In naam van de politiek: sorry voor het terreurproces
foto © BELGA PHOTO JONATHAN DE CESARE
Het verloop van het grote terreurproces tart alle verbeelding, schrijft Koen Metsu, kamerlid voor N-VA in deze vrije tribune.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementCoup de thêatre. Het woord lijkt wel te zijn uitgevonden voor het terreurproces tegen de verdachten van de aanslagen in Zaventem en Maalbeek. Vele processen gaan er gewiekst aan toe, smerig zelfs maar deze rechtsgang tart alle verbeelding, zegt Koen Metsu (N-VA) in deze vrije tribune.
6 jaar na de aanslagen op de luchthaven van Zaventem en de metro in Maalbeek kan het proces tegen de daders beginnen. Cru gezegd, de 32 dodelijke slachtoffers van de aanslagen hebben er niets meer aan. Dit proces moet helend zijn. Niet voor de doden, wel voor hun nabestaanden en de honderden gewonden wier leven er na 22 maart 2016 helemaal anders uitziet.
90.000 schuldvragen
Je hoeft niet te sterven om je leven te verliezen, drukt één van de slachtoffers me op het hart. Van het proces verwachten de nabestaanden soelaas. Het proces als een koud kompres op een open wonde die ook vandaag nog steeds gaapt. Op dat kompres hebben de duizenden getroffenen even moeten wachten. Zo’n zes jaar. Dit is het grootste proces ooit in ons land. Binnen veiligheidsdiensten en justitie zit men met de handen in het haar. ‘Dit is onbegonnen werk,’ hoor je overal. De 12-koppige assisenjury moet maar liefst meer dan 90 000 schuldvragen beantwoorden. Meer dan 100 burgerlijke partijen moeten een plek krijgen. En om de terroristen veilig te houden, worden draconische veiligheidsmaatregelen uitgewerkt.
Uiteindelijk komt hij dan. De dag dat het proces start. Soelaas? Integendeel. De slachtoffers worden opnieuw slachtoffer. Dit keer van slecht toneel. De advocaten van de terroristen laten er geen gras over groeien en opperen dat de glazen schermen waarachter de terroristen moeten plaatsnemen, mensonterend zijn. Ze schermen met het Europees verdrag van de rechten van de mens dat een verbod op foltering inhoudt. Foltering. Mensonterend. De toon is gezet. Het proces wordt stilgelegd en justitie doet er alles aan zo snel mogelijk een alternatief te voorzien. Het cynische is echter dat de ‘glazen kooien’ werden gebouwd ter bescherming van de terroristen. Om te voorkomen dat hen zou overkomen wat de slachtoffers overkwam: een aanslag.
Luide muziek
Nu het probleem met de ‘kooien’ van de baan is, tracht de voorzitter van het assisenhof het proces te hervatten, maar dat is buiten de terroristen gerekend. Opnieuw doen ze beroep op hun rechten. Ze vinden dat de naaktfouilles die ze moeten ondergaan – u raadt het al – mensonterend zijn. Ook hekelen ze het feit dat ze met luide muziek in de oren en geblinddoekt worden overgebracht vanuit de gevangenis naar de rechtbank. Die twee dingen zijn voor alle duidelijkheid standaardprotocol. Als Abdeslam niet gefouilleerd mag worden, wie dan wel vraagt zowat iedereen zich af.
Act nummer drie van het proces wordt enkele dagen geleden opgevoerd door Salah Abdeslam. Hij geeft aan niet meer te verschijnen op het proces omdat hij naar eigen zeggen hardhandig is aangepakt door een politieagent. ‘Dit is niet waarvoor u gekomen bent, geeft hij nog mee aan de aanwezige slachtoffers in de zaal’.
Ongein
Inderdaad. De slachtoffers worden geofferd op het altaar van de rechten van de verdediging. Laat duidelijk zijn: de rechten van de verdediging zijn van cruciaal belang. Ze bestaan om eenieder een eerlijk en menswaardig proces te garanderen. Een basisprincipe van de rechtstaat waarin we – blijkbaar – nog steeds leven. Nog een principe in die rechtstaat is het verbod op rechtsmisbruik. De grens tussen je recht uitoefenen en het misbruiken: er wordt door de beklaagden duchtig mee geflirt. Maar aan zulk gecasanova heeft geen slachtoffer iets.
Als politicus ga je dan eens in eigen boezem kijken. Hadden wij – de politiek – iets kunnen doen om de slachtoffers tegen deze ongein te beschermen? Het antwoord is ja. Enkele jaren geleden dienden we met de N-VA een wetsvoorstel in om de grondwet te herzien en op die manier terreurzaken te laten berechten voor de correctionele rechtbank, bij een professionele jury en dus niet voor de volksjury van het hof van assisen.
Dat heeft een aantal voordelen. Eerst en vooral is zo’n professionele jury van magistraten veel beter op de hoogte van hoe terrorisme en radicalisering functioneren. Aan een volksjury moet alles veel meer in detail worden uitgelegd. Bijzonder pijnlijk. Daardoor duurt zulk proces veel minder lang en is het ook vele malen kostenefficiënter. Geen 12 gelote pechvogels die een oordeel moeten vellen, maar een jury van experten die beslissen over het lot van de terroristen.
Vivaldi
Die vele voordelen zorgden ervoor dat de regering Michel zijn handtekening maar al te graag onder het voorstel wilde zetten. Maar het voorstel bleef te lang hangen in de Kamer. En toen kwam Vivaldi. Open Vld haalde haar handtekening weg en het voorstel werd onmogelijk. Een echte reden was er niet. Tenminste, die werd nooit gegeven. Mogelijk wilde men de grondwet niet openstellen om te voorkomen dat men en passant nog andere manoeuvres zou doorvoeren, richting confederalisme bijvoorbeeld.
De slachtoffers en hun welzijn werden niet enkel de speelbal van terrorisme. Ze werden daarna ook nog eens slachtoffer van onze politiek. Wie de slachtoffers spreekt, vult zijn hart met verdriet. Ze zien af. Ook door de politiek. Het is alsof de terroristen een mes in hun rug plantten en we er als politiek niet beter op vinden om te keuteren, terwijl we het er ook gewoon uit konden trekken.
Daarom zeg ik, in naam van de politiek: sorry beste slachtoffers. Jullie verdienen beter. Beter dan dit.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Personen |
---|
De auteur is Kamerlid voor N-VA
Karianne Boer: ‘De lockdowns hebben bijgedragen aan bijna 200 maal meer kindermisbruikmateriaal.’
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.