JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

Forum

Vlaams Artsenverbond pleit voor communautaire gezondheidszorg

Een gesplitste financiering van de Belgische gezondheidszorg leidt tot betere zorg, in noord én zuid, vinden Dr. Jan Van Meirhaeghe en Dr. Karel Vermeyen van het Vlaams Artsenverbond.

Jan Van Meirhaeghe is arts en voorzitter van het Vlaams Artsenverbond (VAV). Karel Vermeyen is arts en lid van het de raad van bestuur van het VAV.

23/12/2023Leestijd 4 minuten

foto © Unsplash

Een gesplitste financiering van de Belgische gezondheidszorg leidt tot betere zorg, in noord én zuid, vinden Dr. Jan Van Meirhaeghe en Dr. Karel Vermeyen van het Vlaams Artsenverbond.

In België worden we geconfronteerd met belangrijke stijgingen van de uitgaven in de gezondheidszorg. Op dit moment bedragen die uitgaven ongeveer 11 procent van het bruto nationaal product. Bovendien wordt een belangrijk deel van de kosten (23 procent) gedragen door de patiënten zelf. Kostenbeheersing is nochtans cruciaal, zeker naar de toekomst toe. 

Het Vlaams Artsenverbond (VAV) streeft naar een Vlaamse gezondheidszorg als onderdeel van een autonome Vlaamse sociale zekerheid om op die manier meer efficiëntie en kwaliteit te realiseren. De argumenten om het beleid en de financiering van de gezondheidszorg toe te wijzen aan de gemeenschappen zijn talrijk. Er zijn grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië in het denken over het gezondheidsbeleid, performantie- en kwaliteitsverschillen, de groeiende financiële uitdagingen in de gezondheidszorg en de noodzaak tot responsabilisering. Dat leidt altijd tot spaarzaam beleid.

De verdeling van bevoegdheden, de fragmentatie tussen zorg en preventie, de trage overleg- en beslissingsprocessen en de tekorten aan zorgverleners remmen een toekomstgericht beleid af. Door de druk op het gezondheidszorgbudget dreigt de solidaire toegankelijkheid bovendien problematisch te worden. Meer efficiëntie zal dan ook noodzakelijk zijn om een solidair systeem te kunnen behouden.

Ziekenhuizen

Er is ook een belangrijk verschil in het ziekenhuisaanbod. In EU-vergelijkingen heeft België een eerder gemiddeld aantal bedden per 1.000 inwoners. Alleen Brussel scoort hoog. Maar de verdeling van ‘zware apparatuur’ tussen het noorden en zuiden van ons land is opmerkelijk.

In Wallonië staan 49 procent meer CT-scanners. In Brussel zelfs 97 procent meer dan in Vlaanderen. Een gelijkaardig beeld voor de magnetische resonantietoestellen (MRI) en de radiotherapie. Dat zijn toestellen met een grote investeringkost en extra personeelsomkadering. Vooral in Brussel moet op dat punt een efficiëntere organisatie mogelijk zijn.

Zorgprogramma

In het zorgprogramma cardiologie stellen we vast dat Wallonië beschikt over meer dan dubbel zoveel erkende hartcentra dan Vlaanderen en 37 procent meer erkende diensten voor hartchirurgie. Het valt op dat in Brussel op één na alle hartcentra ook hartchirurgie uitvoeren.

Een minimum aantal interventies of ingrepen is een voorwaarde om een erkenning te krijgen en te behouden. Het is de vraag of het minimum aantal interventies en ingrepen in elk van deze centra gehaald worden. Nog los van het mogelijk kwaliteitsrisico. Maar het zijn de gemeenschappen en de gewesten die over die erkenning beslissen. Dat heeft geleid tot een ruimer aanbod in Franstalig België.

Uitgaven

Ook de uitgavenprofielen illustreren de verschillende benadering in de gezondheidszorg. De RIZIV-gegevens tonen aan dat in Wallonië in een aantal sectoren de medische consumptie beduidend hoger is. Dat geldt voor de honoraria van specialisten, klinische biologie, medische beeldvorming en geneesmiddelen.

