JavaScript is required for this website to work.
post

Hoop in donkere tijden: Michael Ignatieff over troost

Boekbespreking van On Consolation: Finding Solace in Dark Times

Jürgen Pieters2/12/2021Leestijd 5 minuten
On Consolation, door Michael Ignatieff.

On Consolation, door Michael Ignatieff.

foto © Liberal Party in British Columbia

In zijn nieuwste boek biedt Michael Ignatieff, puttend uit eeuwen van filosofie en cultuur, ons wijsheid en vertroosting in donkere tijden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op de achterflap van On Consolation (vertaald als Troost), het nieuwe boek van Michael Ignatieff, strooien onder meer Carlo Ginzburg, Stephen Greenblatt en Leon Wieseltier met superlatieven. Velen zullen dit boek nuttig vinden, schrijft die laatste. Is er een groter compliment voor een auteur die over troost schrijft?

Dat Ignatieff het juist vandaag zo uitvoerig over dit onderwerp heeft, is geen toeval. Zijn ondertitel wijst op de actualiteit: Finding Solace in Dark Times. Die ‘donkere tijden’ (zoals de Nederlandse vertaling ze noemt) zijn de onze. Het zijn tijden van massamigratie en pandemie, fanatisme en internationaal zelotendom.

Familieportret

Ignatieff is jarenlang verslaggever geweest in gebieden waar oorlogsconflicten hevig woedden. Hij weet dat ‘donker’ niet zomaar een adjectief is. Etnisch nationalisme en mensenrechten, hij kent dat. De auteur van On Consolation is hoogleraar internationale betrekkingen geweest aan topuniversiteiten van over de hele wereld en televisiemaker voor de BBC.

Tussen 2008 en 2011 was hij ook nog eens voorzitter van de Liberale Partij in Canada. Naast een aantal internationaal opgemerkte studies over wereldpolitiek, publiceerde hij ook romans. Een van zijn meest fascinerende boeken is The Russian Album (1988), een familieportret van vijf generaties adellijke voorouders.

The usual suspects

Ignatieffs nieuwste boek is chronologisch geordend: van de Bijbelse oudheid tot vandaag. In zeventien hoofdstukken staan evenveel teksten centraal die het uitzonderlijke goed van troostrijke gedachten beklemtonen en tegelijk argumenten aanreiken die een lezer het gevoel kunnen bieden waarover de auteur het wil hebben.

Tussen die teksten zijn er nogal wat die je kunt verwachten in een boek als dit. Vooral de eerste helft van On Consolation bevat the usual suspects van het troostwezen: de brieven van Paulus, het boek Job, Cicero en Boethius, de essays van Montaigne.

Troost zonder God?

Vanaf hoofdstuk acht, over de Schotse filosoof David Hume, verrast Ignatieff veel meer. In de tweede helft van zijn boek passeren onder meer Karl Marx, Abraham Lincoln, Max Weber en Albert Camus de revue.

In het eerste deel van zijn boek heeft Ignatieff het over troost-met-God, terwijl in het tweede de vraag centraal staat hoe en waar we in een door God verlaten universum nog troost kunnen vinden. Troost gaat over lijden: tot en met Montaigne vindt de westerse mens troost in de gedachte dat dat lijden niet zinloos kan zijn, aangezien het gewild wordt door een hogere macht.

Hoop en aanvaarding

De Bijbelse figuur van Job is de icoon van de in oorsprong religieuze troost. Hij ervaart tegenslag na tegenslag, leeft een leven vol verlies, maar geeft betekenis aan dat verlies in zijn geloof. Dezelfde God die zijn leven op een aarde tot een ware hel maakt, is ook zijn troost.

‘Troost is alleen mogelijk als hoop mogelijk is’, schrijft Ignatieff. Voor Job is dat de hoop op een beter leven aan gene zijde, in de aanwezigheid van God. Troost veronderstelt ook aanvaarding, weet Ignatieff. In het geval van Job is dat de aanvaarding van de zekerheid dat God betekenis geeft aan zijn leven. Tot datzelfde inzicht komt Paulus nadat hij van zijn paard wordt gebliksemd: verschillende van zijn bekeringsteksten behoren tot de mooiste troostbrieven ooit.

Geen berusting

Aanvaarding is evenwel niet hetzelfde als berusting, beklemtoont Ignatieff herhaaldelijk. Wanneer we ons getroost weten, accepteren we een werkelijkheid die ons pijn doet (het verlies van een geliefde, het verdict van een zware ziekte), maar dat is iets heel anders dan bij de pakken gaan neerzitten. Troost gaat voorbij de berusting: ze leert ons dat we ons verlies een betekenis kunnen geven die ons in staat stelt verder te gaan.

De beste voorbeelden van de aanvaarding die geen berusting is, staan in de hoofdstukken over Camus en Primo Levi. Levi maakte de hel van Auschwitz mee, een hel waarover hij na de bevrijding verondersteld werd te getuigen. Maar hij deed dat met tegenzin: hij mocht dan al een overlever zijn, zovelen waren in zijn plaats gestorven in de kampen. Het schuldgevoel maakte hem blijvend ontroostbaar.

De goede mens

Meer dan vier decennia na de bevrijding pleegde Levi zelfmoord. Het troostende van zijn troosteloze verhaal zit voor Ignatieff in het voorbeeld dat de Italiaanse dichter stelde: dat van de goede mens. Datzelfde voorbeeld ziet hij in de vraag die Camus met De pest (1947) oproept: ‘is de deugd van de weinige mensen die zijn zoals Levi voldoende troost voor de wreedheid en lafheid van de vele anderen?’

Camus’ antwoord op die vraag is positief, besluit Ignatieff: ‘Het is de enige troost die de auteur van De pest ons toestaat.’ Maar het is wel een troost die op hoop steunt, de hoop die de auteur van On Consolation ook haalt uit de vele blijken van intermenselijke solidariteit die hij waarnam tijdens de covid-crisis.

Hume en Marx

In zijn hoofdstukken over Levi en Camus trekt Ignatieff de lijn door die hij al aanzette in zijn hoofdstukken over Hume en Marx. Voor die eerste was de troost die de mens vroeger uit God of de rede haalde een illusie. Voor Hume was troost enkel mogelijk in samenzijn — niet in de filosofie, maar in menselijk gezelschap.

In het hoofdstuk over Marx besluit Ignatieff dat de auteur van het Communistisch Manifest (1848) eigenlijk op zoek was naar een ideale wereld waarin troost niet meer nodig zou zijn. Een wereld waar mensen vrede konden hebben met een maatschappelijk bestaan dat voor iedereen op een gelijkwaardig goede manier was georganiseerd. Die droom is jammer genoeg utopisch gebleken, zegt Ignatieff: troost blijft vandaag meer dan ooit vandoen.

Muziek en poëzie

Maar waar vinden we die troost wanneer de religie haar dominante greep op de mens verliest en de wereld seculier en modern wordt? Michaël Fœssel wees er in Le temps de la consolation (2015) op dat het denken over troost op dat moment van verlichting wordt overgenomen door filosofen en psychologen.

Ignatieff voegt daar de kunstenaars aan toe: de troost van de muziek (het twaalfde hoofdstuk gaat over Mahlers Kindertotenlieder) en de troost van de poëzie. Behalve over Levi gaat het in dit boek ook over Anna Akhmatova en Czesław Miłosz. Van Miłosz krijgen we hier een analyse van het wondermooie gedicht Gift, dat volgens Ignatieff in wezen over troost gaat: ‘Vertroosting is altijd een geschenk, een vorm van genade die we niet altijd verdienen.’

Rijk boek

Michael Ignatieffs On Consolation is een rijk boek dat zich niet zomaar laat samenvatten in duizend woorden. De auteur steunt op een leven lang lezen, een vertrouwdheid met Verlichtingsdenkers en met de fundamenten van het Christendom. Hij analyseert zijn bronnen diepgaand, maar schrijft er helder en bevlogen over.

Ook wie geen troost zoekt, zal veel leren in de verhalen die Ignatieff in zijn nieuwe boek vertelt. Elk van de hoofdstukken draait rond het leven van de behandelde auteurs. De troostteksten die ze schreven zijn het resultaat van extreme situaties waarin ze zelf troost nodig hadden: de dreiging van een doodstraf (Boethius), de dood van een dochter (Cicero), de dreiging van een wereldbrand (Weber).

Ervaringsdeskundige

Ignatieff betrekt ook zijn eigen leven op zijn studiemateriaal. Het slothoofdstuk gaat bijvoorbeeld over de dood van zijn moeder — indirect ook het onderwerp van de fraaie roman Scar Tissue (1993). Ignatieff heeft het in dat laatste hoofdstuk over Cicely Saunders, een Britse arts en verpleegkundige die haar werk in het teken stelde van ‘de goede dood’. Ze streed haar hele leven lang voor een plek waar mensen konden sterven in de overtuiging dat hun dood betekenisvol kon zijn voor hun geliefden.

On Consolation heeft doorheen de vele exempla die de lezer naar het eigen leven kan vertalen één belangrijke boodschap: troostend is immers de gedachte dat we in ons lijden niet alleen zijn.

 

On Consolation is vertaald als Troost: Als licht in donkere tijden en kan besteld worden bij Doorbraak Boeken.

Jürgen Pieters doceert literatuurwetenschap en 'Creative criticism' aan de Universiteit Gent. Recent verschenen 'Literature and Consolation' (Edinburgh University Press) en 'Een boekje troost' (Borgerhoff & Lamberigts). Hij werkt aan een nieuw boek over lezen in contexten van zorg.

Commentaren en reacties