Het kennelijk gebrek aan democratie
Hendrik Vuye over de inzet van 2014
De Standaard vroeg aan Hendrik Vuye wat de inzet zou moeten zijn van de verkiezingen van 25 mei 2014. Knack vroeg dat aan Peter De Roover [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/de-inzet-voor-2014-rustige-vastheid-tegen-verandering-stilstand-tegen-avontuur]. Ook Vuyes antwoord onthouden we niet aan de lezer van Doorbraak. Hij argumenteert dat België weinig democratisch is daar de optelsom van twee democratieën niet noodzakelijk een democratie is. Hij wijst er ook op dat Vlaamse en Franstalige partijen hun programma onmogelijk kunnen verwezenlijken binnen een Belgisch kader. Slechts een confederaal België kan een democratisch België zijn. Wie de burger echt ernstig neemt, neemt ook het confederalisme ernstig.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVerkiezingszondag wordt de hoogdag van de democratie. Vanaf maandag 26 mei is het ‘business as usual’. Het formatieberaad verloopt in de grootste geheimhouding onder toezicht van de koning. Deze ‘geheimhouding’ en de rol toebedeeld aan een niet verkozen orgaan, stroken niet met de democratie. In Nederland wordt de formatie aangestuurd door de tweede kamer. Alle verslagen zijn openbaar en er wordt in het parlement over gedebatteerd. Waarom is dit anders bij ons?
Het gebrek aan interne democratie van de politieke partijen
Sommigen zullen argumenteren dat de Belgische democratie werkt via de politieke partijen en hun congressen. Dat is onjuist. De resoluties gestemd op de congressen zijn summier en laten interpretatie toe. Bovendien werkt het zo niet. Recent gooide VLD-voorzitster Gwendolyn Rutten het confederalisme in de prullenmand, zonder de leden te raadplegen. ‘Ik ben voorzitter, ik bepaal de koers’, waren de stoere woorden van de voorzitster van ‘de partij van de burger’. In zijn memoires stelt Jean-Luc Dehaene (CD&V) resoluut dat het ‘een vaste traditie’ is binnen CD&V om congresresoluties ‘te laten voor wat ze zijn’.
Het zelfverklaarde middenveld maakt de kiezer monddood
Anderen stellen dat België een consensusdemocratie is. Partijen en hun middenveld sluiten akkoorden. Dit betekent dat akkoorden worden afgekocht door ‘ieder het zijne te geven’, getuigt Dehaene. Dit model werkt alleen maar in tijden van overvloed. ‘Afkopen’ is immers net het tegendeel van beleid voeren. En bovendien, wat is dat middenveld? Neem nu het ACW. Hoeveel leden van de Christelijke Mutualiteit weten dat het ACW pretendeert ook namens hen te spreken? En toch, de CM zit in de ACW-koepel. Dit is geen democratie, maar een schimmenspel.
In een democratie wordt rekening gehouden met de stem van de kiezer. Bij welke mutualiteit hij is aangesloten, is niet relevant. En wat is het ACW? Het is geen politieke partij, maar er zijn wel ACW-ministers en parlementsleden. Hoe kan dat? Wat laat dat zelfverklaarde middenveld eigenlijk toe om de wil van de kiezer opzij te schuiven? Om nog maar te zwijgen over de kennelijke belangenvermenging in sommige dossiers, waaronder Dexia. Consensusdemocratie is schijndemocratie.
Wat Europa ons leert
Europa leert dat de optelsom van vele democratieën niet één grote democratie is. Er bestaan al geen Europese verkiezingen, maar wel verkiezingen georganiseerd per land. De technocratie Europa verdraagt de democratie niet. Dit bleek ten volle in 2011 toen de Griekse eerste minister Gorgios Papandreou voorstelde om een referendum te organiseren over de schuldafschrijving. Dit was absoluut ondenkbaar. Maar waarom toch? Denkt men dat de Griekse burgers niet ingelaten zijn met hun lot?
Iets gelijkaardig speelt zich in België af. Op 73-jarige leeftijd werd ere-gouverneur van de Nationale Bank Robert Vandeputte minister. Hij dacht, als expert, het beleid te kunnen sturen. Nadien schreef Vandeputte een lezenswaardig boek ‘Een machteloos minister’. Hij is bitter. Hij noemt het regeringsgezag uitgesproken zwak. Hij voegt eraan toe dat het volk vaak de waarheid wordt verzwegen. Belgische regeringen zijn machteloze regeringen.
Een democratie kan maar een krachtig beleid voeren wanneer er een minimum aan overeenstemming bestaat omtrent de richting van het te voeren beleid. Deze minimale overeenstemming bestaat bij de Franstaligen. Ze bestaat ook in Vlaanderen. Ze blijkt al jarenlang onvindbaar in federaal België.
De kiezer stemt voor paarden, maar krijgt dromedarissen
Maar eigenlijk is verkiezingszondag boerenbedrog. Die dag is er niet één verkiezing, maar twee verkiezingen. Franstaligen en Vlamingen stemmen voor eigen partijen, volledig los van elkaar. Nadien blijkt ook hier dat de optelsom van twee democratieën geen grotere democratie is. Vlaamse partijen dienen zich bij de kiezer aan met voorstellen over lastenverlaging, pensioenhervorming en begrotingsevenwicht. Niets daarvan zal worden gerealiseerd, want de andere democratie noemt dit ‘oude recepten’. Maar ook de ‘nieuwe recepten’ van Franstalig België worden niet uitgevoerd. Het programma van de partijen is een fata morgana in een Belgische woestijn. Noch de Vlaamse, noch de Franstalige partijen kunnen hun programma realiseren binnen België. De kiezer is de dupe van elke Belgische verkiezing. Hij krijgt een onduidelijk ‘compromis’. Gaston Eyskens stelde het gevat: een dromedaris is een paard dat door de ministerraad is gestapt. Maar de kiezer heeft voor paarden gestemd, niet voor dromedarissen.
De zesde staatshervorming werkt dit immobilisme nog in de hand. Bevoegdheden worden op een bijzonder versnipperde wijze overgedragen. Inzake zorg zijn de deelstaten bijvoorbeeld bevoegd voor bejaardenzorg, maar niet voor thuisverpleging. Maar hoe kan men dan een bejaardenbeleid voeren, zonder bevoegd te zijn voor thuisverpleging? Het overlegcomité -de verzameling van alle regeringen van dit land- zal een soort van superregering worden waar vele afspraken dienen gemaakt. Paarden zullen er worden omgetoverd tot dromedarissen. Dit komt democratie en goed bestuur echt niet ten goede.
Wie blokkeert dit land eigenlijk?
In aanloop naar verkiezingszondag zal men de Vlaamse kiezer de stuipen op het lijf jagen. De financiële markten -lees: de geniale topbankiers die aan de basis liggen van de crisis- willen geen avonturen. We kunnen ‘dit land’ niet ‘opnieuw’ gedurende ‘541 dagen blokkeren’. Helaas, dit land is permanent geblokkeerd. Wie geen nieuwe staatshervorming wil in 2014, wil deze blokkering bestendigen. Dit is een waarheid die men aan de kiezer verzwijgt.
Of men het nu graag hoort of niet, een democratisch België impliceert een verregaande defederalisering van bevoegdheden. Dan pas zal verkiezingszondag echt beslissend zijn en zullen partijen een deel van hun beloftes kunnen realiseren. Zo hoort het in een democratie. Een democratisch België, dat zou de inzet van de verkiezingen moeten zijn.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Hendrik Vuye is doctor in de rechten, master in de criminologie en master in de filosofie. Hij is gewoon hoogleraar Staatsrecht en Mensenrechten aan Universiteit Namen
Wat wordt er veel gesproken in Vlaanderen over politieke vernieuwing. Alleen blijkt spreken zilver en niets doen goud.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.