JavaScript is required for this website to work.
Media

Bezint eer ge met factcheck begint

Pieter Bauwens24/7/2021Leestijd 3 minuten
Bestaat dé ene ware journalistieke waarheid?

Bestaat dé ene ware journalistieke waarheid?

foto © Robin Higgins / Pixabay

Nepnieuws is een probleem, maar de factcheck is een groter probleem, die beperkt de vrijheid van meningsuiting met Het Groot Gelijk.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Nepnieuws is een probleem. Echt nepnieuws. Bewuste desinformatie die verpakt wordt als nieuws. Zo stelden de inlichtingendiensten vast dat er buitenlandse operaties zijn die via nepnieuws de publieke opinie willen beïnvloeden. Volgens de expert in dat verhaal is de bedoeling niet zozeer om de publieke opinie echt te beïnvloeden. Alsof pakweg China wakker ligt van wat u denkt dat er met Jurgen C. is gebeurd. Neen, door desinformatie in het Westen te verspreiden willen die buitenlandse diensten het Westen te dwingen tot dezelfde censuurregels op internet die gelden in pakweg China of Rusland.

Zelfcensuur als doel

Kenneth Lasoen van de Universiteit Antwerpen zei eerder deze week in Doorbraak: ‘Als het Westen even autocratisch wordt, en ook actief begint te bepalen wat nog mag gezegd worden en wat niet, dan is de operatie geslaagd. Het doel is immers de informatiestromingen in de wereld proberen te beteugelen.’

Dat is momenteel wat er gebeurt. De definitie van nepnieuws wordt vandaag buiten proportie opgeblazen. Iedereen die een omstreden mening post op sociale media is nu plots een verspreider van nepnieuws. Alsof ze buitenlandse agenten zijn die dat nieuws met een doel posten. Terwijl het enkel maar burgers zijn met een (afwijkende) mening. Zo wordt het hele publieke debat plots een mijnenveld. En die perceptie leidt tot de gevaarlijkste censuur van allemaal: zelfcensuur.

Nepnieuws voorkomen

Politici hebben zich laten opjagen en de sociale media wettelijk gedwongen zichzelf te censureren. Tegelijkertijd zagen politici er ook een mogelijkheid in de radicalere partijen zo te dwarsbomen. De sociale media hebben dat uitbesteed. Wat hen niet verhindert om voor enige factcheck verschenen is al in te grijpen.

Op die manier doen Facebook en Twitter het vuile werk voor bedenkelijke regimes. Door hun algoritmes aan het werk te zetten in legitieme discussies over de pandemie, overheidsoptreden of vaccinatie censureren ze het publieke debat. In China kijken ze lachend toe.

Factcheckindustrie

Die factchecking is ondertussen een hele industrie geworden. Het wordt ook in de politiek gebruikt als frame tegen de journalistiek. Wat ze zeggen is toch nepnieuws. En erger, door mediagroepen wordt het ingezet als journalistiek frame om te censureren. Er worden, met geld van sociale media of subsidies, aparte redacties ingericht die enkel ‘factchecken’. Het is te zeggen, ze moeten uit verhalen die Facebook aanreikt er zelf kiezen die ze factchecken.

Op zich is er niets tegen het controleren van journalistieke verhalen. Journalisten zijn mensen en die maken fouten. Ze laten zich wel eens meeslepen, worden meegesleurd in een plan van een ander of baseren zich op verkeerde bronnen. Dat kan, dat is geen ramp, maar een fout. Dat kan altijd worden rechtgezet. Een eerlijke journalist of medium doet dat ook.

Factcheck van de Grootinquisiteurs

Het probleem met de factcheckers is dat die, ook al zijn het niet altijd de meest bevlogen journalisten, zich opstellen als grootinquisiteur. Ze zijn de verdedigers van Het Grote Gelijk. Enfin hun Grote Gelijk, of dat van hun financier. Want hebt u ooit al een factcheck gelezen die zegt dat Facebook ten onrechte deze of gene drie dagen heeft gebannen?

De factcheck is een journalistiek verhaal met een vaste, op voorhand bepaalde finaliteit. Het is meer copywriting dan journalistiek. Daarnaast is er iets veel fundamentelers. De journalistieke waarheid is niet een en ondeelbaar. Mocht dat zo zijn, dan hebben we maar één krant nodig: ‘De Waarheid’, of in het Russisch: правда, ‘Pravda’.

Pravda-tijden

Het niveau van de Pravda, dat is de journalistiek waarin we dreigen terecht te komen als we meegaan in de inquisitiepraktijken van de factchecking. De Vlaamse media, zouden daar in een reflex van zelfbescherming paal en perk aan moeten stellen. Het ondersteunt de logica van het beperken van het publieke debat tot het algemeen aanvaardbare. Dat reduceert het publieke debat tot gebabbel.

Vrijheid van meningsuiting en het publieke debat moeten schokken, vragen stellen, botsen, onze zekerheden in vraag stellen, desnoods om ze daarna te herbevestigen. De journalistiek heeft al een fout gemaakt door zich aan het handje van de marketeers te laten nemen. Die wisten wat de mensen wilden lezen, horen of zien. Dat leidde onder andere tot goednieuwsshows en constructieve journalistiek. Nu mogen we niet de fout maken de marges nog te verkleinen door enkel die meningen en interpretaties toelaatbaar te achten die door iedereen als aanvaardbaar worden beschouwd. Vergeet ook niet dat woke op de loer ligt om ook nog een deel van de bandbreedte van het publieke debat af te knippen.

Die glibberige waarheid

We mogen ons dus niets laten wijsmaken. Niemand heeft de waarheid in pacht. De waarheid is een glibberige paling die ons steeds opnieuw ontsnapt. Journalisten weten dat, maar blijven toch proberen die te vangen. Ze weten dat niet de vangst telt. De poging om te vangen is relevant. Zo krijg je een steeds rijker beeld van wat een waarheid zou kunnen zijn.

Verder moeten we blijven hopen dat er meer is dan dé waarheid. De waarheid van De Wereld Morgen is niet die van Doorbraak. Dat noemen we pluralisme. Dat is geen probleem, behandel het dan ook niet zo.

Inlichtingendiensten

Buitenlandse inmenging in de vorm van echt nepnieuws is een zaak voor de inlichtingendiensten. Versterk ze. Leid mensen op om het te detecteren en te stoppen. Doe dat voor het open en vrije publieke debat wordt gesaboteerd door factcheckers in loondienst.

We zijn terecht fier op ons open en vrij publiek debat. We moeten er als samenleving alles aan doen om dat te behouden. Een taak voor publiek, pers en politici. Bezint eer ge met ‘factchecks’ begint.

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties