JavaScript is required for this website to work.
post

Geen enkele reden voor een collectief blank ‘mea culpa’

Karim Van Overmeire18/6/2020Leestijd 4 minuten
Koning Boudewijn in Congo, met net verkozen Congolees president Josehp Kasavubu
(midden) en eerste minister Patrice Lumumba (links) in 1960.

Koning Boudewijn in Congo, met net verkozen Congolees president Josehp Kasavubu (midden) en eerste minister Patrice Lumumba (links) in 1960.

foto © Reporters / MAGNUM

Een ‘mea culpa’ vandaag zou wel gepast zijn voor de Saksen-Coburgers en de andere families die hun fortuin gemaakt hebben in de kolonies.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Mensen zoals ik, die met wat minder huidpigment op de wereld zijn gezet, krijgen vandaag niet alleen het verwijt dat we bewust zo niet onbewust racistisch zijn. Meer nog: we zouden zich ook moeten schamen voor wat ‘we’ de Afrikanen hebben aangedaan. Als afstammeling van heel eenvoudige volksmensen uit het Gentse en de streek van Overmere, die zelfs nooit een nonkel pater of een tante nonneke in de Congo heeft gehad, vind ik dat een wel heel bizarre beschuldiging. Ik kan er me zelfs behoorlijk aan ergeren. De schade die dit soort redeneringen aanbrengt in de hoofden van onze jeugd overtreft vele malen de schade in de geplunderde winkels in Brussel.

Koloniale geschiedenis

Eerst de feiten: in een eerste kolonisatiegolf in de 16de eeuw werden Noord- en Zuid-Amerika gekoloniseerd door Spanje, Portugal en Engeland. Tegen de jaren 1820 waren de meeste gebieden op het Amerikaanse continent uitgegroeid tot onafhankelijke staten.

In een tweede kolonisatiegolf werden grote gebieden van Afrika en Azië onder Europese controle gebracht. Dat proces begon laat in de 19de eeuw tijdens de zogenaamde ‘Scramble for Africa’ (ook de titel van een bijzonder interessant boek van Thomas Pakenham over dit onderwerp. Een aanrader). In 1870 was slechts 10% van Afrika gekoloniseerd, in 1914 was dit 90%. Meer dan 80% van de kolonies waren Brits of Frans. De kolonisatie duurde tot ca. 1960, het grote ‘dekolonisatiejaar’ waarbij heel veel landen onafhankelijk werden. De kolonisatie duurde dus minder dan een eeuw.

Privé-onderneming onder mom van humanitarisme

De kolonisatie van Congo begon als een privé-onderneming van Leopold II, die als een bijzonder sluwe vos de andere Europese landen wist te overtuigen om het beheer van het Congo-gebied aan hem over te laten. Het doel — de economische exploitatie van Congo — werd gewikkeld in een humanitaire doelstelling: de Congolezen bevrijden van de Arabische slavenhandelaars die in Congo lelijk huis hielden.

De Arabische slavenhandelaars werden verslagen, maar de Congolezen kregen een ongemeen brutale uitbuiting in de plaats. De meest wilde en extreme vorm van kapitalisme waarbij Leopold II en zakenpartners alleen oog hadden voor hun winstmarges. Zelfs naar de normen van die tijd wekte het optreden van Leopold II grote verontwaardiging. De enige die Leopold II vandaag nog probeert te verdedigen, is de onvermijdelijke prins Laurent die stelt dat Leopold II ‘zelf nooit in Congo is geweest. Ik zie dus absoluut niet in hoe hij de mensen daar zou laten lijden hebben.’ Ik ga ervan uit dat de prins met dit dwaze citaat vooral zijn eigen familie nog wat wil jennen.

Kolonialisme met frisse tegenzin

In 1908 besliste de Belgische regering in 1908 om Congo als kolonie van Leopold II over te nemen. Dat gebeurde onder grote internationale druk en met frisse tegenzin. Die tegenzin was trouwens in heel veel Europese regeringen aanwezig wanneer de koloniale avonturen ter sprake kwamen. Voor de regeringen waren de kolonies immers verliesposten. Er moesten ambtenaren, soldaten en medisch personeel uitgezonden worden. Er moesten wegen en spoorwegen aangelegd worden, en scholen en ziekenhuizen gebouwd. Die kosten werden doorgaans afgewenteld op de overheid en de bevolking, die te horen kreeg dat ze de ‘missie’ had om de ‘inboorlingen’ te ‘beschaven’. De winst van de ondernemingen verdween in de pocket van een beperkt aantal families, waaronder de Saksen-Coburgers.

