JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Er is nog goesting, maar geen dash meer

Danny Geerts9/5/2018Leestijd 3 minuten
Bart De Wever, op zoek naar de dash

Bart De Wever, op zoek naar de dash

foto © Reporters

Het Belgische stabiliteitsprogramma (SP) 2018-2021 voorziet in 2018-2019 slechts een kleine verbetering van het structureel vorderingensaldo. Het gros van de inspanning wordt in 2020 na de verkiezingen gelegd.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het Belgische stabiliteitsprogramma (SP) 2018-2021 voorziet in 2018-2019 slechts een kleine verbetering van het structureel vorderingensaldo. Het gros van de inspanning wordt in 2020 na de verkiezingen gelegd.

Ontwikkeling structureel vorderingensaldo in % punten van het BBP

2018201920202018-2020
Nagestreefde verbetering van het structureel vorderingensaldo in het HRF-advies van maart 20180,25 % punten0,60,151,0
Nagestreefde verbetering van het structureel vorderingensaldo in het SP 2018-2021 van april 20180,060,180,610,86
Verwachte ontwikkeling volgens EU-commissie mei 2018-0,1-0,3

 

Daar waar de Hoge Raad voor Financiën nog uitging van een structureel vorderingentekort in 2017 van 1 % van het BBP werd dat in het SP 2018-2021 0,86 %, waardoor globale inspanning 2018-2020 naar beneden kon worden herzien.

De EU-commissie (die een enigszins andere methodologie gebruikt) gaat uit van een structureel vorderingensaldo in 2017 van 1,3 % van het BBP. Bovendien verwacht de EU-commissie in 2018-2019 een verslechtering van het structureel vorderingensaldo van 0,4 % punten van het BBP. Daardoor zou de te leveren inspanning voor de volgende regering 1,7 % van het BBP worden.

In het discours van de federale regering en De Wever wordt er van uit gegaan dat de in het SP 2018-2021 geformuleerde -weliswaar bescheiden- doelstellingen in 2018-2019 simpelweg zullen worden bereikt. Dat dreigt een Russische waarheid te worden, gezien volgens het Federaal Planbureau een verslechtering van het structureel vorderingensaldo bij ongewijzigd beleid van 0,88 % van het BBP word verwacht.

In het SP 2018-2021 wordt niet ingegaan op de te leveren inspanning gegeven de verslechtering van het structureel vorderingensaldo bij ongewijzigd beleid. Die zou in de periode 2018-2019 1,12 % van het BBP of 5 mrd bedragen. Of dit bedrag via het Michel-recept van ” technische correcties en onverwachte meevallers” kan worden weggewerkt, is onwaarschijnlijk.

Di Ruppo I versus Michel I

De Wever en zijn acolieten verkondigen met veel dash dat zijn regering het nominaal vorderingensaldo heeft verlaagd van -3,1 % in 2014 naar -1 % van het BBP in 2017. Volgens het SP 2018-2021 wordt dat -0,7 % in 2019 en volgens de EU-commissie -1,3 %.

Ook als men zich baseert op de EU-vooruitzichten dan zou er onder Michel I een vermindering van het nominaal vorderingensaldo met 1,8 % punten van het BBP worden gerealiseerd tegen maar 1 % van het BBP onder Di Ruppo.

In % van het BBP

2011201420172019
Nominaal vorderingensaldo-4,1 %-3,1-1,0-1,3 (-0,7)
Rentelasten3,63,32,52,2
Structureel primair saldo-0,4+0,3+1,2+0,5 (1,15)

Bron: EU-commissie

Politiek gebruikt men wat goed uitkomt, maar het is beter rekening te houden met de ontwikkeling van de rentelasten en de conjunctuur, en zich te baseren op de ontwikkeling van het structureel primair saldo. Zowel de daling van de rentelasten in % van het BBP als de conjunctuur waren aanzienlijk beter tijdens de regeerperiode van Michel. Het structureel primair saldo verbeterde onder Di Ruppo met 0,7 % punten van het BBP. Onder Michel zou het structureel primair saldo maar verbeteren met 0,2 % punten van het BBP. Zelfs indien men zijn Russische waarheden voor werkelijkheid zou aannemen, dan zou het structureel primair saldo maar verbeteren met 0,85 % punten van het BBP of niet veel meer dan onder Di Ruppo.

Grote overwinning?

Het Overlegcomité heeft het traject van het SP 2018-2021 goedgekeurd dat streeft naar structureel evenwicht in 2020 voor het geheel en de verschillende overheidsniveaus. Zulk akkoord is lang geleden en verleidde minister van begroting S.Wilmes tot lyrische taal: ‘Dit is een grote overwinning voor het coöperatief federalisme. Dit is het bewijs dat het Belgische model, met de nodige werklust en bereidheid, heel goed kan functioneren’.

Het stabiliteitsprogramma bevat geen afspraken over de vorderingensaldi per overheid in de tussenliggende jaren 2018-2019. De cijfers van het HRF-advies van maart 2018 zijn daarvoor niet als bruikbaar gezien, vermits een ander saneringstraject wordt vooropgesteld. Dat relativeert in belangrijke mate de draagwijdte van het bereikte akkoord. Iedereen kan zich vinden in een lege doos.

Danny Geerts is gepensioneerd economist. Hij laat regelmatig zijn licht schijnen op de politiek (en het effect op de economie) in zijn eigen webblog.

Meer van externe auteurs
Commentaren en reacties