JavaScript is required for this website to work.
post

Het ‘afleidingsflamingantisme’ van de N-VA

Björn Rzoska26/2/2016Leestijd 2 minuten

Björn Rzoska (Groen) hekelt het afleidingsflamingantisme van de N-VA.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik vond het een vreemde kronkelredenering van mobiliteitsminister Ben Weyts. In De Tijd van 13 februari 2016 pleitte hij voor een splitsing van de NMBS. De reden? ‘We maken dan onze eigen keuzes met onze eigen centen en we kunnen het spoorbeleid afstemmen op de Vlaamse economische noden (…),’ aldus de minister.

Het was een reactie op de uitspraken van zijn federale tegenhanger Jacqueline Galant die de afwerking van het Brusselse voorstadsnet als voorwaarde stelde alvorens Antwerpen en Gent aan de beurt komen. Weyts had het over ‘afgunstfederalisme’. En daar heeft hij een punt. Brussel, Antwerpen en Gent hebben alle drie nood aan een goed uitgebouwd voorstadsnet. Zeker als je de leefbaarheid van de drie betrokken steden niet alleen wil vrijwaren, maar vooral fundamenteel verbeteren.

En toch is het een kronkelredenering. Immers, de N-VA heeft alle sleutels in handen om Galant op andere gedachten te brengen. Als grootste (Vlaamse) partij in de federale regering kan dat geen enkel probleem zijn, toch? Bovendien zal er ook steun zijn bij CD&V en Open Vld. Er bestaat namelijk een Vlaamse spoorstrategie. die tot stand kwam in het Vlaams Parlement in de jaren 2009-2014 en dat werd kamerbreed goedgekeurd, ook door Groen. Daarin zitten niet alleen de voorstadsnetten, maar ook de investeringen in de economische noden van Vlaanderen. Zoals bijvoorbeeld de tweede – en levensnoodzakelijke – spoorontsluiting van de Antwerpse haven. Waarop wachten Weyts en de N-VA om dit nu door te duwen in de federale regering? Ging het niet allemaal veel vlotter verlopen met de symmetrische coalities op het Vlaamse en federale niveau? Of ligt de MR dwars? Dat kan ik moeilijk geloven. Peter De Roover (N-VA) typeerde recent de MR als ‘de Vlamingen van Wallonië (…), degenen die aansluiten bij de grondstroom in Vlaanderen’ (De Standaard, 9.01.2016). Welaan dan!

Wat Weyts aan Galant verwijt, doet hij zelf. Maar dan in een variant die ik als ‘afleidingsflamingantisme’ omschrijf. Je kan niet de geboekte successen – de loonkostverlaging, de stijging van het ondernemersvertrouwen, het stijgend aantal starters – aan je werk in de federale regering toeschrijven, om dan zonder verpinken het gebrek aan de juiste spoorinvesteringen te linken aan het gebrek aan Vlaamse autonomie. Dat kan je als grootste partij in de Vlaamse én federale regering echt niet maken.

Net zoals ik moeite heb met de verklaring die Weyts geeft als het gaat over het invoeren van de slimme kilometerheffing voor auto’s in Vlaanderen. Elke mobiliteitsspecialist schuift dit als onvermijdelijk naar voor om de files korter te maken. Niet langer het bezit, maar het gebruik van de auto fiscaal reguleren.  Ben Weyts is voor, maar… de Franstaligen zien dat niet zitten en dus herhaalt hij keer op keer dat het niet voor nu is. In Vlaanderen is er nochtans een meerderheid om dit in te voeren. Waarom kan een ‘vergroening’ van de autofiscaliteit wel in Vlaanderen, maar het invoeren van een slimme kilometerheffing niet? We schaffen het BIV en de jaarlijks verkeersbelasting af – die zitten immers op het niveau van de gewesten – en vervangen die door een gebruiksvergoeding afhankelijk van tijd en plaats.

Zeer bizar dat de N-VA als excuus om deze verandering door te voeren, de onwil in Wallonië gebruikt. Afleidingsflamingantisme dus.

 

De auteur is fractieleider voor Groen in het Vlaams Parlement. 

 

Bjorn Rzoska (1973) is historicus, fractievoorzitter voor Groen in de gemeenteraad van Lokeren en fractievoorzitter voor Groen in het Vlaams Parlement.

Meer van Björn Rzoska

Op de viering van tien jaar voorzitterschap van het Vlaams Parlement, sprak Björn Rzoska een bevlogen speech uit ter ere van de afscheidnemende Jan Peumans.

Commentaren en reacties