JavaScript is required for this website to work.
post

Hoe zou het nog met de B-partijen zijn?

Peter De Roover18/5/2013Leestijd 7 minuten

Hoe fit zijn onze politieke partijen, net één jaar voor de moeder aller verkiezingen? Doorbraak vroeg het aan communicatiegoeroe Peter Frans Anthonissen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Onze gesprekspartner, een van ’s lands meest gereputeerde communicatieadviseurs, is gedelegeerd bestuurder van A&A, een reputatiemanagementonderneming. Hij schreef boeken over communicatie en media, verzorgt een vaste column in het weekblad Trends en is gastdocent aan een aantal universiteiten in binnen- en buitenland. Anthonissen is de geknipte figuur om de fitheid van de partijen in Vlaanderen te beoordelen. ‘Je moet toch eerst een breder kader schetsen over de veranderde maatschappelijke context voor van politieke partijen’, opent hij het gesprek. Dat inleidend vindt u op www.doorbraak.be/nl/nieuws/anthonissen.

Doorbraak: Als we onze tour d’horizon starten langs links dan moeten we beginnen bij Groen, toch?

Peter Frans Anthonissen: ‘We hebben links van Groen natuurlijk nog de PVDA+. Met Peter Mertens staat daar nu een in de media pakkende voorzitter aan het hoofd maar tot nader order spreken we toch over een lokaal verschijnsel, sterk in Borgerhout, Zelzate, Genk en hier een daar een bloeiende afdeling. Maar momenteel zie ik die partij in Vlaanderen geen rol van betekenis spelen.’

Ooit leek Agalev de partij van de toekomst maar de groene politieke stem trappelt al lang ter plaatse.

‘Groen blijft toch een partij voor links-denkende welgestelden, eigenlijk een bourgeoispartij. De kiezers hebben een goed inkomen, lezen kwaliteitskranten, kijken naar Canvas en nemen deel aan het culturele leven. Dat blijft een beperkt publiek. Daar komt bij dat alle partijen ecologische thema’s hebben overgenomen.’

‘Ik merk ook een personele verschraling bij Groen. Mieke Vogels en Jos Geysels wogen op het debat. Huidige voorzitter Wouter Van Besien kwam veel in beeld tijdens de lange regeringsonderhandelingen maar werd sedertdien weer minder zichtbaar. Mieke Vogels, daar was je voor of tegen, maar ze liet niemand onverschillig. Haar Antwerpse flair gaf haar charisma.’

‘Voor een luxepartij als Groen zit het niet goed als een economische crisis mensen doet vrezen voor hun job en welvaart. Iedereen beseft dat er nu geen ruimte is voor een gesubsidieerde groene Sinterklaaspolitiek. Groen zit wellicht ook dikwijls te ver van het GBV, het Gezonde BoerenVerstand, dat de meeste kiezers wel hebben. In zijn concurrentiestrijd met de sp.a mist Groen dan weer de steun van een apparaat als de socialistische zuil. Links in Vlaanderen vormt vandaag een duidelijke minderheid en het zou logisch zijn als Groen en sp.a fuseerden. Samen kunnen ze tussen de 20 % en 25 % halen in Vlaanderen en zoals de kaarten vandaag liggen, worden ze daarmee overduidelijk de nummer twee.  Ik stel vast dat socialisten en groenen ook in alle ons omringende landen aparte partijen vormen.’

Weinig bevlogen

Dus moet sp.a zelf een wervend verhaal vinden.

‘Die partij bestaat enerzijds uit vertegenwoordigers van het klassieke partijpolitieke machtsapparaat, die taaie erfenis van een eigenlijk al voorbij verleden. Daar staan de loftsocialisten tegenover, de Freya’s, de Steves, de Patricken, de Kerbachen. Patrick Janssens weigerde zich in zijn campagne socialistisch te noemen en gebruikte de naam van zijn partij amper. Ik kan daar zelfs begrip voor opbrengen.’

