JavaScript is required for this website to work.
JONG LAWAAI

Forum

Gemeenschapsvorming vergt kleinschaligheid

Sven Lievens (N-VA) pleit voor de herwaardering van het niet-meetbare: gemeenschapszin, kleinschaligheid en samenhorigheid.

Sven Lievens is nationaal bestuurder van Jong N-VA, voorzitter van Jong N-VA District Antwerpen en hij zal deelnemen aan de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen. Sven is werkzaam als mandaatassistent aan de Universiteit Antwerpen. De auteur schrijft in eigen naam.

17/8/2024Leestijd 3 minuten

Sven Lievens (N-VA) pleit voor de herwaardering van het niet-meetbare: gemeenschapszin, kleinschaligheid en samenhorigheid.

De mondialisering en de budgettaire krapte dringen schaalvergroting op aan de bevolking. Dat is soms nuttig en soms zelfs noodzakelijk, maar het verliest vaak minder kwantificeerbare waarden zoals hechting, warmte en gemeenschapsvorming uit het oog. In het licht van die doelstellingen moet kleinschaligheid worden afgewogen tegenover de meer kwantificeerbare waarden.

De wereld is een dorp geworden. Dat is, kort gezegd, de tendens van mondialisering. Er valt economische integratie te bespeuren, men kan zonder veel poeha reizen van het ene continent naar het andere, gebeurtenissen in de Verenigde Staten beïnvloeden onze beurzen of ontketenen revoluties in onze contreien. Dat is niet per definitie slecht: die mondialisering kan bijvoorbeeld leiden tot sterke economische groei of verbondenheid met familieleden die ver weg wonen. Niettemin heeft mondialisering ook een belangrijke keerzijde. Het werkt monocultuur en steeds groter wordende samenwerkingsverbanden in de hand. Die schaalvergroting laat vaak de zwakste burgers meedogenloos achter.

Ook de financiële situatie van ons land dwingt tot schaalvergroting. Banken en verzekeraars sluiten door de hoge personeelskosten de deuren van hun lokale vestigingen. Bakkerijen houden omwille van de belastingdruk enkel nog de hoofdwinkel in de grootstad open. Soms, maar zeker niet altijd, doen automaten hun intrede. Het menselijk contact verdwijnt, hetgeen onmiskenbaar op vele burgers een impact heeft. Dat zullen niet de hoogopgeleide, technologisch onderlegde burgers zijn die dat effect voelen, maar groepen in armoede, gepensioneerden, andersvaliden, enzovoort. Kleinschaligheid heeft haar eigen merite en moet worden overwogen in het bredere beleidskader.

Groot is geslaagd, klein is kneuterig?

Het moet gezegd, kleinschalige evenementen klinken vaak minder aantrekkelijk dan omvangrijke projecten. Grootschalig klinkt altijd als geslaagd, positief en versterkend. De term kleinschalig krijgt al snel de indruk kneuterig of passé te zijn. Het appelleert – ten onrechte –  aan bekrompenheid en navelstaarderij.

Niets is minder waar. Kleinschaligheid kan ook betrekking hebben op iets dat op mensenmaat ontwikkeld is, met oog voor de lokale behoeften, verbindend, karakteristiek of aandachtig voor de eigenheid van een buurt. Kleinschaligheid zorgt voor gemeenschapsvorming. Denk aan lokale culturele evenementen, wijkwerking van de politie of buurtsupermarkten.

Gemeenschapsvorming is een noodzakelijk proces waarbij burgers elkaar herkennen en erkennen als deel van hun gemeenschap, ongeacht hun huidskleur, religie, geaardheid, beperking, enzovoort

Die gemeenschapsvorming is een noodzakelijk proces waarbij burgers elkaar herkennen en erkennen als deel van hun gemeenschap, ongeacht hun huidskleur, religie, geaardheid, beperking, enzovoort. Het nadeel van die gemeenschapsvorming is dat ze weinig kwantificeerbaar is. Het gaat over een gevoel van hechting, de overtuiging in een zorgzame buurt te wonen of een subjectief veiligheidsgevoel. Dat valt natuurlijk niet zomaar top-down te creëren als overheid, maar moet net vanuit de gemeenschap zelf worden gecreëerd. Wat wel vaststaat, is dat schaalvergroting gemeenschapsvorming vaak tegenwerkt.

Steun de ‘sukkelaars’

De schaalvergroting heeft op heden al een sterke impact. Vele burgers voelen zich (al dan niet terecht) achtergelaten, verraden door een elite in Brussel. Een gevoel van onrechtvaardigheid maakt zich van hen meester. Er is een hemelsbrede tegenstelling tussen yuppie-politici met sneakers van 400 euro en de situatie in de minder bevolkte wijken waar de laatste bankautomaten uit de dorpen verdwijnen, de volkscafés als laatste ontmoetingsplek de deuren sluiten en de zelfscankassa’s de praatjes in de supermarkt doen verstillen.

Het zijn de sociaal zwakkeren die bij schaalvergroting uit de boot vallen. Zij kunnen zich vaak minder evident verplaatsen naar de nieuwe grote cultuurtempel in een hectisch stadscentrum, zij hebben niet de laatste nieuwe app waarop ze een afspraak kunnen maken bij het stadsloket en zij kunnen al zeker geen QR-code scannen om een koffie in een hippe bar te bestellen…

Schaalvergroting leidt tot een groter wordend deel van de bevolking dat noodgedwongen thuisblijft. Ontmoetingen worden schaarser, het isolement groter. De Amerikaanse presidentskandidaat Hillary Clinton omschreef exact die groep – met een afschuwelijke laatdunkendheid – als the deplorables, de sukkelaars van de samenleving die (opnieuw) als kneuterige, bekrompen, nationalisten werden aangezien. Welnu, een gemeenschapsgericht beleid ondersteunt net die ‘sukkelaars’, geeft hun de kans om volwaardig deel uit te maken van de samenleving, brengt mensen met verschillende achtergronden samen en versterkt zo de gemeenschap.

Afweging en compensatie

Beleidsmakers staan voor moeilijke tijden. De budgettaire krapte dwingt politici om moeilijke keuzes te maken tijdens de formaties van de Vlaamse en federale regering. Soms zit er niets anders op dan financieel te snoeien in de werkingsmiddelen van deze of gene organisatie. Bomen groeien niet tot in de hemel, nietwaar?

Toch pleit ik ervoor dat ook de niet-kwantificeerbare waarden, zoals warmte, hechting en gemeenschapsvorming steeds worden afgewogen tegen de financiële tabellen. Kleinschaligheid moet daar op haar eigen merite worden beoordeeld en schaalvergroting mag gerust met een gezonde dosis argwaan worden bekeken.

Initiatieven die de gemeenschap versterken, zoals het promoten van het Nederlands, het samenbrengen van verschillende etnische achtergronden en de versterking van lokale buurten door de ondersteuning van buurtfeesten, kan samenhorigheid in de hand werken. Zo kan de ene financieel noodzakelijke schaalvergroting gecompenseerd worden door een andere bewust gekozen kleinschaligheid. Zo missen we niet de trein van de economische groei, maar laten we ook onze gemeenschap niet achter. Willen we dat afspreken?

Sven Lievens is nationaal bestuurder van Jong N-VA, voorzitter van Jong N-VA District Antwerpen en hij zal deelnemen aan de Antwerpse gemeenteraadsverkiezingen. Sven is werkzaam als mandaatassistent aan de Universiteit Antwerpen. De auteur schrijft in eigen naam.

Commentaren en reacties