Het Jesus Liberation Front en de Chinese connectie
Kindeken Jezus enkel ter illustratie. Niet hetzelfde kindeken Jezus als het kindeken Jezus uit deze column.
foto © Unsplash
Het kindje Jezus is gestolen uit de kerststal van het dorp. Alles wijst op rooie Marc die goede connecties heeft met de frietchinees.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVanuit zijn dorp, meestal vanuit het parochiehuis, observeert Marcel ’t Kint, ‘Minister van Straat’, zijn omgeving met alle kleine en grote wereldproblemen.
De gsm zoemde op de keukentafel. ‘Marcel, uwe telefoon!’, riep mijn vrouw. Ik kwam net van het toilet en ging de keuken binnen terwijl ik nog aan mijn broeksriem stond te prutsen. Hoewel ik wist dat het Eli was die me opbelde – zijn naam verscheen op het schermpje – zei ik: ‘Hallo, met Marcel. Met wie spreek ik alstublieft?’ Telefoonmanieren zijn me letterlijk en figuurlijk ingeramd door zuster Immaculata in de lagere school. ‘Hallo? Cel? ’t Is dikke Eli hier. Ge moet direct komen naar ’t dorp!’ Eli klonk buiten adem, nog meer dan gewoonlijk. ‘Iemand heeft kindeken Jezus gepikt!’
Free Jesus!
Toen ik bij de kerststal op het dorpsplein aankwam, stonden Eli en zijn vrouw Irma, Fons de gendarm, stille Benoit en juffrouw Marianne me op te wachten. Juffrouw Marianne was in alle staten: ‘Onze Lieve Heer is uit zijn kribbe, Marcel!’ Ik probeerde de boel op te vrolijken: ‘Een beetje vroeg voor Pasen, hé mannen.’ Fons de gendarm haalde een enveloppe boven: ‘Er lag een briefken bij, Cel. Lees het eens.’ Ik nam de omslag aan, intussen vroeg Irma zich af of iemand de politie moest contacteren. Fons haalde zijn neus op, de vroegere gendarm heeft geen hoge dunk van de politie.
‘Free Jesus! Away with the Xmas stable! The Jesus Liberation Front’, ik las het briefje voor. ‘Het is een tekst in het Engels’, zei juffrouw Marianne opmerkzaam en ze legde haar voorste haarlok in de plooi van haar permanent. ‘Dit is gewoon van een flauwe plezante’, antwoordde ik. Eli duwde zijn buik vooruit: ‘Ik weet wie hierachter zit!’ en hij gooide zijn wijsvinger in de lucht. ‘Marc de facteur, hij is altijd tegen alles wat met de Kerk te maken heeft.’ ‘Behalve wanneer het gaat om pinten te drinken in het parochiehuis’, reageerde ik.
Een socialist!
Juffrouw Marianne riep in paniek: ‘Een socialist! In ons parochiehuis!’ Ze gooide daarbij haar armen op. ‘Marianne’, sprak Irma geïrriteerd, ‘ge doet precies alsof hij rechtstreeks in contact staat met Rusland.’ ‘Nee, maar wel met de frietchinees’, de zachte stem van stille Benoit deed ons allen opkijken. De man zegt niet veel, maar als hij iets zegt dan is het er meestal boenk op.
‘Wat bedoelt ge, Benoit?’, vroeg Fons. ‘Marc heeft begin deze week aan de toog van ’t parochiehuis verteld dat de frietchinees boos is op de kerststal.’ ‘Waarom?’, informeerde ik. ‘Het zijn heidenen!’, Marianne bleef in haar hysterie hangen. ‘Nee,’ fluisterde Benoit, ‘de stal staat voor het zicht van de frituur en de uitbaters zeggen dat mensen daardoor minder frieten komen kopen.’ ‘Klinkt niet onlogisch’, zei Fons terwijl hij over zijn kin wreef. ‘Trouwens, rooie Marc is volgens mij geen socialist meer, zulle’, zei Eli. ‘Ik heb me laten vertellen dat ze hem gevraagd hebben om de lijst van het Eigen Belang te gaan staan.’ ‘Daar verschiet ik niet van’, knikte ik, ‘hij heeft het altijd over “die bruine mannen” en over hoe de politie er te weinig op klopt met de matrak.’ Fons de gendarm zweeg.
‘Ten pakskes friet’
Fons, Benoit en ik waren na het verhaal van Benoit naar het parochiehuis gestapt, wetende dat Marc er zijn pint zat te drinken. De anderen bleven aan de kerststal in het geval er nog kidnap-plannen zouden bestaan voor de andere beelden. ‘Marc!’ Cafébazin Magda schrok even op van de forse stem van Fons terwijl ze haar glazen stond te spoelen. ‘Ha, de Fons, den Benoit en de Cel. Is er iets mannen?’, Marc bleek zich van geen kwaad bewust.
‘Ge weet maar al te goed dat er iets is. Waar is kindje Jezus?’ Fons kon verdorie streng zijn. Het is dan ook een oud-rijkswachter. ‘Ik weet van niks jongens’, Marc dronk van zijn pint. ‘Lieg niet Marc’, Fons hield de brief op. ‘Fons, Cel, Benoit, ik heb niks met het Jesus Liberation Front te maken!’ Ik reageerde: ‘Wie heeft er hier iets gezegd over een Jesus Liberation Front, Marc?’ Marc werd rood: ‘Ha, gij hé Cel…’ De weerstand van de vroegere postbode brak snel. Blijkbaar had hij in ruil voor tien gratis pakjes friet het kindje Jezus gestolen en bij hem in de garage verstopt. De deal tussen Marc en de frietchinees werd beklonken via sms. Hij liet ons de berichtjes lezen.
Frietchinees: ‘Hi Marc. In the frituur we asked you if you could take away the kerststal.’
Marc: ‘That I know. But I can’t say: I am taking away the kerststal for the friet Chinese guys.’
Frietchinees: ‘Let’s make a deal. You do something with the kerststal and we give you ten pakskes frieten.’
Marc: ‘OK. I will steal little Jesus. There will be panic.’
Frietchinees: ‘OK.’
Marc: ‘I like the mayonnaise.’
Frietchinees: ‘We know.’
Het kindje Jezus ligt inmiddels terug in de kerststal. We zijn ook langs geweest bij de frietchinees. Volgend jaar schuiven we de kerststal twee meter op waardoor de gevel van de frituur beter te zien is. We ontvingen als bedanking allemaal een pakje friet. Dikke Eli kreeg er twee.
Marcel 't Kint observeert het dorpsleven en de wereld om hem heen. Hij beoefende twaalf stielen en beging evenveel ongelukken.
De familie van Marcel komt samen in Salons Het Conclaaf voor een barbecue. Vrij snel blijkt de politiek een ‘hot issue’.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.