JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Een kloof zo oud als België

Stemmen uit die andere democratie (opinie De Standaard)

Peter De Roover26/6/2013Leestijd 3 minuten

De Standaard publiceerde vijf dagen na elkaar vraaggesprekken met de voorzitters van de Franstalige partijen. De redactie vroeg onze chef-politiek naar een reactie, die werd afgedrukt [http://www.standaard.be/cnt/DMF20130624_00634853] in de krant van 25 juni 2013.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De interviewreeks met de vijf Franstalige partijvoorzitters was om meerdere redenen een voltreffer. De artikels – elk vier pagina’s lang – boden nog eens steviger leesvoer dat verder ging dan dat ene pakkende citaat. We leren er ook wat beter de voorzitters kennen van die Belgische partijen die vrijwillig verkiezen niet in het Vlaamse gewest op te komen (al zouden ze dat gewest in hun natste dromen graag wat kleiner willen zien). Zij vallen logischerwijze doorgaans buiten ons dagelijks blikveld.

We leren, voor zover nodig, dat Franstalige politici wel degelijk onderling verschillende projecten verdedigen en politieke tegenstellingen kennen. Is daarmee de politieke tweedeling van België tegengesproken? Dat Franstalige kiezers en politici over alles hetzelfde en bovendien anders denken dan Vlaamse, die ook allemaal hetzelfde ‘iets anders’ van mening zijn, is dus aantoonbaar onjuist. Ik kan me overigens niet voorstellen dat iemand in alle ernst in die karikatuur gelooft.

Het idee van de twee democratieën in dit land stoelt op de vaststelling dat de gemiddelde kiezer in Vlaanderen en die in Franstalig België politiek een heel eind uit elkaar liggen. Dat fenomeen wordt graag verbonden aan de naam van een veelbesproken Vlaamse politicus die nu een stad aan een stroom bestiert maar het bestaat al zo lang als België. Het jaar 1912 kan als mooi voorbeeld dienen. Toen wonnen de katholieken weer eens de verkiezingen hoewel de ‘anti-klerikale’ oppositie in de Waalse gewesten een zeer ruime meerderheid van de zetels veroverde. Vlaanderen kleurde echter haast helemaal katholiek. Die kloof werd daarna – los van partijen en namen van politici – altijd in min of meerdere mate bevestigd.

Demandeurs de rien

Er bestaan dus uiteraard veel onderlinge verschillen tussen Franstalige partijen. Maar de aandachtige lezer merkt toch ook opvallende verschillen met de Vlaamse zijde. Gwendolyn Rutten trekt de handen af van het woord confederalisme maar bepleit wel het wegwerken van de grendels die maken dat dit land ‘alles behalve democratisch’ functioneert (dixit Bart Somers). Wouter Beke vindt een staatshervorming geen prioriteit in 2014 maar blijft overtuigd van de noodzaak om ‘ooit’ een heel eind verder te gaan. Alleen wat de timing betreft zijn die twee partijen geëvolueerd tot ‘demandeurs de rien’.

Aan Franstalige zijde bestaat over de staatshervorming een consensus, namelijk dat het genoeg is geweest. Soms wordt opgemerkt dat die Franstalige eensgezindheid schril afsteekt tegen de Vlaamse verdeeldheid. Er bestaat een logische verklaring voor: verdedigers van het status quo zijn per definitie eensgezind, terwijl pleitbezorgers van verandering die niet automatisch identiek invullen. Vandaar de Vlaamse kakofonie.

De Franstalige ‘demandeurs de rein’-opstelling is, zo bevestigt deze reeks, principieel; de Vlaamse ‘demandeurs de rien’ maken die keuze pragmatisch, geïnspireerd door het idee dat het ‘zuiden’ toch niet mee wil en er wellicht weer langdurige blokkeringen van de regeringsvorming voor over heeft (zoals bij de lijdensweg van de 541 dagen).

Ook als we het strikt communautaire thema verlaten, zien we aan Franstalige zijde een erg gelijkend denkkader in sommige dossiers. Traumatiserende oorlogservaringen blijken aan Franstalige kant bijvoorbeeld veel levendiger dan aan de Vlaamse.

Dat er typische Franstalige benaderingen bestaan, illustreert de interviewreeks op een treffende manier bij het hoofddoeken-thema. Van links tot rechts trekken de Franstalige partijen één lijn: niet toestaan achter een loket. De neutraliteit van de ambtenaar is heilig. De socialist Paul Magnette gaat er prat op dat hij hoofddoeken verbood in zijn gemeentelijke scholen, voor leraars én leerlingen. Ook links-liberaal Maingain en ecologisch Deleuze kiezen voor het verbod in officiële functies.

Parijs als lichtend baken

Wat in Vlaanderen aanleiding geeft tot hevige en opgewonden discussies, waarbij de mensenrechten zowaar in het gedrang geacht worden, is aan de overzijde van de taalgrens een non-debat. Het idee van de laicité van de Franse republiek verklaart die consensus. Parijs blijft het lichtend baken voor de Franstalige politici, terwijl wij de debatten daar amper of niet volgen en er ons al zeker niet door laten beïnvloeden. (Bizar en zelfs een beetje grappig is de vaststelling dat de Vlaams linkerzijde over hoofddoeken achter loketten totaal geen bondgenoten vindt in het zuiden en daarin veel geïsoleerder staat in België dan in Vlaanderen.)

Besluit uit de reeks: Franstalige politici komen niet van een andere planeet maar wie de dikwijls opduikende discourskloof tussen noord en zuid ontkent, is ziende blind.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties