FDF in neerwaartse spiraal
Bijna anderhalf jaar na de breuk met de MR probeert de partij van de radicale francofonen de politieke irrelevantie te vermijden.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet is een absoluut record in de Wetstraat: Olivier Maingain is sinds 1995 onafgebroken voorzitter van het FDF. En op 20 januari werd hij nogmaals herverkozen, ondanks een valabele tegenkandidaat: Brussels parlementslid Emmanuel De Bock.
Maingain staat de komende jaren voor een loodzware opdracht. Sinds 1993 kon de partij functioneren als aanhangsel van de liberale PRL, later MR. Maar na het akkoord over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde brak het kartel tussen de MR en het FDF. De rabiaat francofone partij ging haar eigen weg. Maingain probeerde de partij wat te herprofileren door ook andere dan zogenaamde communautaire thema’s aan te boren, maar dat sloeg niet aan. De studiedienst van de partij stelt weinig voor en komt niet met diepgaande analyses over bijvoorbeeld sociaaleconomische maatregelen naar buiten. Het instituut Jacques Georgin, zoals de studiedienst heet, heeft eigenlijk nog maar één bedoeling: zijn naam. De studiedienst is vernoemd naar FDF’er Jacques Georgin die volgens de FDF-mythologie in 1970 door een aantal VMO’ers in Laken werd doodgeslagen. In werkelijkheid vluchtte Georgin na een vechtpartij met een aantal Volksunie-militanten naar een café waar hij aan een hartaanval overleed.
Olivier Maingain hoopt met zijn partij ook voet aan de grond te krijgen in Wallonië. De voorbije gemeenteraadsverkiezingen hebben aangetoond dat dit een aartsmoeilijke opdracht is. Enkel in Waals-Brabant (4,78 %) haalde het FDF een resultaat dat in de buurt kwam van de kiesdrempel. Elders varieerde het resultaat tussen 1,7 en 2,5 procent.
Het FDF ontstond bijna vijftig jaar geleden als een Brussels fenomeen en is dat vandaag de dag meer dan ooit. Probleem voor Maingain, zelf burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe, is dat het FDF ook in zijn Brusselse thuisbasis in het defensief is. Uiteraard is de tijd al lang voorbij dat het FDF in talrijke Brusselse gemeenten bijna vijftig procent van de stemmen haalde. Overigens heeft de partij in de voor haar glorierijke jaren zeventig nooit meer dan zes van de negentien Brusselse burgemeesters mogen leveren. Vandaag zijn dat er nog drie: Sint-Lambrechts-Woluwe, Oudergem en Schaarbeek. Na de jongste gemeenteraadsverkiezingen ging Watermaal-Bosvoorde verloren voor het FDF. Het zijn vooral lokale figuren die voor de partij nog het verschil maken zoals Bernard Clerfayt in Schaarbeek of Didier Gosuin in Oudergem. In veel gemeenten van het Brussels Gewest kwam het FDF in oktober 2014 op tien procent en minder uit. Maar in het volledige gewest haalt de partij van Maingain nog rond de elf procent.
Scheidsrechter in 2014
In die zin kan de rol van het FDF bij de Brusselse Gewestverkiezingen cruciaal zijn. Didier Reynders van de MR hoopt in 2014 op het Brussels minister-presidentschap. Het is een publiek geheim dat hij altijd een voorstander is geweest van het MR-FDF-kartel. Misschien kan het FDF de nodige stemmen leveren om ergens een Brusselse regering te vormen zonder de in het gewest steeds machtiger wordende PS. De MR zou dan een coalitie kunnen aangaan met FDF en Ecolo of cdH. Dat zou de partij in het Franstalige politieke landschap wat meer politieke legitimiteit geven. En dat is nodig want het FDF dreigt irrelevant te worden. Om te beginnen in Brussel zelf omdat Maingain heeft nagelaten een nieuwe generatie FDF’ers klaar te stomen die net als hij een stemmenkanon kunnen worden.
Niemand in de rand
Eigenlijk dreigt het FDF zo in een neerwaartse spiraal terecht te komen. Zowel in Brussel als in de Vlaamse rand, jarenlang een kiesreservoir voor Olivier Maingain en co. Na de splitsing van BHV is dat nog altijd het geval voor de zes faciliteitengemeenten rond Brussel. Dankzij de stemmen uit die gemeenten zal het FDF in 2014 wellicht twee Kamerleden naar het parlement kunnen sturen. Nu zijn dat er nog drie. Maar wat met de rest van Vlaams-Brabant? Daar is geen politiek personeel voorhanden. Overigens is de politieke invloed van het FDF in de Vlaamse rand nu al beperkt. De partij telt twee burgemeesters (Linkebeek en Kraainem), zeven schepenen, tien ocmw-raadsleden en 24 gemeenteraadsleden. Alle politieke analisten gaan ervan uit dat dit een absoluut maximum is. Uiteraard zullen de andere Franstalige partijen onder de naam UF lijsten blijven indien in Vlaams-Brabant. Maar het gewicht van het FDF daarin zal beperkt blijven. De relatie tussen Maingain en de andere francofone politieke formaties is immers danig bekoeld. Vlaamse politieke waarnemers hebben er geen aandacht aan besteed, maar bij recent overleg tussen de Franstalige partijvoorzitters was er één persoon niet uitgenodigd: Olivier Maingain.
Frederik Dekeyser (1972) is econoom en werkt in de financiële sector
Vives houdt na het probleem-België het probleem-Brussel tegen het licht van de economie van het federalisme.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.