Agustín Carstens, voorzitter van de Bank voor Internationale Betalingen, waarschuwde in een toespraak voor een nieuw dreigend gevaar: de wereldwijd hoge overheidsschulden in combinatie met de jarenlang laag gelegde rente, die nu stelselmatig wordt verhoogd. Een gevaarlijke cocktail volgens hem die tot flinke financiële katers kan leiden. De banken creëerden de laatste jaren een ongelofelijke hoeveelheid geld, om die vervolgens de markt in te pompen. Lening na lening verstrekten zij, zowel aan de overheden als aan particulieren, tegen een laag…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Agustín Carstens, voorzitter van de Bank voor Internationale Betalingen, waarschuwde in een toespraak voor een nieuw dreigend gevaar: de wereldwijd hoge overheidsschulden in combinatie met de jarenlang laag gelegde rente, die nu stelselmatig wordt verhoogd. Een gevaarlijke cocktail volgens hem die tot flinke financiële katers kan leiden.
De banken creëerden de laatste jaren een ongelofelijke hoeveelheid geld, om die vervolgens de markt in te pompen. Lening na lening verstrekten zij, zowel aan de overheden als aan particulieren, tegen een laag rentetarief. De vraag naar leningen nam gestaag toe, terwijl het aanbod natuurlijk op zijn limieten botste. Er ontstonden bijgevolg geldbubbels: zo stegen de prijzen op de aandelen- en huizenmarkten, maar ook in de reële economie (alle economische activiteiten die niet onder de financiële sector vallen, red.). Denk voor dat laatste bijvoorbeeld aan de toename van de grondstofprijzen.
Te laat
Om tal van redenen brak in 2022 plots — letterlijk — de hel los: het algemeen inflatiepeil ging als een malle door het dak. Dat fenomeen deed zich trouwens niet enkel in België, maar ook in de rest van Europa en in de Verenigde Staten voor. Wereldwijd grepen centrale banken — de nummer één beteugelaars van een oververhitte markt — daarbovenop nog eens veel te laat in. Christine Lagarde en co., maar ook Jerome Powell en de zijnen, beweerden immers lange tijd dat het slechts om een ‘tijdelijke opstoot’ zou gaan. Niets bleek minder waar.
Eindresultaat? Centrale banken verhoogden de rente na lang tegenstribbelen dan toch — meestal zelfs meerdere keren en in grote stappen. Lenen werd een flink stuk duurder, waardoor verschillende overheden en zelfs particulieren er nu niet meer in slagen hun schulden af te lossen. Het financiële schip komt zo onder druk te staan, en loopt het risico te zinken. De eerste scheuren zijn trouwens al zichtbaar. Enkele financiële instellingen — niet de allerminste, waaronder bijvoorbeeld het grote Amerikaanse Silicon Valley Bank — lieten alvast het leven. Gelukkig ondernam de Amerikaanse overheid voldoende stappen om het bedreigde geld veilig te stellen, en (voorlopig) een verdere uitloop te vermijden.
De top geeft toe
Ondertussen gaf gelukkig ook Christine Lagarde, voorzitter van de Europese Centrale Bank, in het programma Face the Nation toe dat we ons lang in een periode van ‘gratis geld’ bevonden. Straffe woorden uit de mond van een vrouw die bepaalt of de geldkraan open- of toegedraaid is, zeker in vergelijking met haar standpunten een jaar geleden. Ook toen moesten topeconomen nochtans geweten hebben dat er niet oneindig lang geld kon worden bijgedrukt…
De benaming ‘gratis geld’ verwijst natuurlijk naar de periode waarin de rente enorm laag was en voortdurend geld werd bijgedrukt. Maar zoals dat gaat op een economische markt: als het aanbod steeds blijft toenemen, maar de vraag min of meer gelijk blijft, dan zakt de prijs. En dus wordt ons geld steeds minder waard. De impact daarvan liet zich trouwens niet enkel zien bij het invallen van belangrijke Amerikaanse banken. Ook de sterk schommelende aandelenkoersen en de gespannen huizenmarkt vandaag zouden we als symptomen kunnen bestempelen. Lagarde meent dat we daarom moeten overschakelen naar buffers voor noodsituaties, een ommekeer in vergelijking met de situatie vandaag.
Zelfs landen in moeilijkheden
Naast kelderende aandelen, vallende banken en een gespannen huizenmarkt ondervinden nu dus ook veel overheden moeilijkheden om hun schulden af te betalen. Dat komt omdat door een stijgende rente op hun staatsschuld een steeds groter deel van hun overheidsinkomsten rechtstreeks naar de bank gaat. Uit cijfers van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in april bleek onder meer dat de Pakistaanse overheid voor elke euro die binnenkomt meer dan 50 cent moet uitgeven aan het betalen van haar schulden. Ook onder andere Egypte en Ghana scoorden dergelijke cijfers. En landen als Argentinië en Brazilië moeten op zo’n 20 cent per gekregen euro rekenen.
Geeft een overheid meer uit aan het afbetalen van leningen, dan kan zij natuurlijk minder investeren. En zolang de rente blijft stijgen, zal het trouwens duurder en duurder worden voor landen om hun schulden weg te werken. Dat kan dan weer leiden tot een vicieuze cirkel, dus er moet iets veranderen.
Het Internationaal Monetair Fonds pleit al enkele weken voor een grote ommekeer in het fiscaal beleid. Regeringen zouden volgens de organisatie moeten doen aan ‘fiscal tightening’ oftewel ‘fiscale verkrapping’. Dat proces zou ervoor zorgen dat er een lager begrotingstekort is voor overheden, waardoor er meer schulden kunnen worden afgelost. Maar… dan gaan uiteraard de belastingen van de burgers omhoog, en ontstaat er bovendien een negatief effect op de economie. ‘Fiscal tightening’ kan leiden tot vertraging van de economie, met hogere werkloosheid en minder groei tot gevolg. Of dat dus de beste oplossing is, is nog maar de vraag. Helaas is het voorlopig nog steeds wachten op betere alternatieven.