Behalve voor de honoraria van de huisartsen toont Vlaanderen in deze sectoren een relatieve onderconsumptie. Vlaanderen geeft anderzijds meer uit aan psychiatrie en (thuis)verpleging. Brussel scoort vooral hoog voor de honoraria van de specialisten.

Het bestaande beeld dat de geneeskunde in Franstalig België meer gericht is op ziekenhuisgeneeskunde en Vlaanderen meer op huisartsgeneeskunde wordt bevestigd. In de overcomsumptie in labo-onderzoeken en radiologie is zeker efficiëntiewinst te boeken.

Performantie

Het is opvallend dat er ook performantieverschillen zijn tussen noord en zuid. In Wallonië en Brussel is zowel de vermijdbare sterfte door primaire preventie als de vermijdbare sterfte door betere organisatie van de gezondheidszorg beduidend hoger dan in Vlaanderen. In vergelijking met Vlaanderen komt dat neer op een oversterfte van ongeveer 6.500 Walen en 2.500 Brusselaars per jaar.

Volgens recente gegevens is de levensverwachting bij geboorte in België 81,9 jaar, een gemiddelde score in de EU. In Wallonië is dat 79,9 jaar en in Vlaanderen 82,8 jaar

Volgens recente gegevens is de levensverwachting bij geboorte in België 81,9 jaar. Dat is een gemiddelde score binnen de EU. In Wallonië is dat 79,9 jaar en in Vlaanderen 82,8 jaar. Brussel scoort ongeveer het landelijke gemiddelde. Verschillen in socio-economische context en culturele gewoonten kunnen als mogelijke oorzaken worden aangehaald, maar ook de verschillen in de benadering van de gezondheidspolitiek — met name het preventiebeleid en de huisartsgeneeskunde — spelen daarin mee.

Gesplitste financiering

Een efficiëntere, meer gestroomlijnde en kwaliteitsondersteunende organisatie dringt zich dan ook op. Na de zesde staatshervorming bleef de financiering van de gezondheidszorg grotendeels op federaal niveau en werden de overgehevelde bevoegdheden gefinancierd met federale dotaties.

Door de uitdagingen voor de toekomst zowel in de gezondheidszorg als in de andere sectoren van de sociale zekerheid, de duidelijke cultuurverschillen, de vastgestelde performantieverschillen en de precaire begrotingssituatie is het logisch naar een financieringssysteem te evolueren dat toelaat in de gezondheidszorg zowel performantie als kwaliteit te ondersteunen.

Gesplitste financiering

Een gesplitste financiering van de gezondheidszorg biedt mogelijkheden en hoeft geen verlies van solidariteit te betekenen. Wel belangrijk is dat solidariteit op een transparante manier georganiseerd wordt, dat er een aanzet tot responsabilisering komt én een tijdsdefinitie. Alleen op die manier kan een maatschappelijk draagvlak voor die solidariteit bewaard blijven.

Het Vlaams Artsenverbond stelt een decentrale financiering voor waarbij de reële bijdragen van elke gemeenschap aan het gezondheidszorgbudget van die gemeenschap toegewezen worden, aangevuld met onderhandelde en voorwaardelijke solidariteit binnen een afgesproken tijdskader. Bepalen tot welke gemeenschap iemand behoort kan gebeuren op basis van de woonplaats. In Brussel kan dat op basis van de gemeenschapskeuze via de inschrijving in het ziekenfonds.

Het VAV pleit uitdrukkelijk voor een communautarisering en geen regionalisering omdat wij de band met de Vlamingen in Brussel niet willen doorknippen. De niet-transparante transfers worden dus vervangen door een aangepast solidariteitsmechanisme dat toelaat minder performante regio’s te activeren. Om een wettelijke basis voor deze splitsing te realiseren volstaat het om de ‘uitzonderingen’ zoals bepaald in de ‘Bijzondere wet tot hervorming van de instellingen’ aan te passen.

Jan Van Meirhaeghe is arts en voorzitter van het Vlaams Artsenverbond (VAV). Karel Vermeyen is arts en lid van het de raad van bestuur van het VAV.

Commentaren en reacties