In memoriam Simon Korteweg: ‘Je wees de weg, je was een prachtige adviseur’
Simon, o Simon!
Simon Korteweg
foto © Familie Korteweg
Eind november overleed een goede vriend. Zijn dood was niet het einde van een sterke vriendschap. Een impressie dat geen afscheid is.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp 21 november van dit jaar overleed een zeer goede vriend. Iemand bekend met het medialandschap en gekend door zijn bewoners. Althans, zij die boven de vijftig zijn. ‘De liefde is zo kort, het vergeten zo lang’. Het is een versregel van Pablo Neruda.
A
Simon Korteweg begon zijn beroepscarrière als journalist van de Nederlandse krant Het Parool. Toen door de fusie van deze krant, de Volkskrant en Trouw – het concern Perscombinatie [PC] ontstond, stapte hij over naar de directie en leidde veertien jaar lang de sociale afdeling.
Toen De Morgen de dood nabij was ging Paul Goossens bij PC om steun bedelen, om verlost te zijn van rode Vlaamse politici. De directie van PC hield de deur dicht, uitgezonderd Simon Korteweg. Hij nam ontslag en trok naar Brussel. Een jaar en 52 ruzies met Paul Goossens later stapte hij op en werd vervolgens bedrijfshervormer. Als voorzitter van de bestuursraad fuseerde hij alle hogescholen van Amsterdam, met baat op organisatorisch en financieel vlak.
B
Al heel vroeg in zijn leven was hij in de ban van de jazzmuziek. Het maakte dat hij voor de AVRO gedurende jaren wekelijks een jazzprogramma maakte. Eenmaal een vaste stek en partner in Gent gevonden, werd hij adviseur van Gent Jazz en Jazz Middelheim.
Simon hield intens veel van Gent. Literatuurkenner en grootlezer werd hij via mijn toedoen bestuurder van het Poëziecentrum, waarvan indertijd Willy Tibergien directeur was. Een cent was door Willy noch door enig ander lid van de directie / het personeel verdonkeremaand, maar de boekhouding was een ratjetoe. Simon ordende de boel, met als gevolg dat het centrum méér subsidie kreeg.
C
Onze vriendschap ontstond – het ligt voor de hand – door de Nacht van de Poëzie, een gebeurtenis waarvan hij een trouwe en goede adviseur werd. Hij hield van orde, maar aanvaardde waar ik voor stond: een chaotische orde. Simon Korteweg heeft overigens zijdelings bijgedragen dat de Nacht van de Poëzie in Utrecht belandde en daar jaarlijks een vaste waarde werd.
Eenmaal met pensioen en zich voor de rest van zijn leven gevestigd in Gent, gingen wij regelmatig naar concerten en voorstellingen. Toen zijn gezondheid tekenen van slijtage vertoonde, beperkte onze uitstappen zich tot twee-, driemaal per week naar een bekend koffiehuis in Gent te trekken, waar hij genoot van de Rimbaudkoffie of de Wiener Melange. Liefst met een zoetje en een goed gesprek.
D
Toen dat niet meer lukte en het eindspel begon, zocht ik hem wekelijks op in het zorgtehuis. Tot de dag vóór zijn overlijden.
Bij het afscheid in beperkte kring was uiteraard de familie aanwezig, plus een viertal goede vrienden, waarvan drie te vinden zijn in het Vlaamse jazzmilieu: Bertrand Flamang, Karel Van Keymeulen en Rob Leurentop.
Ook ondergetekende werd gevraagd een woordje te placeren. Nadien vroeg de redactie van het Krantje van het Begijnhof – het begijnhof in de Lange Violettestraat, waar Simon woonde – om een impressie. Het werd een cri de coeur. Daar ik vind dat Simon recht heeft op een breed publiek, gaat het hier urbi et orbi.
Simon, o Simon!
Je bent er niet, je bent er wel. Hoe zou je er niet zijn?
De prachtige herinneringen, wat we meemaakten, hoe onze vriendschap groeide… je bent aanwezig en zal aanwezig blijven. Dat je verast bent, voel ik niet aan alsof jij dat nu bent: een hoopje as.
Op de uitvaart in beperkte kring drong niet tot me door dat jij in de urn zou zitten waarrond we ons geschaard hadden.
Jij, als as, dat kon ik me niet voorstellen. En ik kan het nog altijd niet. Voor mij leef je. Het klinkt niet realistisch, maar dat is wat hechte, ware vriendschap betekent: nooit vergaan.
Al zie ik je niet meer, al is het gezamenlijk koffiedrinken voorbij, als ik mijn dagelijkse twee kopjes koffie drink ben jij erbij. Dan hoor ik je stem. Zie hoe je het kopje naast het schoteltje zet en vraagt ‘Is er niet wat zoets voor bij de koffie?’ Waarop ik me naar de dichtstbijzijnde patisserie spoedde om wat verfijnds te halen.
Vaak voelde ik me – ook bij andere gelegenheden – je loopjongen. Het stoorde me niet. Ik heb het ook voor anderen gedaan, de loopjongen gespeeld, maar enkel voor de vaste kern van vrienden. De kern die me voor dwaze dingen waarschuwde, en als ik de waarschuwing van tafel veegde en rampspoed me overviel, toch het vertrouwen in me bewaarde.
Jouw vriendschap, Simon, was niet ontleend aan theorieën en burgerlijke gewoonten. Die was zuiver gebaseerd – en dat gold niet enkel voor mij – op een samenspraak van gevoel en verstand. Ik was – en ben nog steeds niet de slimste jongen van de klas, maar je voelde organisch mijn nieuwsgierigheid, mijn drang voortdurend bij te leren. Door mij daarin bij te staan porde je dat aan. Je wees de weg, je was een prachtige adviseur. Opzettelijk kiezend voor de schaduwkant. Iemand anders succes gunnend, daar was het je om te doen.
Je kon streng zijn, Simon, je hield vast aan je oordeel en dat heb ik ten zeerste gewaardeerd. Het droeg bij aan een groeiende vriendschap. Tot die een niveau bereikte van onaantastbaarheid. Hoe anderen ook oordeelden over iemand, je baseerde je zuiver op je eigen ervaring. Als journalist, jazzkenner, classicus en links-liberaal.
Je ziekte waaraan je lichaam tenslotte bezweek heb ik gevolgd tot je laatste dag. Het voelde niet als een plicht, ook niet door de mate van vriendschap die er was. Nee, het kwam door een magische band die ons verbond, en waarvan jij de eerste steen hebt gelegd en voortdurend de randen onderhield.
Jij, Simon, hebt me de weg naar de ware vriendschap gewezen. O, jij niet alleen, ook anderen hebben daartoe bijgedragen. Maar jij behoorde tot de top drie die ervoor zorgde dat een straatjongen een fatsoenlijke kerel werd, met behoud van zijn wilde denken en doen.
Ik mis je Simon,
maar ik mis je niet.
Want al ben je er niet,
je bent er wel.
Levenslang.
Tags |
---|
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.