JavaScript is required for this website to work.
post

Hoelang laten we nog toe dat de overheid boven haar stand blijft leven?

Peter Reekmans21/7/2016Leestijd 3 minuten

Veranker budgettaire discipline voor elke overheid in de grondwet, stelt Peter Reekmans.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De staat leeft regering na regering al jaren boven haar stand, de federale begroting en ook de Vlaamse begroting stevenen intussen af op een gigantisch tekort. Maar wat het welvaartsprobleem voor alle gezinnen op termijn nog veel groter zal maken, is de zorgwekkende financiële toestand van heel wat gemeentebesturen. Doordat de hogere overheid sinds 2014 elke gemeente verplicht heeft een meerjarenplan op te stellen, krijgen we nu voor het eerst een duidelijke inkijk in de financiën van de 308 Vlaamse steden en gemeenten. Dit voor alle gemeenten verplicht meerjarenplan vormt de kern van de beleids- en beheerscyclus (BBC). Deze meerjarenplannen (2014-2019) van elke gemeente geven voor het eerst na het afsluiten van de gemeenterekeningen van 2015 een heel goed zicht op de financiële (on)gezondheid van alle gemeenten.

AFM en resultaat op kasbasis

De autofinancieringsmarge (AFM) geeft in deze meerjarenplannen een duidelijke weergave van het verschil tussen het exploitatiesaldo en de aflossingen van de leningen van elke gemeente. De AFM geeft weer of de financiën van het gemeentebestuur op een structurele manier in evenwicht zijn en of het bestuur in staat is zijn leninglasten te kunnen dragen met het overschot uit de gewone werking. De gemeentebesturen dienen pas verplicht in het laatste boekjaar van het meerjarenplan een positieve AFM te hebben. Het financieel evenwicht van een gemeente kan dus eenvoudig worden beoordeeld door de AFM en het resultaat op kasbasis. Het resultaat op kasbasis is het restbedrag van de financiële reserve van de gemeente na aftrek van alle investeringen. Op basis van officiële cijfers van het Vlaams Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) van 29 oktober 2015 blijkt dat de financiële situatie van heel wat gemeenten alvast niet echt rooskleurig te noemen valt.

Boekhoudkundige spitsvondigheid

Zo blijven 14% van de gemeenten boven hun stand leven. Van de 308 steden en gemeenten gaan er in 2014 maar liefst 116 in de rode cijfers, in 2015 zijn dat er 96, in 2016 zijn dat er 82, in 2017 zijn dat er nog 57 en in 2018 zijn dat er nog steeds 44. Maar liefst 14% van de Vlaamse steden en gemeenten blijven dus met elk gebrek aan verantwoordelijkheid jaar na jaar meer uitgeven dan dat ze inkomsten hebben en leven dus duidelijk boven hun stand. Gouverner c’est prevoir klinkt vaak uit de mond van veel politici. Maar voor veel lokale bestuurders is eerder het omgekeerde van toepassing. Deze politici kloppen zich wel stoer op de borst dat in het laatste jaar (voor deze legislatuur in 2019) het resultaat wel positief is. Maar dit komt enkel omdat het dan verplicht positief dient te zijn en dit lukt enkel door de uitgaven plotseling miraculeus te doen dalen. Ineens op het einde van de legislatuur in het laatste jaar wel minder kunnen uitgeven en daar geen enkel voorgaand jaar in slagen lijkt meer op boekhoudkundige spitsvondigheid en het verdraaien van de realiteit. 

Budgettaire discipline via wetgeving verplichten

Een gezin dat jaar na jaar meer uitgeeft dan het inkomsten heeft komt vroeg of laat in de armoede terecht, een bedrijf dat jaar na jaar meer uitgeeft dan het inkomsten heeft gaat uiteindelijk failliet, maar een overheid die jaar na jaar meer uitgeeft dan het inkomsten heeft kan in dit land blijkbaar wel zonder gevolgen rustig zijn gang blijven gaan. Het is daarom hoog tijd om budgettaire discipline voor elke overheid van dit land via wetgeving te gaan invoeren. Dit zou er tenminste voor zorgen dat politici verplicht worden om als een goede huisvader en huismoeder niet langer meer te mogen uitgeven dan er inkomsten zijn. Politici die het dan toch nog aandurven om een regelrecht financieel rampbeleid te blijven voeren moeten hiervoor zelfs persoonlijk aansprakelijk kunnen gesteld dienen te worden. Indien we deze drastische maatregelen niet snel gaan invoeren zal deze generatie verantwoordelijk zijn voor een dalende welvaart van de toekomstige generaties. Met deze concrete maatregelen zou de politiek bovendien terug enige geloofwaardigheid kunnen krijgen bij de burgers. Het hoeft niet te verwonderen dat deze overheid amper nog geloofwaardigheid heeft bij haar onderdanen. Sinds 1980 heeft de Belgische staat nog nooit een overschot geboekt (met andere woorden meer inkomsten gehad dan uitgaven). En dit ondanks dat we wereldkampioen in het heffen van belastingen zijn en vandaag de op een na hoogste belastingdruk in Europa hebben.

Gemeentebelastingen zullen fors gaan stijgen

Deze analyse over de financiële (on)gezondheid van de Vlaamse steden en gemeenten is zelfs nog zonder het incalculeren van de gevolgen van de taxshift. Want ook de taxshift zorgt voor een financiële aderlating qua inkomsten voor alle gemeenten. Voor de gemeentebesturen die nu al boven hun stand leven en ook de komende jaren blijven leven, zullen de dieprode cijfers nog roder gaan kleuren. Je moet dus geen waarzegger zijn om nu al met zekerheid te kunnen stellen dat na de volgende gemeenteraadsverkiezingen de gemeentebelastingen in heel wat financieel ongezonde Vlaamse steden en gemeenten zullen stijgen. Niet fusies van gemeenten is de oplossing voor dit probleem, maar wel een budgettaire discipline voor elke (lokale) overheid in dit land verplichten en in de grondwet verankeren. Geen fusies van gemeenten zijn nodig, maar drastische besparingen op de politieke werking van onze overheid door onmiddellijk de senaat en de provincies af te schaffen. En het aantal parlementsleden en ministers minimaal te doen halveren. Dit is de enige manier om opnieuw een efficiëntere, slagvaardigere en betaalbaardere overheid te bekomen die terug dichter bij de burgers zal staan.


Peter Reekmans is ondervoorzitter van LDD, burgemeester van Glabbeek, gewezen parlementslid en LDD-fractievoorzitter in het Vlaams Parlement.

 

Peter Reekmans (1975) is burgemeester van Glabbeek, nationaal ondervoorzitter LDD en gewezen volksvertegenwoordiger en fractievoorzitter in het Vlaams Parlement.

Commentaren en reacties