Kenneth Lasoen: ‘De inlichtingendienst, voor Belgen is dat nog altijd een vies woord’
Kenneth Lasoen.
foto © WM
Na een jaar waarin wel wat spionage- en inmengingszaken naar boven kwamen, deelt prof Inlichtingendiensten Kenneth Lasoen zijn inzichten.
Horizon 2024
Dit artikel past in de reeks 'Horizon2024' en wordt u aangeboden door onze betalende abonnees en steuners.
Zie alle Horizon 2024 artikelenSpionage staat terug op de agenda sinds de onthullingen in de internationale pers over Frank Creyelmans betaalde diensten voor het Chinese ministerie voor staatsveiligheid MSS. Kenneth Lasoen, professor Inlichtingendiensten aan de universiteit Antwerpen en verbonden aan het Kenniscentrum Security Intelligence, waarschuwt al langer voor het gevaar van inmenging door buitenlandse inlichtingendiensten en belangengroepen in onze democratie en economie. Hij hekelt de naïviteit van beleidsmensen en roept België op actiever in te zetten op Counter Intelligence.
Creyelman blijkt jarenlang betaald te zijn voor samenwerking met de Chinese spion Daniel Woo, die enkele jaren geleden al het land werd uitgezet. Hij werd stante pede uit zijn partij gezet, maar in de nasleep komt er wel een onderzoek naar de eventuele betrokkenheid van broer Steven Creyelman en Filip Dewinter. Die eerste trad terug als voorzitter van de commissie Legeraankopen. Beide Vlaams Belang-politici zeggen onschuldig te zijn en claimen naïviteit. Een naïviteit die niet alleen lijkt te bestaan bij Vlaams Belang.
Hoe zit het eigenlijk met de activiteit van buitenlandse inlichtingendiensten op Belgisch grondgebied?
‘Die is altijd groot geweest. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne vorig jaar kwam Rusland terug op het voorplan. We hebben vrij snel een aantal diplomaten het land uitgezet omwille van spionageactiviteiten. Onze diensten hebben de klassieke spionagemethodes bemoeilijkt, waardoor de Russen teruggrijpen naar alternatieve en creatievere manieren om toch aan de info te raken die ze willen: de zogenaamde NDC’s, non diplomatic cover. Daarvoor kan je eender wie inschakelen. De meest voor de hand liggend beroepen zijn journalisten, onderzoekers, politici en leden van denktanken en lobbygroepen.’
‘Daarnaast heb je China, dat traditioneel zeer actief is, zoals nu ook blijkt uit de onthullingen. Maar je hebt ook Qatargate gehad, waarbij Qatar en Marokko actief invloed hebben uitgeoefend – tegen betaling – op socialistische politici in het Europese parlement. Telkens met de bedoeling om beslissingen in hun voordeel te sturen.’
‘Brussel is, omwille van de aanwezige internationale instellingen zoals de EU en de NAVO, een bijzonder interessante locatie voor buitenlandse inlichtingendiensten. Hier vind je een hoge concentratie aan interessante doelwitten. En het zijn niet alleen Belgische staatsburgers die het doelwit kunnen zijn van spionage- en beïnvloedingsactiviteiten.’
Hoe gaan onze inlichtingendiensten daar mee om? We hebben destijds toch belangrijke inspanningen moeten leveren op het gebied van counter intelligence om het NAVO-hoofdkwartier binnen te halen?
‘Eén van de belangrijkste voorwaarden om de NAVO hier te krijgen was de versterking van de Staatsveiligheid zodanig dat er een betere contraspionage werd uitgebouwd. Dat heeft ook zijn vruchten afgeworpen en de dienst contraspionage was de elite-afdeling binnen de Staatsveiligheid. Maar na verloop van tijd heeft de toenmalige baas Albert Raes de prioriteiten aangepast en is hij meer beginnen focussen op binnenlandse problemen, zoals de tegenstellingen tussen Vlamingen en Walen. Zeer tot ongenoegen van de Amerikaanse CIA, overigens.’
