(G)Een Kamervoorzitter voor iedereen
Bracke moet op zijn tellen passen
Een Kamervoorzitter hoort niet thuis in het stakingsgewoel. Als Siegfried Bracke niet wat meer au-dessus de la mêlée gaat staan, dreigt hij straks Laurette Onkelinx nog gelijk te geven.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen praktisch probleem: hoe moet Siegfried Bracke donderdagmiddag in ’s hemelsnaam de Kamer gaan voorzitten? Er kondigt zich een woelige zitting aan, waar nog druk teruggeblikt zal worden op de nationale staking van 15 december. Tegenstanders van de regering zullen de stakers prijzen om hun ‘moedig verzet’, voorstanders van de hervormingen zullen spreken over ‘economische zelfvernietiging’. Aan de Kamervoorzitter om het in de hand te houden en te schipperen. Enige probleem: de Kamervoorzitter zat zelf midden in het stakingsgewoel.
Op maandagochtend poseerde Bracke met ietwat uitdagende blik bij een actie van Jong N-VA UGent. De jonge nationalisten hadden het initiatief genomen om een pendeldienst in te leggen voor gestrande reizigers: wie in Gent tussen het station en het centrum moest zijn, kon gratis mee. Hoe nobel deze actie ook was, hoe onrechtvaardig het ook is dat reizigers het slachtoffer worden van de grillen van stakers: dit is wel een ideologisch getinte actie, die evenzeer deel uitmaakt van het stakingsgewoel als de stakingspiketten zelf. Dit was geen plaats voor een Kamervoorzitter.
Noem ons ouderwets, maar wij zijn voorstander van een sterk parlement, met een heftig ideologisch debat. Daarvoor heb je een scheidsrechter nodig die boven het gewoel gaat staan. Het is logisch en rechtvaardig dat de Kamervoorzitter uit de rangen van de meerderheid komt, maar die voorzitter moet zijn ambt wel onafhankelijk vervullen. Zelfs de schijn van partijdigheid schaadt de positie van de voorzitter, schaadt het debat, schaadt het hele parlement.
Jan, André & Valère
Door actief deel te nemen aan de anti-staking dreigt Bracke de PS-passionaria Laurette Onkelinx stomweg gelijk te geven. Hoe kan de Kamervoorzitter zich nog geloofwaardig verweren tegen het verwijt van partijdigheid, als er fotografisch bewijs bestaat van het tegendeel? Zelfs wanneer Bracke de komende maanden het Kamerreglement op een volstrekt neutrale manier interpreteert, dan nog zal hij de verdachtmakingen van bevoordeling ten gunste van de regering maar moeilijk kunnen afschudden. Het is onbegrijpelijk dat iemand die door Erik Meynen consequent wordt afgeschilderd als schoothondje van Bart De Wever, zich nu blootstelt aan de karikatuur van schoothondje van de regering.
N-VA heeft met Jan Peumans nochtans een voorzitter in huis die wél weet hoe het moet. Met zijn soms wat bars en doortastend leiderschap profileert Peumans zich al jaren consequent als de hoeder van zijn hele huis. Vriend en vijand prijzen Peumans om zijn stijl, inschattingsvermogen en onpartijdigheid, die noch de oppositie noch de meerderheid cadeaus doet. Er is geen mens die Jan Peumans minder N-VA’er, minder flamingant, minder Jan Peumans waant. Hij laat het alleen zijn functie niet beïnvloeden.
André Flahaut had het allemaal niet moeten proberen. N-VA heeft voor veel minder het vel van de PS-Kamervoorzitter geëist. Toen halfverwege 2012 bekend werd dat Flahaut aan onderzoekers van het Franse parlement had verklaard dat het Belgische staatsapparaat ‘vervlaamst’ was, vroeg Bart De Wever zelve het ontslag van de Waals-Brabander. De ergernis over Flahaut was overigens vaak terecht: de oude krokodil was een trouwe PS-soldaat, die dat niet altijd goed kon verbergen. Reden te meer om nu, met N-VA, met Bracke, beter te doen.
Siegfried Bracke wou de job van Kamervoorzitter heel graag: nu moet hij die functie ook maar uitvoeren. Je kan niet én Eerste Burger van het héle land én tegelijkertijd partijman zijn – zoals je ook niet én VRT-verslaggever én columnist in socialistische blaadjes kan zijn. De tijden van Valère De Scherp zijn voorbij. Kan de onafhankelijke Kamervoorzitter in Siegfried Bracke nu opstaan? Of opstappen, dat is ook goed.
Klaas Cobbaut (1979) is ambtenaar. Hij heeft weleens gehoord dat zijn thuisstad Aalst niet de mooiste plek ter wereld is, maar dat doet hij af als laster van jaloerse kwatongen. Vanuit zijn ajuinenstad overschouwt hij lokale en vaderlandse politiek.
De cultuuroorlog tegen vermeend racisme eist een nieuw slachtoffer. En deze keer is het niet eens een karikatuur die voor de bijl moet.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.