JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Ferdinand De Bondt: oranje leeuw met groene klauwen

Bij het overlijden van een oud-hoofdredacteur

Karl Drabbe25/2/2014Leestijd 3 minuten

Afgelopen weekend overleed Ferdinand De Bondt. Buiten het Land van Waas zal de naam niet veel oproepen. Nochtans lag hij mee aan de basis van het federalisme dat België kenschetst. Hij werkte het federale programma mee uit in zowel de Vlaamse Volksbeweging (VVB) als de CVP.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De eerste alinea van het aan hem opgedragen lemma in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging roept al meteen een gelijklopende carrière als die van twee andere Waaslanders in herinnering: Maurits Coppiets en Nelly Maes. Leest u even mee: ‘De Bondt was leraar in het middelbaar onderwijs (…) actief in de scoutsbeweging, in het regionaal comité van de Stichting-Lodewijk De Raet en in het Jong-Davidsfonds’. Hoewel het niét in de Encyclopedie staat, was hij ook een van de sleutelfiguren in de organisatie van de Marsen op Brussel. Voor dit medium is het belangrijk te melden dat De Bondt in 1965, in opvolging van Wilfried Martens, hoofdredacteur werd van Doorbraak, toen het veertiendaagse tijdschrift van de VVB.

Drie jaar later werd hij provinciaal senator voor de CVP. Hij trad er in de voetsporen van Wilfried Martens. Ging de concurrentie aan van zijn geloofs- en gouwgenoot Maurits Coppieters. Over het waarom vond ik niet meteen iets terug. Allicht haalde de CVP hem aan boord om de concurrentie aan te gaan met de charismatische Volksuniepoliticus Coppieters. Of ambieerde hij zelf een concurrerende carrière? Nelly Maes hierover: ‘De Bondt was flamingant maar er altijd al op uitgeweest om de Volksunie klein te krijgen.’ Uit die scherpe bewoordingen blijkt dat er meer speelde. Afgunst, jaloezie voor het succes van de VU in de jaren ’70? Of omdat een vrouw ‘kopman’ was van een partij, wat hij eerder politieke zelfmoord noemde?

Van hem werd ook lang gezegd dat hij de pen had gevoerd van het Volksunieprogramma van 1965. In een interview dat Alain Debbaut met hem had in mei vorig jaar betwistte hij dat: ‘Die verwarring bestaat omdat ik goed bevriend was, al van in onze scoutstijd, met Maurits Coppieters. Ik was van in mijn jonge jaren een CVP’er!’

CVP of niet, De Bondt bleef flamingant. Onderwijs en communautaire politiek hielden hem het meest bezig. En als jongeling in de CVP maande hij Martens aan om met zijn Wonderbureau niet alleen aandacht te hebben voor de progressieven in de BSP, maar ook de ‘jonge progressieven’ in de Volksunie (lees: Coppieters). Iets waar Martens geen oor naar had. Pol Pataer – toen nog CVP – tekende het op in het CVP-Jongerenblad Radikaal: ‘Een radicaal progressieve partij zal uiteraard Vlaams zijn in Vlaanderen en in het federale streven zullen de progressieve elementen ook vanuit de Volksunie de stuwende kracht moeten vormen’.

Onder premier Tindemans schopte hij het – in een duobaan met de Franstalige socialist Jacques Hoyaux – tot staatssecretaris voor ‘de hervorming van de instellingen’ en zodoende tot een actor in het ontwerp van het Egmontpact. Tegenstander van o.a. de subsidiëring door de Franse culuurraad en de Franse culturele commissie in Vlaams-Brabant – daarin trouwens gesteund door Mark Eyskens – botste hij finaal met partijvoorzitter Wilfried Martens. Tindemans hierover in zijn memoires: ‘Hij schijnt vastbesloten (ontslag te nemen – KDr) niet te zullen capituleren. Eigenlijk wens ik dat hij zal standhouden. De arrogantie van die voorzitters is te groot geworden.’

De Bondt mocht dan officieel geen Tindemans-boy zijn zoals Hugo De Ridder of Frank Swaelen, in de praktijk bekende hij zich toch tot die clan. Zijn verzet tegen ‘junta’-lid Wilfried Martens zal wel mee aan de basis liggen van het feit dat Martens De Bondt zelfs niet vermeld in zijn memoires. De Bondts dissidentie betekende meteen het einde van zijn carrière als staatssecretaris. Hij bleef wel CVP-senator tot 1991.

Tot hij op het sluiten van de Antwerpse Rings stootte, of de uitbreiding van de Antwerpse haven op Linkeroever. Tot hier, en niet verder, en hij steunde allerlei regionale comités, vaak van groene origine, tegen die havenuitbreiding. Op het einde van zijn leven was hij een van de prominenten die het actiecomité Doel 2020 steunde, dat voor het behoud van het polderdorp strijdt.

De groene strijd tegen het Antwerpse havenmonster, was het laatste wapenfeit van de oud-senator. Hij heeft mee het federalisme gemunt in België, en verdient alleen daarom meer aandacht dan hij kreeg.
De Bondt werd 90 jaar. Hij wordt op 1 maart begraven in zijn thuisstad Sint-Niklaas.

 

@Karl_Drabbe

Bronnen
A. Debbaut, Ongebonden best. Nelly Maes, Vrouw en Vlaams, Pelckmans, 2013

K. Drabbe, Van Doorbraak tot Doorbraak.be. Tussenbalans van een opinieblad, Doorbraak: http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/van-doorbraak-tot-doorbraakbe

W. Martens, De Memoires. ‘Luctor et emergo’, Lannoo, 2006.

H. De Ridder, Omtrent Wilfried Martens, Lannoo, 1991.

L. Tindemans, De Memoires. Gedreven door een overtuiging, Lannoo, 2002.

P. Van Windekens (red.) ‘Wij betogen’. Vijftig jaar Vlaamse Volksbeweging. 1956-2006, Pelckmans, 2006.

Nieuwe Enclycopedie van de Vlaamse Beweging, Lannoo, 1998.

 

Foto: www.nieuwsblad.be

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties