Het regionaal belang
Is de PS confederalistisch? Neen, de PS kent de cijfers, stelt Ludo Verwimp.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDoor vorige week coalitiegesprekken op te starten met cdH nam de PS resoluut plaats in de regiestoel. Doordat ze hiermee de vorming van een federale regering zou hypothekeren werd in Wallonië de PS even later verweten dat ze het land in gevaar zou brengen. En in Vlaanderen werd het cdH paniek aangewreven. Omdat de PS voor de verkiezingen duidelijk had gesteld dit niet te zullen doen – om de N-VA geen cadeau te doen – leek hierdoor een onwaarschijnlijke evolutie te ontstaan. Leek, want wellicht nog onwaarschijnlijker is een veronderstelling waarbij de N-VA deze evolutie niet als één van de mogelijke scenario’s had ingecalculeerd. Waarschijnlijk dus, omdat de N-VA weet dat de PS de cijfers kent.
De door Luc Coene vooropgestelde 14 miljard in een volgende legislatuur besparen vraagt een receptuur van structurele maatregelen. Maatregelen dus die zullen gevoeld worden en niet eenmalig zijn maar zich uitstrekken in de tijd. En daar houdt het niet mee op. De Belgische expliciete staatsschuld bedraagt om en bij de 100% van het bnp. De impliciete schuld – de schuld die België binnen enkele decennia zal ontwikkelen bij ongewijzigd beleid – bedraagt 558 % van het bnp. Wie de cijfers in de door de universiteit van Freiburg gepubliceerde tabellen voor de eerste keer ziet, herleest ze ongetwijfeld, in de veronderstelling dat er ergens een komma vergeten is. De impliciete schuld moet dan nog opgeteld worden bij de expliciete. Zover zal het wel niet komen. De financiële markten zullen lang daarvoor, bij het herfinancieren van de schuld, door hogere intrestvoeten België dwingen tot hervormingen. Niettemin geeft de impliciete schuld een orde van grootte aan inzake toekomstige hervormingen. Dat zijn de cijfers die ook bij de PS in de digitale mappen zitten.
Een PS, met een op status quo gerichte achterban, die zich terugtrekt in de regionale loopgraven wanneer dat soort hervormingen moet worden doorgevoerd ligt dan voor de hand. Temeer daar ze op meerdere fronten bedreigd wordt. In Peter Mertens, die met zijn PVDA+/PTB in Franstalig België enkele verkozenen heeft, zullen Paul Magnette en Elio Di Rupo een vastberaden opponent gevonden hebben. Al zal Mertens zelf zijn partij eerder als een versterking van links zien. Dat de MR stemmen gewonnen heeft zal ook al niet helpen. Een verdere decimering van de PS is dan ook alleen te vermijden als ze zich terugplooit op haar machtsbasis in Franstalig België en tegelijk oppositie kan voeren tegen de hervormingen die er op federaal vlak zitten aan te komen. En waarom dan ook niet enige onwil tentoonspreiden bij het implementeren van de door haarzelf goedgekeurde staatshervorming ? Of pleiten om de degressiviteit in de werkloosheid terug te schroeven ? Dat is een minder expliciete veronschuldiging dan die van de Open Vld, maar ongetwijfeld wel een electoraal lonende. Voordien moet ze wel eerst enige bereidheid tonen om federaal mee te regeren. Kwestie van de oppositie geloofwaardig te kunnen voeren. Een federale regering zonder de PS is dus reëel .
Heeft de as N-VA-CD&V dan, door het uitstellen van de vorming van een Vlaamse regering, getuigd van staatsmanschap en zelfs enige consideratie voor het landsbelang? Heeft de PS daarentegen een confederale modus operandi gebruikt omdat het haar goed uitkwam en daarmee het voortbestaan van het land in gevaar gebracht? Of heeft de as N-VA/CD&V, door zich terughoudend op te stellen, vanuit de stoel van de producer, gefaciliteerd dat de PS de regie, deze regie, kon voeren ? Zijn het de schaduwen uit de grot van Plato die we te zien krijgen, of krijgen we het spiegelbeeld van die schaduwen voorgeschoteld, geprojecteerd door de politieke camera obscura ?
Een federale centrumrechtse regering zal in Vlaanderen op enige sympatie kunnen rekenen. Het is eens wat anders en ze wordt bovendien aan Vlaamse kant gedragen door een meerderheid. Hoewel de algemene teneur is dat ‘we het nog goed hebben’ voelt een meerderheid van de Vlamingen blijkbaar aan dat een welvaartsverdeling, zonder een duidelijke keuze voor welvaartscreatie, vooral een keuze is voor een verdeling van de armoede. Na de regeringsformatie met de VVD zei voorzitter Spekman van de Nederlandse centrum linkse PVDA dat nivelleren een feest is. Voor de Vlaming mag het meer zijn dan dat. De keuze om sociaal-economisch tot Noord-Europa te horen, bijvoorbeeld.
In zo’n regering, waar de N-VA geen aanspraak kan maken op een nieuwe staatshervorming, zal ze vooral moeten wegen op de sociaal-economische richting. Bij elke beleidsbeslissing zal de Baert–doctrine evenwel rigoureus gevolgd worden en zullen, waar dat kan, de kiemen van een confederale staat gelegd worden. Hugo Schiltz stelde ooit dat de Belgische structuur alleen ingrijpend zal kunnen gewijzigd worden na een collectieve verarming van de Vlamingen. Daar staan we aan de vooravond van, tenzij er compromissen zullen worden gesloten die ook duidelijke keuzes inhouden.
Het streven op termijn naar een confederale structuur kan, vanuit behoudsgezinde optiek, ook gezien worden als middel tot pacificatie van de N-VA én dus van de Vlaamse kiezer. Aan een confederalisme, met een in de tijd veel langer – dan de N-VA vraagt – uitgesmeerde solidariteit onder vorm van transfers en daarbij een disproportionele verdeling van schuld en activa kan de voorkeur worden gegeven boven een vasthoudend en mogelijk uitbreidend nationalistisch Vlaams kiespubliek. De potentiële clash wordt zo vermeden en de hervorming zal dan alleszins onderhandeld zijn. Tenslotte verschilt de politiek in dat opzicht niet veel van het gemarchandeer op de rommelmarkt. De door de Vlamingen te betalen prijs voor de vrijheid, zoals Laurette Onkelinx dat al zei. En wie destijds in Le Vif de voorstellen bij de splitsing van het land van o.a. Franstalige professoren heeft gelezen, weet hoe ver disproportionaliteit kan gaan. Als het niet het huidige België kan zijn, dan kan genoegen worden genomen met ‘een’ België.
Nergens ter wereld zal het politieke schaakspel zo boeiend zijn als in België. Boeiend dus , maar alleszins onvoldoende om te vermijden dat met deze verkiezingen het eindspel voor het land in zijn huidige vorm kan zijn ingezet. Al kan dat wel wat langer duren dan sommige Vlaams-nationalisten verhopen. Hoedanook hebben Franstalige partijen in de voorbije weken bewezen dat de verkiezingen kunnen worden gewonnen (al dan niet in de eigen perceptie), dat zelfs een formatie kan worden gewonnen, maar dat tegelijk België kan worden verloren.
Foto: (c) Reporters
Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.
Rani De Leeneer (N-VA): ‘De groeiende spanningen tonen aan dat traditionele partijen aan macht verliezen.’
In Franstalige media was er geen interesse voor het leefloon-verhaal uit Anderlecht. Opmerkelijk.