Het gespreide bedje van Betje
Socrates et cetera 35
Het koninklijke gezin
foto © Reporters / DPA
Het gebruik van het oudste kind des konings, Betje voor de vrienden, neemt zulke proporties aan dat het naar moreel misbruik ruikt.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe vraag rees. De vraag rees in de gedachtegangen van uw spelbreker. Waarom is juffrouw Elisabeth van Saksen-Coburg plots een prominent gebruiksvoorwerp van het hof?
Het gebruik van het oudste kind des konings, Betje voor de vrienden, neemt zulke proporties aan dat het naar moreel misbruik ruikt. Tot het schandaal rond de Koninklijk Stichting losbarstte. Toen wist iedereen het antwoord op de vraag. De hofkringen voelden aan hun onfris water wat er aan stond te komen. En ziedaar, de achttiende verjaardag van de jongedame loerde om de Lakense poort. Waarom dat facet van de menselijke evolutietheorie dan niet als oorzaak gebruikt om de tegenaanval in te zetten.
Een blinkende jongedame haalt altijd artikels als tennisvelden zo groot in de boekskes. Oogst applaus bij de burgers met een verstandelijke handicap tot de handen er rood, zwart en geel van zien. Wat vooral opviel bij haar publieke optredens was, dat de spreektaal van de juffrouw vertaald Frans is. Dat ze zeer goed voorgekauwde teksten uit het hoofd kan leren en zich iets minder houterig beweegt dan haar vader. Maar elegant is ze lang niet. Ze is en blijft een boerendochter. Van nobel bloed, dat wel, maar dat vormt niet iemands attitude.
Ongetwijfeld is de familie Coburg een modelgezin. Met wat je gratis toegeworpen krijgt is het niet moeilijk je kinderen graag te zien en te verwennen. Hulp in hoe en wat een gezinsleven is, kreeg de vader van Betje niet van zijn ouders. Albert en Paola hadden geen oudergevoel. Wat mij is aangedaan wil ik mijn kinderen besparen, moet Filip gedacht hebben. De enige gedachte die hij ooit zelf bedacht heeft. Wat hij denkt kan je raden, want de man heeft geen eigenheid. Met één oogopslag heb je het door, als hij buiten de poort komt: dit is een familievader die denkt dat één plus één drie is.
Het familiegevoel dat het koninklijk gezin heeft – voor het eerst in de Belgische geschiedenis – is te danken aan madame Mathilde. Dat verdient applaus, ware het niet dat haar opleiding als logopediste doorslaggevend was om zowel Filip als de bevolking te behagen. Haar lichaamstaal is afkomstig uit een sociaal kookboek en geplakt op haar huid, want diep zit die niet. Na het strelen van een arm kinderhoofdje en de schijn van het aandachtig luisteren naar de lasten van doven en blinden, keert ze terug naar haar kasteel, ploft op een rustbank en laat een zucht die te horen is tot in Tokio. Ik heb hem al een paar maal gehoord, toen hij dankzij een gunstige wind mijn hut passeerde.
In XXL Luxe wordt Betje voorbereid op de taak die haar te wachten staat. Een voordeel wat geen Belg heeft. Die moeten solliciteren voor een baan. Dat blijft Betje bespaard. Dan is het niet moeilijk om te zeggen dat het land op haar kan rekenen. Aan wat de Koninklijke Schenking heeft en haar ter beschikking stelt, is het makkelijk het resultaat van haar rekenkunde te vinden. Je moet er geen algebra voor gestudeerd hebben. Er wacht haar nog veel meer lekkers. Zo moet ze niet kamperen om een plaats op te tribune te krijgen voor de uittocht van ’t Ros Beiaard, in de file staan, of wachten op Godot.
Voor de duidelijkheid, Godot is wat een mens ergert in het leven. En wachten is de meest voorkomende ergernis. Gevolgd door het ontkennen van het godsbestaan. Heel wat mensen, waaronder een pak ongelovigen, vinden dat erger dan de holocaustontkenning. Wat ben ik toch een literaire knutselaar! Geen artikel of ik dwaal af. Maar ik troost me bij een van de vele prachtige gedachten van Benno Barnard. Hij staat in zijn versgebakken boek Zingen en kreperen, en luidt, ‘afdwalen is de enige manier om ter zake te komen.’
De schijn van het zijn heeft Betje al onder de schone knie. Te doen alsof men begaan is met het klimaat en het erfgoed. Wat valt er anders te besluiten door het wanbeleid van de Koninklijke Schenking. Dat de schuld doorgeschoven wordt naar de Koninklijke Schenking, naar de bestuursleden Paul Buysse en zijn bendeleden, is om de vorst uit de wind te zetten. In werkelijkheid weet Filip precies hoe de vork aan de steel zit en de steel in de vork. En met hem dochter Betje. Kunnen ze applaudisseren voor activisten si en la, terwijl ze zonder verpinken de boel laten verkommeren. Gewetenloos de kosten van het onderhoud doorschuiven naar wie er niet mag van genieten.
Betje, om ter zake te komen, heeft dringend een ami nodig. Voor bed en bad en bord. Een intimus op straat gevonden. Die haar, desnoods met pruik en zonnebril op – om de Bernadette Soubirous van zich af te houden, niet alleen recepties en paleizen toont, maar ook voedselbanken en banlieues, waarvan geen hoekje schoongemaakt is, zoals gebruikelijk bij hoog bezoek. Oorden waar het leven is wat het werkelijk is: leven als Job, op een mestvaalt.
Of ze na een trektocht met een straatartiest haar visie over haar leven en het welzijn van de burger zal wijzigen, valt te betwijfelen. Het profitariaat is een erfzonde. Van die geur en smaak raakt een mens slechts verlost als hij in een rijtjeshuis gaat wonen en afstand neemt van zijn omgeving. Zoals Ludwig Wittgenstein deed om zijn pacifisme massa en macht te geven. Betje zie ik dat niet meteen doen. Je moet er een eigen mathematica voor hebben; niet een gespreid bedje.
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.