JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Huidige financiering van mensen met handicap is rampzalig

Bart Van Malderen4/12/2017Leestijd 4 minuten
Bart Van Malderen (sp.a)

Bart Van Malderen (sp.a)

foto © Reporters

3 december was de internationale dag van de personen van de handicap. Bart Van Malderen (sp.a) klaagt het huidige beleid hieromtrent aan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Afgelopen week boog de commissie Welzijn in het Vlaams parlement zich over de begroting en de beleidsbrief van minister Jo Vandeurzen.  Een ideaal moment om vooruit te blikken naar 2018, maar ook om de stand van zaken op te maken van een grote werf van de minister: de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap. Na een jaar is de evaluatie helaas niet fraai.

Noodzakelijke rugzak

Persoonsgebonden financiering is nochtans een mooi uitgangspunt. Geef de zorgbehoevende een rugzak mee en laat hem/haar zelfstandig kiezen welke zorg hij/zij verkiest. Alleen: dan moet je daar als bevoegd minister ten eerste voldoende budget voor vrijmaken. Ten tweede: als je voor zo’n model kiest en tegelijk gespecialiseerde zorginstellingen broodnodige budgetten ontzegt, zit je in een catch 22, met 1 grote verliezer: de persoon met een handicap die met een kluitje in het riet wordt gestuurd.

Structurele problemen

Dat betekent dat je bij de uitrol van dat plan – de persoonsgebonden  financiering moest en zou op 1 januari 2017 van start gaan – minutieus te werk gaat. Elke stap op voorhand juist inschat. Want dit heeft impact op mensen en echte levens. Toen al wist ook de minister van een aantal structurele problemen, maar hij was bang dat zijn eigen coalitiepartners stokken in de wielen zouden steken. Van uitstel dreigde afstel te komen en dus werd het nieuwe systeem er door geramd. Van dat politieke spelletje zijn vandaag gewone mensen het slachtoffer.

De afgelopen maanden werden oplossingen beloofd. Vandaag is de realiteit dat die oplossingen in de lucht (blijven) zweven. Dat is bijzonder schrijnend voor alle belanghebbenden: niet alleen voor personen met een handicap, maak ook hun familie, net als personeel actief in de gehandicaptenzorg, of instellingen die mensen met een handicap begeleiden en verzorgen.

Garantie op zorg?

Sommige ouders nemen zelf een deel van de zorg op zich door hun kinderen – die tijdens de week in een instelling verblijven – op zaterdag en zondag thuis hebben. Terwijl die kinderen in principe recht hebben op ‘7 op 7’-zorg, wordt dus maar 5 op 7 effectief ingevuld. Met de nieuwe wet hadden ouders geen enkele garantie op financiering voor die twee dagen, als ze eens een weekend niet konden. De oplossing van de minister? Wanneer ouders fulltime (7 op 7) overschakelen naar een gespecialiseerde instelling, moeten die extra 2 dagen zorg binnen de zes maanden gefinancierd worden.

Behalve dat dat geen antwoord op de échte vraag van vele ouders – met name de absolute garantie op ruimte en ondersteuning als het (even) niet meer gaat – is deze formele oplossing nog altijd niet in orde. Het ontwerpbesluit van de Vlaamse regering ligt stof te vergaren bij de inspectie financiën. De eerste signalen dat er hier een probleem was, dateren van midden 2016.

Financiering van de zorginstellingen?

Zorginstellingen voor mensen met een handicap weten vandaag nog altijd niet hoeveel centen ze zullen ontvangen voor… 2017. De sector wordt gefinancierd op basis van punten waaraan een geldwaarde wordt gehangen. Die geldwaarde wordt berekend door het beschikbare budget te delen door het totaal aantal punten in de sector. De gegevens zijn begin 2017 opgevraagd. Vandaag weten die zorginstellingen nog altijd niet hoeveel de puntwaarde bedraagt. Met andere woorden: ze varen al dus bijna een jaar blind. Bovendien zijn veel gegevens intussen hopeloos achterhaald. De minister hoopt evenwel tegen de tweede helft van december de puntwaarde te kunnen meedelen.

Vlaanderen discrimineert leerlingen van zijn eigen GO!

De internaten van het GO! worden niet erkend als Multifunctioneel Centrum. Bijgevolg kunnen de leerlingen van het bijzonder onderwijs van het GO! geen gebruik maken van de voorrangsmaatregel die zorgcontinuïteit garandeert bij meerderjarigheid en wel geldig is voor alle MFC-gebruikers. Een werkgroep transitie zou tegen 31/08/2018 een nieuw kader moeten uitwerken. Maar nu al wordt aangegeven dat men die deadline niet haalt. Bovendien blijkt uit documenten die we konden inzien, dat men dit over de verkiezingen wil tillen. Kortom: de jongeren van het GO! zijn dus minstens nog voor een aantal jaren de klos.

Ongelijke financiering

Sommige zorginstellingen en dan vooral hun bewoners kijken tegen een financieringsverschil aan van meer dan 60%. Op korte termijn zouden de slechtst gefinancierde zorginstellingen hun middelen opgetrokken zien worden tot 85% van het gemiddelde. Hiermee worden historische verschillen een beetje dichtgereden, maar vooral voor jaren ook gebetonneerd. De financiering van de operatie is wankel: taks shift, VIA5 akkoord, sociale maribel. Veel goede wil bij de minister, maar niemand kan garanderen dat de nodige centen ook op tafel komen. Geen wonder dat zoveel instellingen en voorzieningen naar de Raad van State zijn gestapt.

Bovendien zadelt de minister zijn opvolger op met een factuur van miljoenen. Niet minder dan 20.000 personen met een beperking die vandaag zorg ontvangen, zullen immers opnieuw moeten ingeschaald worden. Die herinschaling is niet alleen een tijdrovende bezigheid, maar ook een flinke kostendrijver. Niemand in de sector gelooft dat de vraag naar meer (of na verloop van tijd minder) zorg elkaar in evenwicht zal houden. Tenzij men er een extra besparingsoperatie van maakt. Na alle besparingen op werkingsmiddelen zou dat uiteraard nefast zijn.

Minderjarigen uitgesloten

Vandaag zijn minderjarigen met een handicap uitgesloten van de persoonsgebonden financiering. Het is hoogst onduidelijk of dit in de toekomst wordt opgelost. De minister praat nu over een gefaseerde invoering vanaf 2019. Vooral werk voor zijn opvolger dus. Bovendien blijft het wachten op een deugdelijke opsplitsing van het uitbreidings-budget, zodat we echte prioriteiten van de minister kennen. Vermoedelijk komt de omzendbrief er niet voor eind januari 2018. Een deel van de middelen voor 2018 zijn dus nu al onherroepelijk verloren. Het parlement stemt bovendien een blanco cheque, want ze kent de prioriteiten niet. Er is evenmin een perspectief voor wie al zeer lang wacht op zorg voor zijn kind, maar telkens uit de boot valt omdat het netwerk (vaak de ouders zelf) net te goed zijn best doet, of omdat iemand anders een nog schrijnender zorgvraag heeft. Te lang wachten op gepaste hulp is schadelijk voor het ontwikkelingsperspectief van de minderjarige. Zo ontnemen we jongeren kansen.

Alarmerend hoge woon- en leefkosten

Vanop het terrein bereiken ons alarmerende berichten over plotse en significante prijsstijgingen. Op ons verzoek om een armoedetoets in te voeren, kwam nooit een antwoord van de minister. Terwijl 50% van de personen met een handicap in armoede leeft.

De auteur is Vlaams parlementslid voor de sp.a en voorzitter van de commissie Welzijn

Commentaren en reacties