‘De kaarten voor een socialistische partij in Vlaanderen liggen dan ook slecht. Enerzijds heb je het stampubliek van arbeiders, 9-to-5-bedienden, werklozen en rode ambtenaren. In een welvarend Vlaanderen neemt dat kiespotentieel af en daarenboven werd dat klassieke kiespubliek in de jaren 1980 en ’90 weggezogen door het Vlaams Blok. De sp.a doet amper moeite om die zogenaamde “bange blanke man” terug te winnen.’

‘Welke kiezers komen in de plaats? De sp.a werd een kleine middenpartij. Anderzijds telt ze nog veel topambtenaren in haar rangen, is ze sterk oververtegenwoordigd in sectoren waar de overheid een vinger in de pap heeft. Sp.a, in Vlaanderen met wat geluk 15 % zwaar, levert twee op vijf Vlaamse provinciegouverneurs. Er wordt nog gemeten met maatstaven die absoluut niet meer representatief zijn voor de krachtsverhoudingen van vandaag. In zo’n omgeving is het wellicht niet gemakkelijk om zich weer uit te vinden.’

De sp.a is toch druk bezig met herbronnen?

‘De eerste teksten zijn technocratisch, detailistisch en weinig bevlogen. Neem het hoofdstuk gezondheidszorg; bij een linkse partij verwacht je toch een beetje, laat ik maar zeggen “geneeskunde voor het volk”-inbreng. Die is er niet. Wellicht terecht, want met het oude ideologische socialistische verhaal win je vandaag in Vlaanderen geen stemmen. De Franse president Hollande zette daar op in en faalt over zowat de hele lijn. Bij ons weet nu wel iedereen dat er niet zoiets bestaat als een free lunch. Het gratis-verhaal is zelfs in de wieg Hasselt opgedoekt. Zet de sp.a weer sterk in op ideologische zuiverheid, dan schuift ze weg naar de marge. Wil ze zich wat moderner profileren, dan komt ze terecht in het overbezette centrum.’

Kan een partij die de jongste 25 jaar liefst 21 jaar in de regering zat een geloofwaardig vernieuwingsverhaal neerzetten?

‘In landen als Frankrijk, Duitsland of Groot-Brittannië komen linkse partijen aan de macht als (centrum-)rechts slijtageverschijnselen begint te vertonen en omgekeerd. Hier wordt amper of niet afgewisseld in het beleid. Mede door de tweedeling van het land zijn hier – zeker als de grootste uit het land en dus ook Vlaanderen niet meedoet – coalities nodig met zoveel partijen dat de ene regering amper lijkt te verschillen van de vorige. In Vlaanderen bestaat sterk de indruk dat alles in België wordt gebetonneerd door de Franstalige overzijde. Partijen die (bijna) steeds deel uitmaken van die eeuwigdurende coalities, verliezen daarom veel aan aantrekkingskracht bij de kiezer.’   

ACW-schade is groot

We schuiven zo op naar het vleesgeworden centrum: CD&V.

‘Voorstanders noemen die partij een baken van stabiliteit en betrouwbaarheid; tegenstanders ergeren zich aan de saaie grijsheid en het enerzijds/anderzijds-imago. CD&V zet in op degelijkheid. Je ziet in alle communicatie het beeld opduiken van de ploeg die het roer in handen neemt waar anderen hun verantwoordelijkheid ontlopen. Dat imago past bij de partij van Leo Tindemans, Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, Herman Van Rompuy. Kris Peeters kan mooi in dat rijtje worden gecommuniceerd. Hij vertegenwoordigt de partij die in crisistijd geen avonturen aangaat.’

‘Door het gigantische succes van N-VA wordt het echter moeilijker om dat beeld in stand te houden. Slechts drie jaar geleden was CD&V nog de grootste van Vlaanderen, nu komt ze een straatlengte achter N-VA, levert ze geen Belgische premier meer en vragen mensen zich af of ze nog wel echt weegt op de koers van de federale regering.’

‘CD&V moet inzetten op de rustige vastheid van de Europese president en de sterke voorman van de Vlaamse regering. CD&V staat mijlenver achter in de peilingen maar Kris Peeters houdt wel gelijke tred met Bart De Wever. Op federaal niveau zie ik niemand echt wegen. Koen Geens begon sterk en had zijn reputatie als professor en topadvocaat mee. Maar dat krediet verspeelt hij in snel tempo met onhandigheden zoals roekeloze uitspraken over het belasten van de spaarboekjes.’

Waar liggen de kansen, waar de gevaren voor CD&V?

‘Kris Peeters moet uitpakken met de successen op Vlaams niveau. Daar kan collega-regeringspartij N-VA hem uiteraard niet op bekritiseren. De enige regering met een begroting in evenwicht, dat is een prestatie die mag worden gezien. Deze zomer trekt minister-president Peeters met zijn Nederlandse collega Rutte op handelsmissie naar Texas. Dat past in het beeld van de bekwame bestuurder.’

‘Maar Peeters kampt ook met zaken die moeilijk communiceerbaar zijn. CD&V zit in de regering-Di Rupo, de belastingregering die bij elke budgetcontrole meer en meer geld moet zoeken. Ten tweede haalt de zesde staatshervorming absoluut niet het beloofde tempo. Deze zomer moest de zaak zowat rond zijn, het zal minstens een jaar langer duren en daarna volgen jaren van uitvoering. Dat wordt een tweede achilleshiel voor de CD&V.’

De eerste signalen van de herbronning via Innesto klonken verrassend spectaculair. Botsen te gedurfde voorstellen niet met dat imago van de betrouwbare piloot die geen risico’s neemt?

‘Ik vind wat uit Innesto komt voorlopig alleszins geloofwaardiger dan wat sp.a en Open Vld tot nu laten zien. De hele geschiedenis door hebben de christendemocraten een langzame evolutie kunnen koppelen aan dat bekwame piloot-imago. De Katholieke Partij evolueerde naar de CVP met het naoorlogse Kerstprogramma, vervlaamste daarna en vervelde tot CD&V. Innesto zou bij die traditie moeten aanknopen.’

En dan is er het ACW …

‘Dat is zonder twijfel het derde en misschien wel meest bedreigende zwakke punt. Nu is de wind wat gaan liggen, maar de schade groot. Als N-VA binnen enkele maanden een nieuw offensief uit de mouw schudt, komt alles weer boven. De standenloze voorzitter Wouter Beke kleeft niet aan het ACW. Maar het ontslag van Steven Vanackere was een communicatieve blunder. De indruk ontstond dat CD&V schuld bekende. Wat is het lot van de vele tienduizenden spaarders die voor hen substantiële sommen kunnen kwijtspelen? In echte ACW-families kochten gezinshoofden pakketjes coöperatieve aandelen voor zichzelf, vrouw en kinderen. Vele Vlaamse gezinnen hebben zo’n stapeltje in de lade liggen en worden dus rechtstreeks getroffen. Dat vreet aan het vertrouwen in de gevestigde macht en daar maakt CD&V deel van uit. De indruk dat de regering-Di Rupo het ondernemen in Vlaanderen voort hindert, dat de staatshervorming minder om het lijf heeft dan beloofd en het verloop van de ACW-zaak: dat zijn de risicofactoren voor CD&V. Vandaar dat Kris Peeters haast nooit het woord ‘België’ in de mond neemt.’

Metamorfose

Open Vld blaakt ook niet van gezondheid.

‘Het feit alleen dat iedereen het over VLD heeft en niet over Open Vld lijkt een detail maar is typerend. De mensen kennen niet eens de juiste naam. Tijdens paars geraakte die partij het noorden kwijt. Het blauw-rechtse kiespubliek werd voortdurend voor het hoofd gestoten en de uitsluiting van mensen als Ward Beysen, Hugo Coveliers en Jean-Marie Dedecker kleefden daar gezichten op. Die mokerslagen zijn bij de achterban vergeten noch verteerd.’