‘Maar ondertussen is er natuurlijk veel gebeurd. We kregen in Europa te maken met golven van islamitisch terrorisme. Het voorbije decennium heeft de dienst voornamelijk moeten inzetten op counter terrorism, waardoor de overige prioriteiten minder aandacht kregen. Meer zelfs, de overige diensten, waaronder counter intelligence, werden daardoor eigenlijk leeggezogen, omdat het niet anders kon en de totale capaciteit eigenlijk onvoldoende was. Op dit moment is de terreurdreiging niet weg, maar wel onder controle. Maar dat is ten koste gegaan van de andere missies van de Staatsveiligheid. De laatste jaren is ook herhaaldelijk gewaarschuwd voor de verslapte aandacht voor contraspionage, inmenging en opvolging economisch potentieel.’
U had het eerder al bij Doorbraak over de betekenis van de affaire Creyelman. U vermoedt dat dit slechts het topje van de ijsberg is.
‘Inderdaad. Waarop wijst deze affaire? Dat de Chinezen niet beter kunnen dan terecht komen bij een marginale figuur als Frank Creyelman? Of is dit het teken aan de wand dat ze met heel wat andere individuen in bed liggen die wel meer kunnen en beter in de cenakels van de macht zitten?’
Er wordt ook gesproken over het opvallende lobbywerk pro-China van mensen als Yves Leterme CD&V) en Rik Daems (Open Vld). Maar lobbywerk is natuurlijk niet strafbaar.
‘Dat klopt. Maar het gaat hier wel om een strategische tegenstrever die er geen geheim van maakt de nieuwe wereldmacht te willen worden en het Westen op economisch gebied wil overnemen. Alles wat we tot nu toe met de Chinezen hebben ondernomen getuigt van een dwaze naïviteit.’
‘Er zijn genoeg voorbeelden. Kijk naar de inplanting van de site van Alibaba bij de luchthaven van Luik. Dat heeft China een toegangspoort tot de Europese markt gegeven terwijl er van de beloftes aan de Waalse regering qua tewerkstelling weinig in huis is gekomen. Of neem de zaak rond Eandis, waarbij de Vlaamse regering met de tong uit de mond en eurotekens in de ogen klaar stond om China een belang in onze strategische infrastructuur te verkopen. Niemand stelde zich daar de vraag waarom de Chinezen bijna het dubbele boden voor een participatie van 14%. Die zaak is afgesprongen, maar niet omdat de Staatsveiligheid – terecht – waarschuwde, maar omdat er een politiek spel werd gespeeld waarbij de voornaamste drijfveer was de N-VA een hak te zetten.’
‘Wij benaderen onze relaties met China te veel vanuit ons eigen perspectief, zonder rekening te houden met hoe zij daar tegenover staan. Wij voeren bilaterale en multilaterale relaties. Voor de Chinezen is het economische oorlog. Dat staat zwart op wit in het programma van de Chinese Communistische Partij en wordt op elk congres bevestigd. De Chinezen willen ons niet militair overheersen maar richten zich op de economie. Geheel volgens de traditie van Sun Tzu: versla de vijand op alle fronten, zonder hem militair te engageren.’
‘Chinezen voeren een hybride oorlog, waarbij ze zich inkopen in westerse bedrijven en hun technologie stelen. Duitsland kan daar van meespreken. Ze leggen wereldwijd de hand op strategische voorraden van kostbare mineralen en andere grondstoffen. Maar ze proberen zich ook binnen te wringen in strategische infrastructuur, zoals communicatie en energie. Als ze ons dan nodig hebben op het internationale toneel, kunnen ze ons daarmee afdreigen om mee hun standpunten te ondersteunen.
‘We moeten dat ernstig nemen. Maar ik denk dat dat besef stilaan begint in te dalen.’
U haalt daar die grondstoffen aan. Die hebben we nodig voor onze groene transitie. Zetten de Chinezen en Russen ook in op radicale ecologische bewegingen zoals Extinction Rebellion en Greenpeace? Of op ecologische partijen als Groen en Ecolo?
‘Ik heb daaromtrent heel sterke vermoedens, maar kan dat niet bewijzen. Het is in elk geval geweten dat tijdens de Koude Oorlog verschillende van die bewegingen ook gefinancierd werden vanuit Moskou. Toen organiseerde de Sovjetunie allerlei snoepreisjes waarbij de deelnemers dan onderworpen werden aan “infosessies”. Vaak stonden leden van die beweging ook gewoon op de payrol van de KGB, de geheime dienst van de Sovjets. Toen de USSR de groene beweging steunde, was dat niet omdat ze wakker lagen van de natuur of het klimaat. Hoe dat op dit moment in zijn werk zou gaan, weet ik niet. Ik ben geen actieve speler op het terrein (lacht).’
‘Ik besef dat dit zware beschuldigingen zijn en ben dan ook voorzichtig bij het uitspreken ervan. Maar ik denk wel dat daar meer aandacht van onze inlichtingendiensten naartoe mag gaan. We zien toch ook dat die bewegingen actief voor polarisatie zorgen en ons al in de richting van problematische beslissingen hebben geduwd.’
Wat kunnen we tegen die beïnvloeding doen? Hebben onze inlichtingendiensten daar een antwoord op?
‘We moeten kijken naar de wettelijke bevoegdheid van onze diensten. Contraspionage en inmenging beschouw ik vanuit academisch perspectief als iets wat onder de grote noemer van counter intelligence valt. Onder inmenging valt ook desinformatie. Want het is de bedoeling om andere denkbeelden ingang te laten vinden in onze maatschappij, om de democratie en het politiek bestel te ontwrichten. Daarvoor zetten buitenlandse diensten in op de ondersteuning van extremistische partijen.’
‘Vanuit het perspectief van de inlichtingendiensten gaat counter intelligence over het beschermen van de eigen dienst en de informatie die er circuleert. Strikt genomen willen ze er voor zorgen dat niemand uit de eigen rangen door een buitenlandse dienst ‘gekeerd’ wordt, als mol ingeschakeld wordt. Maar we moeten dat breder bekijken. Het gaat om het beschermen van alle informatie die beschermd moet worden tegen manipulatie door buitenlandse mogendheden die de zaken in hun voordeel willen beïnvloeden. En de principes die je daarvoor hanteert, zijn dezelfde.’
‘Het gaat dan niet alleen om China of Rusland. We moeten ook rekening houden met andere en soms bevriende spelers, zoals het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten, die hier ook hun belangen komen verdedigen. Dat is voor onze diensten een bijzonder grote uitdaging. Juridisch gezien is dat een grijze zone: waar eindigt het legitieme lobbywerk en waar begint het malafide inmengingsverhaal. We moeten veel meer preventief en defensief kunnen ageren om onze maatschappij, onze besluitvormingsprocessen en de individuen die aan de knoppen zitten te beschermen tegen pogingen tot beïnvloeding.’
Hoe gaat dat in de praktijk in z’n werk?
‘De Staatsveiligheid probeert op grote schaal te sensibiliseren. Niet alleen bij de hoogste functionarissen, maar ook bij Buitenlandse Zaken. Ze organiseren infosessies waarbij ze toelichting geven over de manieren waarop je kwetsbaarheden kan detecteren en voorkomen. Maar die actoren staan niet altijd open voor het verhaal van de inlichtingendiensten. Ze vinden al snel dat het allemaal te veel James Bond-achtig klinkt.’
‘Dat heeft te maken met de typische houding van de Belgen. “Bij ons gebeurt dat niet, dat komt enkel voor in de film.” Een bijzonder naïeve houding. Al is Buitenlandse Zaken wat aan het bijdraaien, toch blijft “inlichtingendienst” voor hen een vies woord. Ze hebben daar liever niets mee te maken. Jammer genoeg passen ze die houding toe op de eigen inlichtingendienst in plaats van die van buitenlandse mogendheden.’
We hebben het nu vooral gehad over politiek. Maar ook aan onze universiteiten valt er veel te halen voor buitenlandse mogendheden. Zo zijn er veel buitenlandse studenten aanwezig, waarbij we met zekerheid weten dat Chinezen vaak banden hebben met de Chinese staatsveiligheidsdienst MSS. Hoe zit het met het academisch bewustzijn op het gebied van informatiebescherming?
