Bergen die weer bergen zijn
De beeldimpressies van fotograaf Karl Brabants
foto © Karl Brabants
Wouter De Bruycker stelt foto’s van Karl Brabants ten toon. Beeldimpressies met de snelheid van een lichtjaar.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWouter De Bruycker heeft zijn ideale plek gevonden. Na jaren in de Antwerpse Wolstraat, heeft hij een pand om de hoek verworven. Zijn Versailles zo laten inrichten dat de beeldende kunst waar hij verliefd, verloofd en getrouwd mee is, optimaal tot zijn recht komt. Zoals het werk van fotograaf Karl Brabants, Gentenaar, geboren in 1971.
Boeiende evolutie
Met als titel ‘Ik zie bergen weer als bergen’ is recent werk van hem momenteel te zien. Het is boeiend de evolutie te volgen met eerder werk, waarvan een selectie is gepubliceerd in Cesuur, een catalogus uitgegeven in 2018. Daarin valt de ingrijpende wijziging van het ontwikkelingsproces van de fotograaf op.
Leunen de oudere werken aan bij een natuurlijke impressie van het beeld dat de fotograaf wegens geraaktheid vereeuwigde, de jongere behouden hun natuur maar duiken dieper. Ze dalen af in de gemoedsgesteldheid van de fotograaf. Bij de ene foto al sterker dan bij de andere, lijkt het wel of hij de turbulenties van zijn ziel wil tonen. Omfloerst, want het is ook duidelijk dat hij bescheidenheid in leven en werk hoger stelt dan pronkzucht.
Het blijvend zoeken
Eenzelfde gevoel als David Hockney uitstraalt met zijn schilderijen. Hij mag dan wereldberoemd zijn, op foto’s en zelfportretten is de blik van Hockney die van een bengel verrast met zijn succes, van zijn eerste schilderij tot zijn laatste. Hij is blij met wat hij bereikt heeft maar blijft zoeken naar zijn Utopia. Hetzelfde geldt voor Karl Brabants.
Elke foto is niet een portret van de werkelijkheid. Hij benadert die slechts. Een manier om het buiten- met het binnenbeeld te verzoenen. Hoewel een berg gefotografeerd werd en als foto geen berg meer is, blijft hij voor Karl Brabants een berg. De foto is vergelijkbaar met de flits tussen het openen en sluiten van de oogleden. De volgende flits is een andere ervaring die passeerde met de snelheid van een lichtjaar.
Poging het onzegbare te fotograferen
In tegenstelling tot fotografen als Lieve Blancquaert, die fotograferen wat er voor de lens verschijnt, zonder er – buiten de technische vaardigheid – iets van zichzelf aan toe te voegen, fotografeert Karl Brabants het onzegbare. Althans, hij doet een poging. En om die poging te versterken, fotografeert hij een bord, zoals er in heel wat huishoudens hangen, waarop geheugensteuntjes werden geniet en gespijkerd. Wat volbracht werd wordt opnieuw uit de vergeetput gehaald. De bijgevoegde – naamloze – illustratie is een retour in de verleden tijd die nooit voltooid is.
Virtuele schilderijen
Door meer ziel dan hart in zijn werk te steken, worden de foto’s van Karl Brabants virtuele schilderijen. Afgedrukt en ingelijst zodat – zeker als ze in groep worden geëxposeerd – de eigen evolutietheorie tonen.
De foto’s van Karl Brabants zijn – in één woord – beeldimpressies. Tot op het kwetsbare af. De stilte krijgt beeld én taal. Een berg blijft een berg, maar tussen het zien ervan en het tonen heeft de berg een hele innerlijke elektrische weg afgelegd.
Het aandeel van de filosofe
Bij de expositie hoort een catalogus. Geen aanrader. Een lap van een tekst van de hand van filosofe Marlies De Munck. De exposant en zijn werk verdwijnen naar de achtergrond om plaats te maken voor een patchwork van wetenschappelijke termen. Helaas is het een lapjeswerk. Slaapverwekkend. Pas in de slotalinea staat de kunstenaar centraal. Maar zelfs dan volgt cliché op cliché.
Laat dat de liefhebber van exposities en foto’s echter niet afschrikken.
Bij een volgende afspraak in Antwerpen passeer ik gegarandeerd een derde keer. Want één keer kijken is zien, twee keer is zien en voelen, drie keer is zien, voelen en smaken. En begin je iets te horen.
Tot 27 juni in het prachtige pand, Lange Koepoortstraat nummer 60, Antwerpen.
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.