks werden daarin toen kort de nieuwe films voorgesteld
Als cinefiel in hart en ziel speelde de minzame man die Leo Mees was ook een niet onbelangrijke, invloedrijke rol in het toonaangevende filmtijdschrift Film & Televisie. Onder een pseudoniem heeft hij voor het filmblad tal van artikels over de Amerikaanse film – zijn dada – geschreven. Ook in ‘t Pallieterke schreef Leo Mees een tijdlang kritische filmrecensies.
Toen hij in Cannes Pulp Fiction van Tarantino had gezien – de latere Gouden Palm –  wist hij genoeg. In dat soort “nihilistische cinema” kon hij zich geenszins vinden. Hij haakte af!

Onrechtstreeks benadrukte hij daarmee de zin va filmkritiek in de (commerciële) wereld van vandaag. Misschien heeft cultuurminister Jambon nog wel ergens een spaarpotje voor de reïncarnatie van een degelijk filmblad van het kaliber van Film & Televisie/Filmmagie dat vorig jaar mee door het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) vakkundig (!) werd geliquideerd.

Freddy Sartor (1952) is beroepsjournalist, oud-hoofdredacteur van de filmtijdschriften Cinemagie (ex-MediaFilm) en het maandblad Filmmagie, tot 2006 bekend als Film & Televisie. Hij heeft een hart voor de Europese film en wereldcinema.

Commentaren en reacties