Een pervers discours
De terugkeer van 'onze' schuld voor de terreur
Een aantal weken bleef het uit, maar langzaam keren de vertrouwde redeneringen terug
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe linkse intelligentsia is gefascineerd door revolutionair geweld en heeft een lange traditie in het goedpraten van terreur. Denk maar aan de fascinatie die de Rote Armee Fraktion uitoefende op een ganse generatie linkse intellectuelen. Jean-Paul Sartre ging zelfs op pelgrimstocht naar Duitsland om daar in de gevangenis van Stammheim de RAF-terrorist Andreas Baader te bezoeken. Geweld in de strijd tegen het vermaledijde kapitalisme werd steevast vergoelijkt.
Maar sinds 9/11 werpen linkse intellectuelen zich ook op als verdedigers van het moslimterrorisme en proberen ze dat binnen een links ideologisch kader te wringen. De aanslagen worden goedgepraat als begrijpelijke reacties op de buitenlandse politiek van het Westen, en als het gevolg van ‘islamofobie’ en discriminatie. Wanneer moslims hun landgenoten afslachten, komt dat omdat die hen geen andere keuze laten. Zo wordt het doden en verminken van onschuldigen collateral damage in een conflict waarvoor niet ‘zij’ maar ‘wij’ verantwoordelijk zijn.
In een column, Morele inversie en terreur, in het christelijk opinieweekblad Tertio van 30 maart, wijst de Pools-Belgische filosofe Alicja Gescinska op de geperverteerde logica van een discours dat ‘onder het mom van mededogend oordelen, de verantwoordelijkheid van terreurdaden niet bij de terroristen zelf legt, maar bij de slachtoffers ervan.’ ‘We moeten ons hoeden,’ zo schrijft ze, ‘voor verklaringsmodellen die zo een morele inversie inhouden. Het zou fout zijn om terroristen als slachtoffers van zuiver externe krachten te zien: gebrainwasht door religieus fanatisme en gefrustreerd door sociaaleconomische achterstelling. En al helemaal fout is het om van slachtoffers medeplichtigen te maken en de doelwitten van terrorisme zelf te culpabiliseren.’ Tot zover Alicja Gescinska. De wijsheid komt tegenwoordig uit het Oosten.
De recente aanslagen in Brussel – too close for comfort – hebben dat perverse discours even doen stilvallen, maar stilaan kan je het in onze kwaliteitspers weer tussen de regels door lezen, en wordt het weer hoorbaar bij de openbare omroep. Lang zal het niet duren vooraleer opnieuw luid zal weerklinken dat het allemaal onze schuld is, dat het onze islamofobie is die hun bommengordels tot ontploffing brengt. En wat zal er bij de commissie Terreurbestrijding te beluisteren vallen? Wat zal er daar verteld worden als ze het over de oorzaken van radicalisering gaan hebben? Ongetwijfeld zullen onderzoekers aan onze universiteiten plechtig komen verklaren dat ‘jongens van bij ons’ naar Syrië trekken omdat hun zussen op school geen hoofddoek mogen dragen. Of omdat het ASO nog niet is afgeschaft.
Foto © reporters
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.
De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?
In de nieuwe versie van Emmanuelle gaat een vrouw op zoek naar ultieme seksuele voldoening.