Frans Baert, de laatste der Volksunie-Mohikanen, heeft ons verlaten
Frans Baert
foto © Wikimedia Commons
Frans Baert, de laatste der Volksunie-Mohikanen, heeft ons verlaten.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIk herinner het me nog ergens in de jaren ’60: mijn moeder stapt triomfantelijk de keuken binnen en declameert: ‘Frans Baert zit in de raad van bestuur van de school!’. Het was de eerste keer dat ik die naam hoorde. Mijn moeder was onderwijzeres in wat nu ‘Sint-Pietersinstituut’ heet, maar wat tot in de jaren ’60 in het franskiljonse Gent ‘Saint-Pierre’ was. Tot dan had je daar een Franse – en een Nederlandstalige afdeling.
‘Vlaamse kant’
Ik zette mijn zus, die daar lagere school volgde, af aan de ‘Vlaamse kant’, een klein poortje aan de achterzijde van de school. Aan de voorzijde bevond zich de triomfantelijke ‘entree’ van de Franse kant. Maar de ‘Dames de l’Instruction Chrétienne’, die de school runden waren allesbehalve dom. Zij snoven de ‘winds of change’, bouwden de Franstalige afdeling af en wat meer is, zij benoemden een Volksunie-senator tot lid van hun raad van bestuur. Dat de echtgenote van Frans Baert lerares was in de school, hielp natuurlijk ook.
Dat Frans Baert, naast zijn indrukwekkend palet van activiteiten, ook deze, ogenschijnlijk minder belangrijke, functie opnam, tekent hem ten voeten uit. Als gedreven flamingantische participationist, was hij er rotsvast van overtuigd dat Vlaams-nationalisten hun verantwoordelijkheid in de bestaande structuren moesten opnemen en op die manier krediet moesten winnen, niet alleen bij de brede Vlaamse bevolking, maar ook bij de Belgische elites. Op die wijze zou ons volk geduldig en in vele stappen, dichter en dichter opschuiven naar het einddoel: de soevereine Vlaamse staat binnen een verenigd Europa.
Veelvuldige persoonlijkheid
Zijn rijk gevuld lang leven (97 jaar) verdient zeker een grondige biografie en dit korte obituarium doet geen recht aan de veelvuldige persoonlijkheid van Frans Baert. In zijn rijke levensloop kunnen we evenwel twee grote lijnen zien: enerzijds die van de Vlaams-nationalistische politicus, anderzijds die van de privaatrechtelijke jurist en wetgever.
Frans stond aan de wieg van een van de meest miraculeuze succesverhalen in de Belgische politiek, namelijk de Volksunie. Met Frans Vander Elst, Walter Couvreur, Hermans Wagemans, Rudi Van der Paal, Wim Jorissen, Ludo Sels en Réné Proost hield hij – in café Sint-Michiel op de Brusselse Grote Markt – deze partij boven de doopvont. Met zijn overlijden zijn alle stichters heengegaan. De Volksunie is nu echt geschiedenis geworden. Voor die partij werd hij in 1968 senator en van 1978 tot 1987 was hij het Gentse Volksunie-boegbeeld op de Kamerlijst van het arrondissement Gent-Eeklo. In die hoedanigheid volgde hij Leo Wouters op, de grootvader van Bart Laeremans.
Dossierkennis
Als volksvertegenwoordiger beet hij zich vast in de Belgische staatshervorming. Op elk front dat daarover in het parlement werd geopend stond hij paraat, met zijn diepe overtuiging en zijn indringende dossierkennis, maar ook met zijn ‘gentlemanlike’-houding tegenover mede- en tegenstanders. Als gradualist was hij er heilig van overtuigd dat het unitaire koninkrijk België langs constitutioneel-democratische wegen stapsgewijs kon hervormd worden in radicaal-federale zin, wat uiteindelijk zou uitmonden in een Vlaamse lidstaat binnen Europa.
Slogans zoals ‘eenzijdige onafhankelijkheid uitroepen’ of ‘buiten de Grondwet treden’, waren aan hem, als constitutiegetrouwe democraat, niet besteed. In de jaren ’70 bereidde hij mee de voorlopige gewestvorming voor. Hij verdedigde vurig het Egmont-pact in 1978, wat tot een eerste scheuring in het partijpolitieke Vlaams nationalisme leidde.
In 1977, toen de Volksunie in de Tindemans II-regering kwam, werd zijn naam gefluisterd als minister van Justitie, wegens zijn overduidelijke juridische kwaliteiten. Daar stak koning Boudewijn een stokje voor, want deze vorst vreesde ervoor dat Frans Baert zou aandringen op een definitieve juridische regeling van de amnestiekwestie. Het was trouwens niet het enige veto van Boudewijn. In dezelfde periode blokkeerde hij ook de benoeming van de socialist Willy Calewaert, uit schrik voor een initiatief omtrent abortus.
De Baert-doctrine
Aan Frans Baert dankt het Vlaams- nationalisme ook een strategische doctrine, de Baert-doctrine. Vlaams-nationalisten mogen gerust meegaan in een graduele staatshervorming langs Belgisch-constitutionele lijnen maar wel onder duidelijke voorwaarden: het moet gaan over aanzienlijke stappen vooruit, verdere stappen mogen niet uitgesloten worden, en mag geen onredelijke prijs zoals bijvoorbeeld herfederalisering, aan gekoppeld worden.
Later zou Geert Bourgeois beweren dat eigenlijk Koen Baert, de betreurde vroegtijdig overleden voorzitter van het Ijzerbedevaartcomité, de vader van die doctrine was, wat Frans Baert dan ten stelligste zou ontkennen.
Juridisch palmares
Frans Baert was ook geen ‘alleen-maar-flamingant’. Hij startte zijn professionele loopbaan als advocaat en bouwde, parallel met zijn politieke loopbaan, een schitterend juridisch palmares op. Hij leidde een succesvol advocatenbureau, was plaatsvervangend rechter, was lesgever aan verscheidene hogescholen, was stafhouder van de Gentse Orde van Advocaten, enzovoort.
Als gedreven jurist was hij overtuigd van het grote belang van duidelijke en eigentijdse privaatrechtelijke wetgeving. Hij werkte dan ook prominent mee aan twee belangrijke juridische hervormingen: die van het huwelijksvermogensrecht in 1976 en van het erfrecht in 1981, waarbij eindelijk aan de langstlevende echtgenoot een volwaardig erfrecht werd toegekend.
Als jurist wist hij het respect te verdienen ook van de Franstalige volksvertegenwoordigers, die voor de rest niet zo opgezet waren met zijn Vlaams-nationale plannen. De combinatie van alom gerespecteerd jurist en Vlaams-nationale gedrevenheid was ook kenmerkend voor Geert Bourgeois toen hij nog in de federale wetgevende kamer zetelde.
Uiteenvallen van de Volksunie
Bij het uiteenvallen van de Volksunie koos Frans Baert resoluut voor het Spirit van Bert Anciaux en belandde daarmee ook in het kielzog van de weinig flamingantische s.pa (nu Vooruit). Zijn keuze voor Spirit was vooral ingegeven door zijn afkeer voor de extreemrechtse vleugel in de Vlaamse beweging. Hij was ervan overtuigd dat de allochtone Vlamingen het slachtoffer waren van een achterstelling die gelijkaardig was aan die van de Vlamingen in het 19e eeuwse België. Daarom moest de Vlaamse beweging een alliantie vormen met verenigingen die opkwamen voor de rechten en belangen van allochtonen.
Het is een ‘understatement’ te zeggen dat niet iedereen in de Vlaamse beweging en het Vlaams-nationalisme het eens is met deze late linkse en multiculturele draai van Frans Baert. Echter ‘la paix aux cendres’. Wat men ook vindt van zijn stellingnames naar het einde van zijn leven toe, men kan moeilijk ontkennen dat we hier het heengaan betreuren van een grote Vlaming. Een intellectueel die zijn leven voor een groot deel heeft gewijd aan het ideaal van vele generaties uit de Vlaamse beweging, een eigen politieke woning voor ons volk. Mocht er een Vlaamse ‘Dome des Invalides’ bestaan, jazeker, Frans Baert verdient daar een mooie plaats.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Boudewijn Bouckaert (1947) is emeritus hoogleraar rechten en 'law and economics' aan de Ugent. Hij was Vlaams Parlementslid voor LDD en voorzitter van de klassiek-liberale club Nova Civitas en van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Vandaag is hij voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!
Een groots opgezette studie in de Verenigde Staten toont aan dat de ‘hillbilly-tragedie’ van J.D. Vance reëel is: de Amerikaanse blanken boeren achteruit.
In Franstalige media was er geen interesse voor het leefloon-verhaal uit Anderlecht. Opmerkelijk.