‘Een eerlijk man, heeft niets dan zijn gelaat’
Volgens Björn Rzoska zette Jan Peumans het Vlaams Parlement op de kaart, in binnen- én buitenland.
foto © Doorbraak/Karl Drabbe
Op de viering van tien jaar voorzitterschap van het Vlaams Parlement, sprak Björn Rzoska een bevlogen speech uit ter ere van de afscheidnemende Jan Peumans.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDeze tekst sprak Groen-fractievoorzitter in het Vlaams Parlement Björn Rzoska eerder vandaag uit bij de huldezitting naar aanleiding van tien jaar voorzitterschap van Jan Peumans.
1 Rechtdoorzee: de eerste kennismaking
‘Rechtdoorzee’. Het is één van de persoonlijkheidskenmerken die jou door mede- en tegenstanders wordt toegedicht. Zo kan iedereen lezen in de biografie ‘Jan Peumans. Een zachte anarchist’ die enkele weken geleden verscheen. En ook ons eerste contact begon met, wat ik zou omschrijven als, een moment van ‘directe communicatie’.
Als ondervoorzitter van Groen gaf ik in de aanloop naar de lokale verkiezingen in 2012 een toespraak op een Ecolo-congres in Namen. Eén van de vragen die ik er kreeg ging over het uiteengevallen kartel CD&V-N-VA dat toch nog op heel wat plaatsen samen naar de kiezer trok. Ik permitteerde me als historicus een uitstapje in de politieke geschiedenis door de toehoorders erop te wijzen dat een samenwerking tussen katholieken en Vlaams-nationalisten nog al eens was voorgevallen in de jaren 1930 met de zogenaamde ‘Vlaamsche Concentratie’. Wat ik toen niet wist, was dat er ook een journalist van Le Soir in de zaal zat die enkele dagen later een klein stukje in de krant schreef en lustig mijn woorden uit de context haalde. De jaren 30 gecombineerd met de N-VA was een evergreen die het goed deed in Franstalig België. Ik kreeg een stevige mail van een in zijn wiek geschoten Jan Peumans – voorzitter van het Vlaams Parlement – met de toenmalige fractieleider van Groen in het Vlaams Parlement, Filip Watteeuw, in kopie. ‘Heb je liever dat ik antwoord?’, vroeg een zenuwachtige Watteeuw enigszins ongerust. ‘Hoeft niet, ik antwoord zelf wel.’ Wat ik ook heb gedaan.
Wat ik toen nog niet wist, was hoe gevoelig de oorlogsgeschiedenis in je eigen familie lag. En hoe die gebeurtenissen de brandstof waren voor je politiek engagement. Nu we elkaar beter kennen is die oorlog en het engagement daarin vaak een gespreksonderwerp tussen ons. Familiegeschiedenissen zijn bewust of onbewust aanjagers om steeds dieper en breder te graven om te begrijpen wat misschien nooit echt volledig te bevatten is. In uw geval een nonkel die op de speelplaats van een school wordt neergeschoten. In mijn geval twee grootvaders die elk aan hun kant van de geschiedenis hebben gestaan. Net zoals jouw vader je omwille van de gebeurtenissen niet graag de politiek zag ingaan, was het bij mijn grootmoeder die me waarschuwde dat ‘politiek een vuil beest is’ in de hoop dat ik zou terugkeren op mijn engagement. We hebben beiden het advies feestelijk de wind in geslagen.
2 Vrijgevochten: Vlaams, sociaal én milieubewust
In januari 2013 leerden we elkaar persoonlijk kennen toen ik in jouw handen de eed aflegde als parlementslid. En al vrij snel werd het me duidelijk dat je – zelfs als parlementsvoorzitter – regelmatig de vrijheid opzoekt om duidelijk je politieke prioriteiten aan te geven. Voor wie de moeite neemt om je 11 juli-toespraken van de afgelopen tien jaar door te nemen, ontwaart al snel drie dominante rode lijnen.
Het zal de toehoorders niet verbazen dat alles in verband met natievorming en identiteit een eerste rode draad is die Jan de afgelopen jaren ontwikkelt. Vaak in een internationale context, kijkend naar Nederland of Catalonië. Nog voor de huidige problemen opduiken, heb je het al over een nefaste beslissing van het Spaanse grondwettelijke hof over het statuut van de regio. Of heb je bewondering voor Paul Magnette die als minister-president in jouw ogen duidelijk maakt dat een regionaal parlement wel degelijk kan wegen op een internationaal handelsakkoord. Het recht op zelfbeschikking van volkeren is voor jouw geen ijdel begrip, maar dan wel gericht op inclusie. Wat me meteen brengt bij de tweede rode draad.
Jan ergert zich – terecht – aan de armoede in Vlaanderen. In 2014 maak je duidelijk dat ‘een maatschappij die zichzelf respecteert, de armoede moet bestrijden. Want armoede is meer dan een tekort aan inkomen, veel en veel meer!’ Vorig jaar wees je de toehoorders opnieuw op de ‘forse armoede in Vlaanderen […] die echt niet schuil gaat achter hoek en kant. Daar luidt het motto: solidariteit.’ Het is één van de grondwaarden die je zou inschrijven in een Vlaamse grondwet of handvest. Merkwaardig om vast te stellen dat het je communautaire uitspraken zijn die wel eens tot een relletje leiden, maar dat je voortdurende aandacht voor het sociale verdwijnt onder de waterlijn.
Net zoals je niet-aflatende aandacht voor alles wat met milieu en klimaat te maken heeft. Een derde rode draad. En opnieuw schuw je de heldere uitspraken niet. Je wijst er op dat ‘in onze dichtbevolkte regio […] natuur en milieu meer en meer onder druk [staan]. Zonevreemde bossen geraken niet beschermd, natuurgebieden worden bedreigd in hun bestaan.’ Het is geen toeval dat in je afscheidsjaar er Gouden erepenningen zijn toegekend aan organisaties en verenigingen die ijveren voor meer bos en propere lucht, of zelf natuur en landschap beheren. Dat je daarbij soms tegen de haren van de Vlaamse regering strijkt, siert je. En dat brengt me meteen bij het laatste deel van mijn toespraak.
3 Voorzitter van het hele parlement: de eeuwige opposant
In de machtsbalans tussen uitvoerende macht enerzijds en de wetgevende/controlerende macht anderzijds, heb je steeds de kant gekozen van het parlement. Los van wie aan de overkant zat, wie minister of minister-president was: het versterken van het parlement is een drijfveer. Als parlementslid een kuitenbijter, één van degenen die ook de achterkamertjes in het Oosterweeldossier voor het eerst bloot legde, loopt er een directe lijn naar de ambitie als parlementsvoorzitter. Je zorgt ervoor dat parlementsleden – als het niet anders kan vertrouwelijk – een dossier kunnen inkijken. Je dwingt af dat de oppositie rechten krijgt om via het zogenaamde ‘gentlemen’s agreement’ een actualiteitsdebat af te dwingen, iets wat sommigen binnen de regering irriteert. Dat we vandaag al op maandag de beslissingen die de Vlaamse regering op vrijdag nam, kunnen inkijken is jouw verdienste. En het principe is je veel waard. Je bent, als ik mag, in die zin misschien een ‘eeuwige opposant’. Zelfs ‘in de meerderheid’. Toen ikzelf als beginnend parlementslid een los draadje opmerkte in een rapport van het Rekenhof over Oosterweel, dwong je de toenmalige minister om twee studies vanuit de achterkamers op tafel te leggen. En toen de conclusies van die onderzoeken op mysterieuze wijze in een krant terecht kwamen, hield je me het hand boven het hoofd en suste de minister in kwestie in plaats van in te gaan op de vraag naar een sanctie.
Laat ik van de gelegenheid gebruik maken om uw opvolger – wie het ook is – op te roepen om te blijven werken aan een sterk parlement. Het is jouw grootste erfenis voor dit huis. En ik weet dat je zelf een aantal mensen naar voor hebt geschoven om in je voetsporen te treden, maar beste Jan: als ervaringsdeskundige weet jij bij uitstek dat ‘de kiezer wikt, de partijvoorzitter beschikt’.
Engagement
Dat het geen makkelijke opgave wordt, mag je beschouwen als een van jouw verdiensten. Je hebt immers dit huis op de kaart gezet. Ook voor het grote publiek. Je hebt dit huis op de kaart gezet, niet enkel in Vlaanderen en België, maar ook in het buitenland. Ook daar zag ik je in je element: de verdediger van de regionale parlementen in Europa, gesprekspartners erop wijzend dat het Vlaams Parlement op hetzelfde niveau staat als de andere parlementen in België, én voor de materies waarvoor het bevoegd is , optreedt als een nationaal parlement (in foro interno, in foro externo). Het wijst nogmaals op je engagement voor een sterk parlement.
Tegelijkertijd ging het er tijdens de informele momenten soms gezellig aan toe. ‘Er wordt te weinig gelachen in de politiek’, liet je je wel eens ontvallen. Dat daarbij niemand werd gespaard, bleek bij een bezoek aan Litouwen waar boeren en groenen in één dezelfde partij opereren. Met pretlichtjes in je ogen stelde je: ‘In Vlaanderen onmogelijk’, schalks kijkend naar hoe ik zou reageren. Maar ook als je zelf lijdend voorwerp was, liet je je de stekelige opmerkingen welgevallen. Of poseerde je bereidwillig op een bankje naast een kabouter, goed beseffend dat die foto binnen de kortste keren de weg naar de media zou vinden.
Eindpunt?
Deze viering markeert een eindpunt. Maar zal het niet zijn, omdat de sporen die je hebt getrokken onuitwisbaar zijn. En daarbij was je rechtdoorzee, zocht je de vrijheid op en gedroeg je je vaak als opposant. Vaak heb ik gezocht naar een beeld dat op jou kan kleven: ‘Een eerlijk man, heeft niets dan zijn gelaat’ van de Nederlandse dichter Jan Greshoff is het dichtste dat ik kom. Betekent dit nu een afscheid? Niet echt. Ik zal je immers met plezier de volgende jaren opjagen om het volgende doel, een doctoraat over de geschiedenis van het Vlaams-nationalisme in Limburg, tot een goed einde te brengen.
Maar eerst deze episode feestelijk afsluiten en in naam van het parlement zeg ik: bedankt Jan!
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Bjorn Rzoska (1973) is historicus, fractievoorzitter voor Groen in de gemeenteraad van Lokeren en fractievoorzitter voor Groen in het Vlaams Parlement.
Bjorn Rzoska brengt geen begrip op voor het inroepen van een belangenconflict wat betreft de cumulregeling voor Brusselse verkozenen. Hij ziet bij de N-VA vooral ‘de kracht van de handrem’.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.