JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Palmzondag en de prinses

ColumnMarcel t Kint24/3/2024Leestijd 3 minuten
In een videopost op X onthulde Kate Middleton dat ze kanker heeft.

In een videopost op X onthulde Kate Middleton dat ze kanker heeft.

foto © X

Marcel zijn vrouw maakt zich zorgen om prinses Kate en Dikke Eli heeft een ‘vraagsken’. Het is weer een doodgewone zondag in Braambeke.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vanuit zijn dorp, meestal vanuit het parochiehuis, observeert Marcel ’t Kint, ‘Minister van Straat’, zijn omgeving met alle kleine en grote wereldproblemen.

‘Hebt ge het gehoord, Cel? Het kind heeft kanker.’ Ik zat mijn kruiswoordraadsel in te vullen en antwoordde met wat gegrom. ‘Het is toch wreed. Zo jong nog.’ Ik gromde nog wat. ‘En dan die kinderen… en zo ne jonge man alleen, dat is toch niet te geloven?’ Ik besloot op te kijken: ‘Wablieft? Over wie hebt ge het?’ ‘Awel’, zei ze geprikkeld, ‘over Kate!’ ‘Wie?’, vroeg ik oprecht. ‘Kate van William, Marcel!’ ‘Moh!’, ik haalde mijn schouders op en ik verdiepte me terug in mijn kruiswoordpuzzel. ‘Gaat gij ook zo reageren als ik u zou vertellen dat ik kanker heb!?’ Ik gromde weer: ‘Nee. Maar gij zijt ook zo jong niet meer.’ Ze sloeg met haar deel van de krant op mijn hoofd. ‘Marcel!’

Antef

‘Ik snap niet hoe ge zo met die prinsen en prinsessen kunt meeleven’, verdedigde ik me. ‘Het is tenminste menselijker dan uwe politiek! Liever Kate dan die oranje Trump!’ repliceerde ze. Ik begreep het verband niet. ‘Hier zie, met uw royals’, wees ik op mijn puzzel, ‘zeg me dit eens: “oud-Egyptische koning” met vijf letters.’ ‘Ik zou eerst zeggen “Antef”, maar dat is waarschijnlijk te moeilijk voor uw puzzelken, dus zal het “farao” zijn.’ ‘”Farao”, ja… dat past bij horizontaal “Griekse letter”, …“delta”.’ Ik keek op: ‘Antef?’ ‘Ja’, zei ze slim, ‘dat is een farao. Sommigen noemen hem ook Intef. Zoek hem maar op.’

Ze stond recht, legde haar krant aan de kant en wandelde naar de keuken met haar neus de lucht in. ‘Ik wist niet dat ge tijdens uw verpleegsterstudies een specialisatie egyptologie gevolgd had?’, terwijl ik het zei pakte ik haar deel van de krant en keek naar de foto van de mooie prinses die het wereldnieuws domineerde omwille van haar ziekte. Mijn immer intelligente vrouw had, zoals steeds, gelijk. Het is wreed dat een jonge moeder getroffen is door die vreselijke ziekte, of ze nu prinses is of niet. Mijn vader stierf aan longkanker, hij was 70 jaar, jonger dan ik nu. En toch voelde dat in die tijd niet aan als jong. De deurbel klonk.

Vriendendienst

‘Ah, Marcel!’ Het was dikke Eli, mijn beste vriend. ‘Een vraagsken’, en omdat hij mijn beste vriend is, weet ik dat wanneer hij ‘een vraagsken’ heeft, ik moet opletten. ‘We gaan op Palmzondag een ezel in de kerk zetten en…’ ‘Een ezel?!’, onderbrak ik. ‘Ja, ’t is dat ezeltje van op de dijk. Een oud braaf beestje, we mogen het gebruiken voor in de dienst.’ ‘Waarom wilt ge een extra ezel in de kerk zetten? Er zitten er daar toch al genoeg.’

Dikke Eli grijnsde eens en ging verder: ‘Trouwens, weet ge hoe het beestje heet, Marcel?’ Ik knikte van nee. ‘Barabbas! Da’s een goeie, toch?!’. ‘Gij zegt het’, antwoordde ik bijbels. ‘De pastoor gaat vanop de rug van die ezel het lang evangelie voorlezen. En ik wilde vragen of dat gij die ezel wilt vasthouden, voor het geval hij wild wordt.’ ‘Kunt gij dat zelf niet doen?’, stribbelde ik tegen. ‘Ha, nee hé, Cel! Ik ben de verteller, de pastoor leest het stuk van Ons Heer en juffrouw Marianne leest de andere rollen.’ Ik beeldde me in hoe juffrouw Marianne met haar hoed op – ze draagt om de een of andere reden altijd een hoed in de kerk – ‘Barabbas! Barabbas!’ stond te schreeuwen. ‘Kunt ge echt niemand anders lastigvallen om die ezel in bedwang te houden?’

Barabbas!

Daar stond ik dan op zondagmorgen, vooraan in de kerk van Braambeke met de teugels van een oude ezel in mijn handen. Onwennig komt het dichtste bij een goede omschrijving van hoe ik me voelde. Ik zou alleszins geen beter synoniem vinden mocht ik het moeten invullen in mijn kruiswoordpuzzel. Onze bejaarde pastoor zag er goed uit in zijn rode kazuifel, ook al houdt hij meer van groen. Links van de ezel stond juffrouw Marianne, rechts naast mij stond Dikke Eli.

‘Jij was ook bij Jezus van Nazareth’, las Marianne voor met haar rode hoed op. Het leek wel de prinses Kate van Braambeke. Hoewel, terwijl ze voorlas sprak ze met heel veel diftong waardoor ze eerder klonk als een preutsere versie van Xaviera Hollander. Gelukkig kan de oude schooljuffrouw me niet opwinden. De ezel hield zich heel koest. De woorddienst scheen een eeuwigheid te duren. Tot het ogenblik dat de menigte in de vorm van juffrouw Marianne schreeuwde: ‘Kruisig hem!’ Het klonk opnieuw als een galmende en wulpse uitnodiging. Hoe minder volk, hoe meer galm in de kerk.

Ik zag de staart van de ezel opspannen als antwoord op het verzoek van juffrouw Marianne en toen, op het ogenblik dat Pilatus zei: ‘Wat voor kwaad heeft hij dan eigenlijk gedaan?’, vielen er enkele vlaaien van de ezel voor de voeten van juffrouw Marianne. Zij schrok op en zei iets wat volgens mij niet in het evangelie staat: ‘Verdomme! Hij staat hier … ik bedoel …hij ontlast zich hier!’ Dikke Eli las onverstoord verder: ‘Omdat Pilatus het volk tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij.’ Even twijfelde ik, maar ik besloot wijselijk om niet met de ezel weg te wandelen, al was de verleiding echt groot.

Marcel 't Kint observeert het dorpsleven en de wereld om hem heen. Hij beoefende twaalf stielen en beging evenveel ongelukken.

Meer van Marcel t Kint
Commentaren en reacties