JavaScript is required for this website to work.
post

Europa moet lot in eigen handen nemen

Theo Lansloot2/6/2017Leestijd 3 minuten

Sinds de brexit is Angela Merkel de baas van de EU, laat daar geen twijfel over bestaan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Zondag 28 mei. Tijdens een verkiezingsbijeenkomst in een biertent in Beieren haalde Merkel stevig uit naar Donald Trump en Teresa May zonder hen met naam te noemen. Zij beklemtoonde dat de top haar ervan bewust had gemaakt dat Europa zijn lot in eigen hand moet nemen.

Voor een geslepen politica die aan haar derde ambtstermijn als Duits bondskanselier bezig is en naar een vierde streeft klinkt dit bijzonder naïef en dus heel ongeloofwaardig want politiek naïef is ‘Mutti Merkel’ allerminst.

Daarna nam zij met glinsterende ogen een ferme slok van haar pul bier. Een geweldige verkiezingsstunt!

Haar sociaaldemocratische rivaal als bondskanselier, Martin Schulz (SPD), was voordien voorzitter van het Europees Parlement. Hij kon dan ook niets anders dan Merkel bij te treden. Het zal hem allicht niet veel baten. Niet in Duitsland maar ook niet internationaal.

Voor de Franse presidentsverkiezingen vrijde de SPD Macron op. Die kan zich – na zijn avontuur in de socialistische regering van Hollande – als president niet veroorloven met de Duitse socialisten aan te pappen. Voor politici als Trump en May is daar helemaal geen denken aan.

Merkel beperkte zich louter tot de boude uitspraak dat Europa zijn lot in eigen handen moet nemen. Over het hoe bleef ze volkomen in het ongewisse. Zij gaf wel toe dat dit moet gebeuren in vriendschap met de VS en Groot-Brittannië als goede buren en waar mogelijk ook met andere landen zoals het Rusland van haar goede vriend Poetin. 

Nadat ze de Britten uit de ‘Duitse EU’ heeft gejaagd, hoopt Merkel de onbetwiste leiding van de Unie op zich te nemen. Zij rekent daarvoor vooral op Macron, de nieuwe president van Frankrijk, omdat dit land in economische chaos verkeert en op dat vlak geenszins tegen Bondsrepubliek opweegt.

Dit zou haar weleens kunnen tegenvallen. Als kandidaat-president maakte Macron zijn opwachting bij haar in Berlijn. Uit zijn verklaringen nadien scheen toen te blijken dat hij bereid was Duitsland als EU-koploper te laten voorgaan. Of dat nu nog zo is valt te betwijfelen. Het is zelfs weinig waarschijnlijk dat hij nog naar Berlijn gaat om Merkel te ontmoeten. Zij is immers geen staatshoofd.

Als pas verkozen president haastte hij zich wel Poetin naar Versailles uit te nodigen. De welkome aanleiding was de tentoonstelling in het paleis ter herinnering aan het bezoek 400 jaar geleden van tsaar Peter De Grote aan Lodewijk XIV. Macron en Poetin beschouwen zich kennelijk zowat als de opvolgers van die twee alleenheersers. Na afloop van de ontmoeting hielden zij een gezamenlijke persconferentie. Beiden zorgden ervoor vooral te wijzen op de punten waarover zij het niet helemaal eens waren. De internationale pers had dan ook over een ongemakkelijk eerste gesprek. Wat binnenskamers werd overeengekomen is allicht iets heel anders. Te onthouden is wel dat, volgens Macron, Rusland bij de aanpak van elk internationaal probleem moet worden betrokken. En dat er op bilateraal vlak tussen beide landen iets gelijkaardigs wordt opgezet als het reeds bestaande Duits-Russische forum van ‘civiele samenlevingen’ om daardoor met name de wederzijdse dialoog in de hand te werken tussen academici, zakenmensen en intellectuelen.

Een EU waarin zij niet alleen meer de plak zwaait is voor Merkel haast ondenkbaar. Zij duldt geen rivalen en heeft bewezen dat zij die ongenadig uit de weg ruimt. Haar DDR-verleden is daar niet vreemd aan (zie ‘Schulz versus Merkel’ in Doorbraak van 19 april). Nu gebruikt zij de vete met Trump als verkiezingspropaganda en dat lukt haar wonderwel in eigen land. In de EU kan zij daarvoor grotendeels rekenen op haar lakei Jean-Claude Juncker, voorzitter van de EU-Commissie.

Merkel inspireerde de ‘Verklaring van Rome’ van 25 maart. In dit breedsprakerig maar vrij diffuus document kijken de EU-leiders vooruit naar de toekomst van de Unie over de tien komende jaren. Hoe alles daarbij in zijn werk moet gaan blijft bijzonder vaag. Wel is er sprake van een EU met twee snelheden. Dit is een idee dat de Benelux-landen naar voren schoven. Hoe dat de cohesie binnen de EU moet versterken is een vraagteken. Het is wel een handige manier om de vier Oost-Europese Visegrad-landen (Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië) die het Merkel soms lastig maken, buiten spel te zetten. Die landen hebben als enig alternatief voor de EU een nauwere samenwerking met Rusland. De Hongaarse premier Viktor Orbán heeft daarop al gezinspeeld, maar het is weinig waarschijnlijk dat hij daarvoor veel steun vindt. De Visegrad-landen hebben immers niet alleen geleden onder de nazi-bezetting maar nog meer onder het Sovjetjuk na Wereldoorlog II.

Op 31 mei pleegde de EU-Commissie opnieuw zo’n weinig concreet document. Zelf bestempelt zij het echter als een’ ambitieuze reflectienota’ met mogelijke stappen om de economische en monetaire unie van Europa te verdiepen.

Het is nu aan de lidstaten om daarop te reageren. EU-parlemenslid Sander Loones (N-VA) viel al fel uit. Hij oordeelde terecht dat de uitvoering van die voorstellen de eurozone tot een soort België XL maakt met verschillen in economische visies tussen Noord en Zuid en transfers die constant politieke spanningen veroorzaken. Samen de facturen betalen van een groepslid dat weigert zijn verantwoordelijkheid op te nemen is, volgens hem, geen solidariteit maar ‘het belonen en aanmoedigen van onverantwoordelijkheid’. 

EU-Commissaris Moscovici had de bui al voelen aankomen. Hij haastte zich te verduidelijken dat er geen sprake kan zijn van transfers of het aanmoedigen van roekeloos beleid en dat eerst de economieën van de eurolanden meer naar elkaar moeten toegroeien. Een vrome wens…

 

Foto: (c) Reporters

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties