JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Ze zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse cumulard!

Björn Rzoska11/7/2018Leestijd 3 minuten
Gents standbeeldje

Gents standbeeldje

foto © Reporters / EUREKA

Bjorn Rzoska brengt geen begrip op voor het inroepen van een belangenconflict wat betreft de cumulregeling voor Brusselse verkozenen. Hij ziet bij de N-VA vooral ‘de kracht van de handrem’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ik had het niet verwacht en blijf het hoogst bizar vinden. De Vlaamse meerderheidspartijen, met de N-VA op kop, schreeuwen moord en brand omdat het Brussels parlement de ‘onverenigbaarheid’ – de decumul – wil vastleggen tussen een lokaal uitvoerend mandaat (burgemeester, schepen, voorzitter OCMW) én parlementslid. Daarbij worden zware woorden niet geschuwd: ‘een communautaire atoombom’, ‘een aanslag op de rechten van de Brusselse verkozenen in het Vlaams parlement’ en ‘het op de helling zetten van de democratie’.

Waarover gaat het? Het Brussels parlement is net als het Vlaamse en Waalse autonoom als het gaat om het inrichten van lokale verkiezingen en het vastleggen van het statuut van lokaal verkozenen. Er bestaat een parlementaire meerderheid om te gaan voor een volledige decumul. Een logische optie: hoe kan je 2 jobs nu even goed uitvoeren? Parlementslid is meer dan een fulltime engagement, net als de job van een schepen of OCMW-voorzitter. Eén man/vrouw per mandaat is een gezond principe. Bovendien werk je met een decumul veel minder machtsconcentratie en belangenvermenging in de hand. Het Waals parlement heeft al een gedeeltelijke decumulregeling. De voorstellen van Groen om ook in het Vlaams parlement naar een decumul te gaan, werden gewoon weggestemd. Misschien niet zo verwonderlijk als je weet dat 35,5% van de Vlaamse parlementsleden ook nog een mandaat hebben als burgemeester of schepen.

Vooral de positie van de Vlaams-nationalisten in het hele debat doet wenkbrauwen fronsen. In 2014 beslist de N-VA het communautaire 5 jaar in de koelkast te steken. Een voorwaarde om de liberale MR te overtuigen om in een federale regering te stappen zonder Franstalige meerderheid. Ook CD&V en OpenVld hebben zo kort na de 6de staatshervorming geen zin om opnieuw een communautair rondje te draaien. Dat de N-VA 5 jaar communautair zou zwijgen, geloofden weinigen. De Catalaanse kwestie is voor heel wat Vlaams-nationalisten een uitlaatklep om via een omweg hun droom – een onafhankelijk Vlaanderen – toch ergens te kunnen uitschreeuwen. De vlucht van de Catalaanse minister-president Carles Puigdemont naar Brussel levert interne spanningen op in de regering Michel I, maar de N-VA gedraagt zich als een loyale partner en officieel maakt de partij geen parallel met Vlaanderen.

Uitgerekend als het gaat over het cumuleren van politieke mandaten schreeuwt de N-VA moord en brand. En maakt er een communautaire zaak van. Wat het niet is. Het wordt nog moeilijker te volgen als je weet dat de partij zelf principieel voorstander is van een decumul. De statuten zijn zeer duidelijk. Onder artikel 7.6 staat: ‘Het ambt van burgemeester, schepen of OCMW-voorzitter en een parlementair mandaat is onverenigbaar […].’ Waarom heeft de N-VA het voorstel om te gaan voor een decumul in Brussel dan niet gesteund? Waarom gaat de partij niet vol voor de ‘kracht van verandering’, ook als het gaat om politieke vernieuwing? Net zoals bij de politieke benoemingen in de raden van bestuur van de Vlaamse agentschappen haalt – als puntje bij paaltje komt – de ‘kracht van zelfbediening’ het op het belang van het werken aan een meer transparante en geloofwaardige politiek. Als zelfs de Raad van State en het grondwettelijk hof stellen dat elk gewest op dat vlak autonoom is, dan zie ik geen redenen om niet vol voor de decumul te gaan. Zeker als de spelregels voor elke verkozene in Brussel dezelfde zijn. En zeker als we op die manier meer Vlamingen actief bij de lokale politiek kunnen betrekken. En dan zijn we zeker dat de verkozen Brusselaars in het Vlaams parlement zich voltijds aan hun werk kunnen wijden. In plaats van een bedanking, stuurde het Vlaams parlement een belangenconflict aan het Brusselse parlement. Het resultaat? De decumul zal niet vóór deze lokale verkiezingen, maar ten vroegste in 2025 een feit zijn. De cumulerende PS-burgemeesters in Brussel kunnen nog 6 jaar langer cumuleren en zullen N-VA dankbaar zijn. De kracht van verandering? Eerder de handrem optrekken en gaan voor de stilstand.

Bjorn Rzoska (1973) is historicus, fractievoorzitter voor Groen in de gemeenteraad van Lokeren en fractievoorzitter voor Groen in het Vlaams Parlement.

Meer van Björn Rzoska

Op de viering van tien jaar voorzitterschap van het Vlaams Parlement, sprak Björn Rzoska een bevlogen speech uit ter ere van de afscheidnemende Jan Peumans.

Commentaren en reacties