JavaScript is required for this website to work.
post

Het overheidsbeslag is nog te groot

Theo Lansloot12/10/2015Leestijd 3 minuten

De federale regering krijgt – schoorvoetend – lof.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 3 oktober 2015 publiceerde De Tijd onder de titel ‘Er is sedert lang weer een luisterend oor’ de eerste beoordeling van de federale regering door Herman Daems, voorzitter BNP Paribas Fortis  en de Raad van Bestuur van de KUL. Daems heeft het daarin niet over een aardverschuiving, wat ook niet kan in België met zijn coalitieregeringen en het unieke overlegmodel van zijn maatschappij.

Dit gezegd zijnde, gaat hij verder, leeft in ondernemerskringen wel het gevoel dat er ‘sinds lang weer een luisterend oor is.’ De discussie over de loonkosten en de taxshift gaat in de goede richting. Natuurlijk is het ‘te weinig’. Maar forse bewegingen zijn in dit land – en zeker met de krappe budgetten – niet mogelijk. Een regering is geen bedrijf waar je met een nieuwe CEO bruusk het roer kan omgooien. Dat moeten bedrijfsleiders ook maar eens beseffen.

De auteur vindt het merkwaardig dat deze regering met de N-VA aan boord voor het eerst in tien jaar communautaire rust heeft gebracht. Velen riepen dat het federale niveau zou verschrompelen. Wel, dat is dus niet het geval. Ik vind zelfs dat deze regering meer aan haar trekken komt dan de Vlaamse, zo schrijft hij.

Daems is vrij positief in zijn oordeel, maar is ook bezorgd. Hij mist vooral bij de vakbonden het besef dat de wereld veranderd is. De tijd van het mastodontbedrijf waar mensen hun hele loopbaan werken, is grotendeels voorbij. Maar het sociaal model is wel nog gebaseerd op verworven rechten en barema’s. Dit ruilen voor een flexibel rugzakmodel voor sociale rechten en bijdragen is de boodschap, zo vindt hij.

Het meest bezorgd is Daems over de openbare en particuliere investeringen die al ruim tien jaar slabakken. Er is amper geïnvesteerd in digitale infrastructuur, nieuwe energie, openbaar vervoer en mobiliteit. Dat gaat België zuur opbreken. Het staat stil. Dit lijkt een van de grootste uitdagingen voor deze regering: in de krappe budgettaire context toch ruimte vrij maken voor die noodzakelijke investeringen. De molensteen van de hoge overheidsschuld verhindert echter zich naar de toekomst te wenden.

Daems ziet maar één mogelijkheid om daar snel beweging in te krijgen: bij Europa aandringen om de begrotingsorthodoxie voor structurele investeringen te lossen. 

In Trends van 9 oktober 2015 bekijkt redacteur Alain Mouton van zijn kant de regering Michel die op 11 oktober 2014 van start ging. Hij stelt vast dat die weliswaar geen sociaaleconomische revolutie heeft ontketend maar – in tegenstelling tot wat hier en daar wordt beweerd – niettemin  grondig verschilt van de regering Di Rupo . De versterking van het concurrentievermogen van de ondernemingen was nooit een prioriteit van die vorige regering. Slechts onder druk van Vlaams minister-president Kris Peeters werd in 2013 een competitiviteitspact gesloten.

Charles Michel en co leggen, volgens Mouton, wél de klemtoon op de concurrentiekracht. En dat is positief. Naast de indexsprong is er tegen 2020 in de begroting 2,8 miljard euro voor loonkostenverlagingen gepland. Iets meer dan 2 miljard euro gaat naar een geleidelijke verlaging van de werkgeversbijdragen tot 25 procent. Ook al bedraagt de historische Belgische loonkostenhandicap ten opzichte van de buurlanden tegen het einde van de legislatuur wellicht nog altijd 10 procent, de bedrijven hebben in elk geval ademruimte gekregen.

Maar op een ander domein oordeelt de auteur dat deze regering dringend een paar versnellingen hoger moet schakelen omdat het het begrotingstekort blijft flirten met de 3 procent en dat is een groot probleem. De voorbije jaren heeft België minder bespaard dan andere EU-landen en dat laat zich voelen. Er zal de komende jaren aanhoudend moeten worden gewerkt aan een daling van de overheidsuitgaven. Het overheidsbeslag daalt dit jaar amper met 1 procentpunt tot 53,4 procent. Tegen het einde van de legislatuur zouden de overheidsuitgaven nog altijd boven de 50 procent liggen. De regering-Michel moet zich tot doel stellen om die tegen 2019 te doen dalen tot 49 procent, het gemiddelde van de eurozone.

 Foto: (c) Reporters – Herman Daems

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties