JavaScript is required for this website to work.
post

Europa, Turkije en de Armeense genocide

Theo Lansloot5/5/2014Leestijd 3 minuten

Premier Erdogan deelde zijn medeleven met de nazaten van de Armeense genocide. Of toch niet, want hij erkent nog niet dat in 1915 een volkerenmoord plaatsvond. In het licht van de evoluties in de regio – Oekraïne, Rusland – gaat dit niet onopgemerkt voorbij.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Russische Tsaren speelden traditioneel de rol van schutsheer van de christelijke Armeniërs in het islamitisch Osmaanse Rijk. Poetin heeft met verve die rol overgenomen. Mede daarom helt Armenië kennelijk meer over naar diens Euraziatische Unie i.p.v. naar de Europese Unie waarvan Turkije misschien later lid zal worden. Als NAVO-lid heeft Turkije overigens al nauwe banden met het Westen.

Een mede in het licht van de huidige gebeurtenissen in Oekraïne belangwekkend artikel verscheen op 30 april in het Duitse weekblad Die Zeit. De schrijver is Ronald Gregor Suny, Amerikaan van Armeense oorsprong. Hij is directeur van het Eisenberg Institute for Historical Studies. aan de universiteit van Michigan waar hij ook als eerste de Alex Manoogian-leerstoel in moderne Armeense geschiedenis bekleedde. Hij is bovendien professor emeritus in politieke wetenschappen en geschiedenis aan de universiteit van Chicago en gespecialiseerd in de geschiedenis van de Sovjet-Unie en het post-Sovjet-Rusland.

De auteur verwijst naar de recente oproep van de Turkse premier Erdogan aan de Duitse bondskanselier om in tegenstelling tot tal van historici, deskundigen en wereldleiders, het gewelddadig optreden van de Osmanen tegen de Armeense minderheid niet als volkerenmoord te bestempelen. Bondskanselier Merkel oordeelde echter dat Turkije met zijn eigen verleden moest leren omgaan.

Op 24 april 1915 nam de Jong-Turkse regering inderdaad zowat 600 vooraanstaande Armeense politici en intellectuelen gevangen,verdreef ze uit Istanboel en bracht kort daarna de meeste van hen om. Dit jaar, op de vooravond van de 99ste verjaardag van die vreselijke gebeurtenissen, legde Erdogan een dusver zijdens de Turkse overheid ongehoorde verklaring af. Hij betuigde zowel Armeniërs als moslims in Turkije zijn medeleven voor hun gruwelijke ervaringen tijdens de traumatische jaren van de eerste wereldoorlog. Europa, de VS en de Armeniërs in Turkije verwelkomden dit als een stap in de goede richting. Veel Armeniërs in de diaspora en de regering in Jerevan verwierpen echter de verklaring omdat die het vreselijke lot van de Armeniërs in 1915 niet als volkerenmoord erkent en gelijkstelt met het oorlogsleed van de moslims in het Osmaanse Rijk.

Toch ziet ook professor Suny Erdogans verklaring als een stap in de goede richting. Maar hij wijst er ook op dat de meeste historici 1915 al lang als volkerenmoord beschouwen. Hij heeft dus begrip voor de velen die de uitspraak van Erdogan niet moedig noch eerlijk genoeg vinden. Miljoenen niet-Armeense onderdanen van het Osmaanse Rijk hebben weliswaar ook onder de gevolgen van de oorlog geleden en hebben er zelfs het leven bij ingeschoten maar hun lot is geenszins vergelijkbaar met dat van de Armeniërs. De regering van Jong-Turken, zo schrijft Suny, vergreep zich aan hen omdat zij hen als verraders beschouwde. Op etnische en religieuze gronden zette zij ruim een miljoen Armeniërs uit hun huis, nam al hun bezittingen in beslag en bracht ze uiteindelijk om.

Als een regering de uitroeiing van een etnisch, religieus of cultureel omschreven volk beoogt en met voorbedachten rade zijn lijfelijke en culturele ondergang veroorzaakt, klopt dit, volgens de professor, met de meest gangbare bepalingen van het begrip volkerenmoord. De Turkse regering weigert dit vooralsnog te erkennen, evenmin overigens als onder meer de VS en Israël.

De auteur is van oordeel dat de Turkse samenleving haar regering ver vooruit is. Turkse historici, sociologen, antropologen en andere wetenschappers, zo meent hij, beschouwen 1915 al lang als volkerenmoord en de gruwel die met de ondergang van het Osmaanse Rijk en het ontstaan van de Turkse republiek gepaard ging,is steeds minder taboe.

In het licht van de huidige ontwikkelingen in Oekraïne ligt de verhouding van het met het Westen verbonden Turkije tot zijn buurland zeker in Russische ogen bijzonder gevoelig. Omzichtigheid is dus geboden.

Foto: Een Armeense moeder gebukt naast haar overleden kind, Eerste Wereldoorlog, 1915, Armenië. (c) Reporters

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties