JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

Forum

Enkele bedenkingen bij de zaak-Pichal

Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’

Karianne J. E. Boer (1978) is criminoloog, studeert rechten (VUB en UA), heeft een achtergrond in data-analyse, specialiseert zich in medisch recht en procesrecht en onderzoekt AI in de zorg.

21/11/2024Leestijd 5 minuten
Karianne J.E. Boer.

Karianne J.E. Boer.

Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’

De zaak-Pichal beroert Vlaanderen. Deze week vonden de pleidooien plaats. Binnen een maand valt het verdict. De reacties zijn zeer uiteenlopend. Eén commentator poneert dat we (bijna) allemaal wel eens beelden van kindermisbruik zouden zien. Anderen zijn verontwaardigd over de geëiste strafvordering, die dan vergeleken wordt met die tegen de jonge oprichter van een racistische chatgroep.

Wat vooral choqueert in deze zaak, is de jonge leeftijd van de slachtoffers, inclusief baby’s, en het extreme geweld gebruikt tegen deze kinderen. Eveneens raakt het de gemoederen dat de feiten gepleegd zijn door een mediapersoonlijkheid. In plaats van dat we de zaak met die van een jonge nationalist vergelijken is het interessanter nog een andere mediafiguur in ogenschouw te nemen. En dan lijken de reacties heel wat milder te zijn. Waarom?

Verkeerd beeld

Daders van seksueel geweld vormen in onze geest ‘monsters’ met zichtbare kenmerken. Maar in werkelijkheid zien ze er meestal heel gewoon uit en leven ze niet als een kluizenaar. De kans dat we, zonder het te beseffen, ooit al in contact zijn gekomen met iemand die seksueel kindermisbruik pleegt of beeldmateriaal bekijkt, is zeer reëel.

Toen ik vorig jaar een toespraak gaf op Tomorrowland, besefte ik zeer goed dat de kans heel groot was dat ik over kindermisbruik stond te praten voor een publiek waartussen zich minstens één persoon zou kunnen bevinden die dergelijke feiten pleegde. Op het podium heb ik dat gegeven niet ter sprake gebracht, omdat het op zich al heel confronterend was dat het thema seksueel geweld voor het eerst werd aangekaart op ’s werelds bekendste technofestival.

We hebben een verkeerd beeld van mensen die zich wel gedragen als ‘monsters’ maar er niet zo uitzien

De huidige realiteit is dat kindermisbruikers in onze alledaagse omgeving wonen, werken en winkelen. We hebben een verkeerd beeld van mensen die zich wel gedragen als ‘monsters’ maar er niet zo uitzien. Dit is nog moeilijker te vatten, wanneer mensen een aangename uitstraling hebben. Hoe stuitend het ook klinkt, Pichal heeft een soort ‘knuffelbeergehalte’ en Bart De Pauw niet. Maar is er niet meer aan de hand?

Geen advocaten

Wie kan zich herinneren dat er artikels verschenen waarin stond dat het statistisch gezien niet anders kan, dan dat iedereen weleens seksueel ongepaste berichten stuurt of ongepaste praat verkoopt? Niemand. Want we kunnen ons moeilijk herinneren wat nooit gepubliceerd werd.

Inderdaad, de media hebben Bart De Pauw bijzonder hard aangepakt voor het jarenlang verzenden van zeer onaangename berichten aan collega’s in kwetsbare posities. Die kwetsbaarheid lag in een machtsonevenwicht op de werkvloer. Hier ging het om volwassenen die in staat waren aan de alarmbel te trekken. Maar een kind kan dat veel moeilijker; een baby of peuter heeft überhaupt geen stem.

De slachtoffers van De Pauw hadden advocaten die diens rechten zeer goed hebben verdedigd. De kinderen die gruwelijk mishandeld zijn op de foto’s en films waarmee Pichal tien jaar lang klaarkwam, hebben dat niet. Het zijn naamloze lichamen van baby’s, kleuters en oudere kinderen. Zonder advocaat. In dat geval dragen de klassieke media extra verantwoordelijkheid om zeer voorzichtig om te gaan met het machtsonevenwicht tussen slachtoffers met en zonder advocaat.

Gevallen hersenen

Pichal is een persoon met ‘afwijkende seksuele neigingen’ voor wie we ‘begrip’ moeten hebben. Er moet ‘meer ruimte zijn om te praten over pedoseksuele gevoelens’ en ‘we willen de feiten niet minimaliseren door zijn drugsgebruik, maar het speelt wel mee’.

Vanuit een criminologisch perspectief kan het belang van praten inderdaad niet miskend worden. De kernvraag is dan wel hóé we erover praten. Is ons tijdperk niet geneigd om heel erg ver te gaan in het opbrengen van begrip voor mensen die zich ‘aangetrokken voelen tot minderjarigen’? Is ‘minor-attracted persons’ (seksueel tot minderjarigen aangetrokken personen, nvdr), zoals het academisch vakjargon het noemt, een neutrale, wetenschappelijke term? Of banaliseert hij de feiten?

Waar ligt de grens tussen het begrijpen van de dader en het aandacht geven aan tientallen slachtoffers?

Onze tijdsgeest kunnen we samenvatten met wat de Amerikaanse wetenschapper Carl Sagan gevat verwoordde: ‘It pays to keep an open mind, but not so open your brains fall out.’ (Het loont ruimdenkend te zijn, maar niet zo ruim dat je hersenen eruit vallen.) Waar ligt de grens tussen het begrijpen van de dader en het aandacht geven aan tientallen slachtoffers? Waarom krijgt de ‘knuffelbeer’ zoveel publicatieruimte in de krant? Omdat hij goede advocaten heeft en de pers schoonheid in elke mens kan zien?

Gruwelijke pijn

Het is nuttig om het begrip voor ‘knuffelberen’ te contrasteren met de keiharde realiteit. Laten we ons de verkrachting van een kind even heel grafisch voorstellen.

De volwassen penis in erectie bedraagt gemiddeld 4 cm in diameter. Een kleuter heeft een gemiddelde heupbreedte van 20 cm. Dit betekent dat de anus wordt gepenetreerd met een voorwerp dat 20 procent van de heupdiameter bedraagt. De heupbreedte van een volwassen persoon is gemiddeld 40 cm. Als we ons willen inbeelden hoe het voelt om verkracht te worden als vijfjarige, moeten we ons inbeelden dat iemand een onderbeen in onze anus steekt. De pijn moet onbeschrijfelijk gruwelijk zijn en gaat gepaard met scheuren en bloedingen.

De opwinding draait om het onderwerpen van een onschuldig wezen aan de macht van de misbruiker

Het zien van bloed maakt deel uit van de subcultuur van de hardcore kinderpornografie. Hoe meer bloed, hoe meer geschreeuw, des te stijver ze worden. Dit roept de vraag op of het echt om seksualiteit gaat, zoals de term ‘kinderpornografie’ laat uitschijnen. Uit gesprekken die ik voerde met vroegere collega’s van de politie, zedenrechercheurs, bleek dat seks niet de kern van misbruik is. De opwinding draait om het onderwerpen van een onschuldig wezen aan de macht van de misbruiker. Het gaat dus niet om seks, maar om macht. De term kinderpornografie is bijzonder misleidend, want porno gaat over seks en in principe ook toestemming. Iedereen die de term ‘kinderpornografie’ blijft gebruiken, blijft het seksueel geweld tegen kinderen ongewild normaliseren.

Gruwel

Baby’s en kleine kinderen kunnen overlijden door verkrachting, indien ze niet medisch behandeld worden. Pichal heeft dus een decennium lang orgasmes gekregen bij het zien van kinderen die gepenetreerd werden en nu levenslang getraumatiseerd zijn, en ook gehandicapt of zelfs gestorven kunnen zijn. Laat die gruwel even binnenkomen.

Er worden heel wat verzachtende omstandigheden ingeroepen om begrip op te brengen voor Pichal. Hij zou zelf verkracht zijn als kind, gebruikte drugs en zou schuldinzicht hebben. Kan een autist of een psychopaat die 25 procent van zijn leven is klaargekomen met gruwelijk beeldmateriaal zich daar überhaupt schuldig over voelen? Het valt niet uit te sluiten, maar het klinkt weinig geloofwaardig. Volgens zijn advocaten zou Pichal ‘zelf niets gedaan hebben’ door louter te kijken. Maar zonder vraag is er geen aanbod.

Federaal procureur

Tot slot is er een ruimer kader waar we naar moeten kijken. In 2020 waarschuwde Child Focus in een open brief aan politici ervoor dat de obsessieve en eenzijdige focus op het virus voorbijging aan de fysieke en mentale integriteit van kinderen. Als we mijn dorpsgenoot Ben Weyts niet als minister van Onderwijs hadden gehad, dan zouden we wellicht meer en langere periodes van lockdowns van scholen hebben gekend.

De lockdowns hebben dus bijgedragen aan bijna 200 maal meer misbruikmateriaal

Wereldwijd is de productie en verspreiding van seksueel-kindermisbruikmateriaal (‘CSAM’) door de lockdowns exponentieel toegenomen. Een ‘markt’ die in 2019 naar schatting $ 800 miljoen waard was, werd door het pandemiebeleid $ 150 miljard waard in 2021. De lockdowns hebben dus bijgedragen aan bijna 200 maal meer misbruikmateriaal.

In België bestaat er een minderheid die abortus in onze Grondwet wil opnemen. Het is opmerkelijk hoe dit tijdsgewricht ongeboren leven herleidt tot een menukeuze, maar ondertussen voorbijgaat aan de bescherming van bestaande kinderen. Zoals ik reeds op Tomorrowland heb betoogd, ligt de sleutel tot het bestrijden van seksueel misbruik volgens mij niet in blinde massasurveillance van sociale media zoals Telegram en WhatsApp. De zaak van Pichal is de vrucht van gericht en professioneel speurwerk. Als we seksueel geweld tegen kinderen echt willen indijken, hebben we nood aan de grondwettelijke verankering van een verbod op lockdowns voor scholen, meer capaciteit voor gericht politiewerk en de aanstelling van een federaal procureur kindermisbruik.

Karianne J. E. Boer (1978) is criminoloog, studeert rechten (VUB en UA), heeft een achtergrond in data-analyse, specialiseert zich in medisch recht en procesrecht en onderzoekt AI in de zorg.

Commentaren en reacties