‘Gedurende 15 jaar leidde het bekende triumviraat Verhofstadt-De Gucht-Dewael die partij met vaste hand. Intussen is het een publiek geheim dat zij zelf niet altijd door één deur konden. Ooit mikkend naar het statuut van volkspartij met 25 % zit Open Vld nu rond de 10 %, lager dan de oude PVV. Wat het voor die partij heel moeilijk maakt om zich te herstellen: er is een andere in Vlaanderen die liberalen lokt, de N-VA. Dan keert zo’n kiezer niet terug naar een partij die deel uitmaakt van de belastingregering-Di Rupo.’

Heeft Verhofstadt zijn partij verstikt?

‘Die man onderging een ongeziene metamorfose. De eerste liberale premier sedert decennia, de voluntaristische en gedreven voorman met de frisse ideeën die dan nog uitgesproken Vlaams uit de hoek kwam, schrijft nu boeken met het oude boegbeeld van mei ’68 Daniël Cohn-Bendit terwijl steeds meer fractiegenoten in het Europees Parlement zich openlijk afvragen of hij nog wel echt bij de liberalen thuis hoort. In 2003 ging hij door de knieën om van de PS het premierschap te mogen verlengen. Sedertdien blijft zijn greep op de achtergrond groot. In dergelijke omstandigheden is het geen geschenk om zo’n partij weer geloofwaardig te maken. Alexander De Croo moest de handschoen werpen, Gwendolyn Rutten komt nog altijd niet uit de verf, Vincent Van Quickenborne zocht politiek asiel in Kortrijk.’

Jonge beloften Jean-Jacques De Gucht, Matthias De Clercq en Willem-Frederik Schiltz vielen na hun mediatieke start ook vrijwel stil.

‘Vroeger liepen de liberale politici elkaar voor de voeten op het televisiescherm. Ze boden een breed spectrum, met vele bekende gezichten die elk een segment aanspraken. Dat ging van de serieuze Dirk Van Mechelen over de flamboyante Jean-Marie Dedecker via een donkerblauwe Ward Beysen tot de progressieve Patrik Vankrunkelsven. De indruk dat er ruimte was voor vele vormen van liberalisme verdween samen met het verbannen van de rechtervleugel.’

‘De drie jonge goden hebben last met hetzelfde imago. Ze kwamen erg zwak uit de gemeenteraadsverkiezingen. De Gucht jr bleef steken in de Aalsterse oppositie, De Clercq zit als overbodig aanhangsel in de Gentse meerderheid. De Antwerpse afdeling van Schiltz jr. behaalt ongezien lage verkiezingsresultaten.’

‘Verhofstadt startte een onwaarschijnlijk sterk verhaal dat aanvankelijk ook resultaten boekte. Maar de acht vette economische jaren waarin hij de paarse lakens uitdeelde, werden evenveel verloren jaren in het aanpakken van de fundamentele tekorten van het Belgische model. Verhofstadt werd de uitvoerder van een onverantwoorde PS-sinterklaaspolitiek.’

‘Zet het maar op een rijtje: een slecht paars regeringsrapport, Verhofstadt die nog altijd de sterke man  achter de schermen lijkt te zijn maar helemaal geen liberaal verhaal meer laat horen, zwak politiek personeel – dikwijls telgen uit politieke dynastieën die vooral moeten uitpakken met hun familienaam – deelname aan een belastingsregering geleid door een PS’er en een beukende oppositiepartij die een verhaal brengt waarin ondernemend, werkend en sparend Vlaanderen zich wel herkent. Veel slechter kunnen de kaarten niet liggen.’


[logo meer lezen]

De V-partijen N-VA, Vlaams Belang en LDD komen in volgend nummer van Doorbraak aan bod.

 

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties