Iedereen verdacht?
Pleidooi voor meer vertrouwen
De overheid vertrouwt de burger niet. En vice versa.
foto © BELGA
Wantrouwen en willekeur van de overheid naar de burger was nog nooit zo groot. Maar omgekeerd geldt dat ook. Tijd voor een grondige reflectie.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementJazeker, er zijn positieve ‘blijvertjes’ ten gevolge van de coronacrisis. Maar ook gevaren. Positieve zaken als thuiswerk, aandacht voor gezondheidszorg, onderwijs en erkenning van het belang van sociaal leven, mogen niet ondergesneeuwd raken door een aantal totalitaire trekjes van de overheid, gevoed door een algemeen heersend wantrouwen tegenover haar burgers. Aandacht voor onze grondrechten, respect voor de vrijheid van meningsuiting en beperking van regeldrift en controle-instrumenten van een alomvattende overheid zijn daarbij noodzakelijk. Alleen wederzijds vertrouwen tussen burgers en overheid kan ons terug op de goede weg zetten.
Gedwongen gedragsveranderingen
Tijdens de coronacrisis werden door de overheid gedragsveranderingen afgedwongen. De hele crisis duurde zo lang, dat de gedragsveranderingen stilaan ingeslepen raakten in ons leven. De wereld na corona zal dan ook nooit meer hetzelfde zijn.
Laat me beginnen met 3 uitermate positieve “blijvertjes”. Het thuiswerk, de enige échte oplossing voor files, zal ingeburgerd blijven. Het milieu, ons stressniveau en onze economie kunnen er alleen maar beter van worden. Ook het belang van gezondheidszorg en onderwijs werd nooit eerder zo duidelijk erkend. Er was applaus voor de zorgverstrekkers en er is gevochten om de scholen open te houden. Bovendien is het besef dat onze medemensen zo belangrijk zijn in ons dagelijks leven helemaal terug. Zodat we elkaar misschien ook gewoon terug een beetje liever leren zien hebben.
Maar er zijn ook gevaarlijke precedenten of verontrustende gedragsveranderingen. Het wordt een hele klus die ongedaan te maken.
Vrije meningsuiting
Vooreerst: de druk op de vrije meningsuiting. Maandenlang werd elke afwijkende mening over de coronamaatregelen als inciviek afgedaan. Maar wanneer meningen zelfs strafbaar worden en mensen dat niet erg meer vinden, hebben we echt een probleem. En het klopt: niet elke mening is onderbouwd, niet elke manier om ze te verwoorden is elegant. Maar elke mening moet wel geponeerd kunnen worden tenzij ze oproept tot geweld. Daar moeten we blijven over waken.
Net als over de macht van de platformbeheerders om meningen te schrappen of mensen te verwijderen van hun platform. Als niet alleen de massa(hysterie), maar ook een individu, zoals een Zuckerberg, gaat bepalen wat wel of niet geschreven mag worden, zijn we héél ver van huis. Tijd voor een tegenreactie.
Bewegingsvrijheid
Niet alleen onze vrijheid van meningsuiting, ook onze bewegingsvrijheid werd beperkt. Er zijn tijdens de coronacrisis, zelfs gegeven de ernst van de gezondheidscrisis, grenzen overschreden die nooit overschreden hadden mogen worden, en nooit meer overschreden mogen worden.
Natuurlijk waren drastische, zelfs draconische maatregelen noodzakelijk. Dat begrijpt iedereen. Maar zelfs dan zijn er grenzen. Nooit mogen we nog aanvaarden dat regeringen of zelfs ambtenaren (gouverneurs) de meest essentiële democratische verworvenheden te grabbel kunnen gooien. Zeker als dit niet eens echt nodig is. Zoals een avondklok invoeren in plaats van een samenscholingsverbod handhaven.
Het arsenaal aan middelen om dergelijke uitwassen in de toekomst te vermijden, is beperkt. De grondwet. De wet. Het Parlement. Ze zijn het voorbije jaar allemaal in snelheid gepakt, vlotjes geïnterpreteerd, of genegeerd. Door een opgefokte angst en wijd verspreide onwetendheid werd dit te gemakkelijk aanvaard. Dat mag écht nooit meer gebeuren. Laat ons proactief en grondig nadenken wat we moeten doen als samenleving wanneer een overheid opnieuw fundamentele grondrechten zonder Parlementaire beslissing opheft.
Willekeur
Bovenop deze aangehaalde vrijheidsbeperkende regels, waren er in coronatijden ook wat ik zou noemen de willekeurige controles. Met de meest belachelijke daarvan werd nog wel eens gelachen. ‘Wie mag er bij je thuis naar toilet?’ ‘Mag je even op een bankje rusten?’ Maar zelfs camera’s oneigenlijk inzetten bij controles op tweedeverblijvers, drones uitsturen , ook boven privé domein, of warmtecamera’s gebruiken op campings: het was allemaal geen taboe meer. Je kon het zo gek niet bedenken of het werd overwogen om mensen in het gareel te dwingen. Er werd maar beperkt gemord.
Corona opende zo een doos van Pandora vol willekeurige en overdreven controles die ook vandaag welig tieren. Zoals de maatregel dat banken alle rekeningnummers én hun saldi aan de staat moeten doorgeven zonder enige tussenkomst of verwittiging van de rekeninghouder. Het is maar één recent voorbeeld dat aantoont wat Rik Torfs ooit zo mooi verwoordde: ‘Autoritaire ideeën winnen pas echt wanneer iedereen ze stilaan normaal vindt, en blijdschap toont omdat ze bescherming bieden.’
Wantrouwen
De overheid vertrouwt blijkbaar geen enkele van haar burgers meer, en dus wil ze iedereen altijd en overal kunnen controleren. Iedereen verdacht, niemand te vertrouwen. Maar wantrouwen is altijd wederzijds. En dus vertrouwen vandaag de burgers ook hun overheid niet meer, hun politici niet meer, hun journalisten niet meer, hun rechters niet meer, hun … samenleving niet meer. En dat is dramatisch. Een samenleving zonder vertrouwen is immers ten dode opgeschreven.
Wellicht is het dat wat corona nog het meest kapot gemaakt heeft: het gevoel dat mensen meer zijn dan een besmettingsgevaar of een gevaar tout court – ook degenen die niet tot onze directe kring behoren – het gevoel dat de meeste mensen te vertrouwen zijn.
Een lange weg
Het zal een lange weg zijn om het vertrouwen van mensen in elkaar en in alle voor de democratie noodzakelijke instanties terug te laten groeien. Met de “strikte” regelneverij die blijvend de kop op steekt, als ultieme illustratie van een algemeen wantrouwen, wordt die weg niet eens aangevat, maar net verlengd. Die strikte regelneverij moet dus stoppen.
Laat ons daarom mensen steunen die beloven overbodige wetten af te schaffen, onnodige regelneverij te bekampen, en elke wet een einddatum mee te geven waarna expliciet moet nagekeken worden of die wet al dan niet moet blijven bestaan. Zodat alleen nuttige wetgeving overblijft, en deze net daardoor efficiënter, sterker en beter afdwingbaar wordt.
En ja, verbeter de wereld, begin bij jezelf: laat ons ook zelf gewoon eens proberen elkaar vertrouwen te geven. Wedden dat het vaak goed afloopt, een warm gevoel geeft en uiteindelijk een spiraal ten goede in werking stelt? En als het vertrouwen dan toch eens een keertje beschaamd wordt, is de schade allicht minder groot dan de schade die we onszelf aan doen door een gans leven lang angstig en elkaar wantrouwend rond te lopen. De bluts en de buil, weet je wel?
Ik vertrouw er op dat we het gaan proberen…
Karel Van Butsel was onder meer oppositieleider in Mechelen voor CD&V/N-VA, een overtuigd christendemocraat én Vlaming, en is kernlid van Stuurboord.
Liselotte Dupont: ‘Zijn niet alle partijen een beetje katholiek, liberaal en socialistisch met een sausje van groen?’
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.