Ondanks onvermijdelijke fouten en vele schaduwzijden was het Belgisch bestuur een kwantumsprong vooruit ten opzichte van de terreur van de privé-onderneming van Leopold II. Het Belgische koloniale model was vaak milder dan dat van andere landen. Maar als nationalist kan ik natuurlijk zeer goed begrijpen dat de Congolezen daar geen boodschap aan hadden. Zelfs al was de gemiddelde levensstandaard in Congo misschien hoger dan in de meeste andere gebieden van Afrika, dan nog was het moeilijk te verteren dat de blanken de baas speelden. Van zodra er voldoende opgeleide Congolezen waren om zich te organiseren, kwam het verzet op gang. Dat de meeste gekoloniseerde gebieden zonder al te veel tegenstand hun onafhankelijkheid kregen, had ook te maken met het feit dat – zoals hierboven reeds vermeld – de kolonies voor de Europese regeringen een budgettaire verliespost waren.

Uitgebuit Congo, verpauperd Vlaanderen

Een ‘mea culpa’ vandaag zou misschien gepast zijn voor de Saksen-Coburgers en de andere families die hun fortuin gemaakt hebben in de kolonies. Er is echter geen enkele reden voor een collectieve blanke ‘mea culpa’. Voor de actievoerders is het een ongemakkelijke en liefst weggemoffelde waarheid dat de overgrote meerderheid van de blanken ten tijde van de kolonisatie eveneens in armoede en uitbuiting leefden. Het Congo van Leopold II was een gruwel, maar het België van Leopold II was ook niet meteen een fijne plek, met de complete verpaupering van het Vlaamse platteland en de uitbuiting in de fabriekssteden.

Voor het riedeltje dat de bron van de welvaart van de westerse landen en de huidige wantoestanden in Afrika terug te voeren zijn tot de koloniale periode, zijn geen ernstige argumenten aan te dragen. Dergelijke theorieën verklaren niet waarom westerse landen met een zeer beperkt koloniaal verleden (Duitsland) of zonder koloniaal verleden (alle Scandinavische landen, Oostenrijk, Zwitserland, Canada, Australië en het zelf flagrant uitgebuite Ierland) zich aan de armoede ontworsteld hebben en vaak welvarender zijn dan een vroegere koloniale mogendheid als Portugal. Dergelijke theorieën verklaren niet waarom niet-gekoloniseerde landen (Liberia, Ethiopië, en buiten Afrika: Thailand, Iran,…) het niet noodzakelijk veel beter of slechter doen dan hun buurlanden.

Goed bestuur

Dergelijke theorieën verklaren vooral niet waarom de levensstandaard in landen als Zuid-Korea, Taiwan, China en de meeste Zuid-Amerikaanse landen spectaculair verbeterd is en vaak het niveau van de Zuid-Europese landen evenaart. De net genoemde landen bevonden zich in 1960 nog ver onder het niveau van de Afrikaanse kolonies. Zeer interessante lectuur terzake is Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm van Daron Acemoglu en James Robinson, alsook: Feitenkennis van Hans Rosling (beide verkrijgbaar in de online boekhandel van Doorbraak, nvdr). Korea — waar Noord en Zuid in 1945 vertrokken met eenzelfde verwoest land, eenzelfde geschiedenis en eenzelfde bevolking — is een extreem voorbeeld van hoe een goed of slecht beleid een land naar de afgrond of naar meer welzijn kan brengen.

In een paar Afrikaanse landen zijn er recent signalen van een beter bestuur, maar het track record van het continent is nog niet indrukwekkend. Het steeds terug verwijzen naar de koloniale uitbuiting is in dat opzicht het perfecte excuus voor de meeste kleptocratische Afrikaanse elites om hun verantwoordelijkheid niet te moeten nemen. Het is jammer dat de flagellanten die nu in stoeten door de Europese steden trekken, dit soort immorele lieden in de kaart spelen.

Karim Van Overmeire is gewezen Vlaams Volksvertegenwoordiger en huidig eerste schepen van de Stad Aalst.

Commentaren en reacties