‘Je mag er inderdaad van uitgaan dat Chinese studenten in het buitenland werken voor de MSS. Er is een campagne lopende om die bewustwording aan te wakkeren. Enkele jaren geleden is de Staatsveiligheid bij de rectoren langs geweest om hen te briefen over kennisveiligheid. Ze hebben gewaarschuwd voor studenten uit bepaalde landen waarvan we weten dat ze hard inzetten op het stelen van economische geheimen. China staat daar op nummer 1. Zes procent van hun BNP is volgens de Amerikaanse diensten gebaseerd op wat ze stelen in het buitenland. Maar er zijn ook andere landen. Iran staat daarvoor bekend. Dat land is geïnteresseerd in alles wat met nucleaire technologie te maken heeft.’
‘Voor de Universiteit Antwerpen heb ik een lijst opgesteld van universiteiten en onderzoeksinstellingen waarvan we weten dat ze stevige banden hebben met de inlichtingendiensten van het thuisland. Te beginnen met de Chinese Seven Sons of National Defense, de eretitel die hun topuniversiteiten krijgen omwille van hun banden met de MSS. Maar dus ook Iraanse instellingen staan op de zwarte lijst, omwille van hun interesse in het ontwikkelen van een kernwapen.’
‘Voor universiteiten is dit een moeilijk gegeven. Die doen traditioneel aan kennisuitwisseling om heel de wereld beter te maken. Het is voor veel collega’s moeilijk om te vatten dat andere landen hier misbruik van maken om zaken te stelen.’
We hadden het over China en Rusland, maar hoe zit het met inmenging vanuit de islamitische wereld? Ik denk aan de Moslimbroederschap, Saudi Arabië, Marokko, Qatar. Die hebben een andere, islamitisch-ideologische agenda.
‘Qatargate is nu al uitgebreid beschreven. Daar zie je al hoe ver de tentakels reiken. In elk geval zijn er meer dan voldoende benaderingspogingen vanuit die hoek. Of het dan effectief lukt of niet, kan ik op dit moment niet zeggen. Maar uit alles blijkt dat vooral onze Franstalige vrienden van de PS en ook Ecolo stilaan met een probleem zitten. In Vlaanderen denk ik dat de infiltratie minder ver gaat.’
Onderwijs is belangrijk. Wie dat in handen heeft, bepaalt de toekomst. Hoe staat u tegenover onderwijsinitiatieven zoals de Lucerna-colleges, die bij ons zijn opgericht door de Turkse gemeenschap?
‘Ik ben geen onderwijsspecialist en ben ook niet zo bekend met hoe die functioneren. Ik kan over die specifieke scholen dus geen uitspraken doen.’
‘Maar ik vind dat alles wat gekoppeld is aan een identiteit die niets met de Belgische nationaliteit te maken heeft, potentieel problematisch is. Zeker als de band met het buitenland rechtstreeks is en als daar waarden en normen worden onderwezen die niet passen in de waarden van de Verlichting. De waarden van de Verlichting zouden hier de maatstaf moeten zijn. Alles wat daar tegenin gaat of openlijk predikt om ze te ondermijnen of af te schaffen, moet beschouwd worden als vijandig.’
‘En nu je het onderwerp toch op onderwijs hebt gebracht, mag je ook dit noteren: de grote vraag is hoe we desinformatie gaan bestrijden. Op dat gebied is er een rol weggelegd voor ons onderwijs. Vanuit mijn functie als inlichtingenprofessor pleit ik voor het afschaffen van godsdienstlessen. Vervang die door historische praktijk, heuristiek. Dat is de methodologie om informatie kritisch te evalueren. Mediawijsheid en kritisch omgaan met bronnen: dat waar historici al eeuwenlang in getraind worden.’
‘Daar moet ons onderwijs meer op inzetten. Als daarvoor dan andere vakken moeten sneuvelen, liggen voor mij de godsdienstvakken voor de hand. Iedere vorm van dogmatische godsdienst is op zichzelf al een vorm van desinformatie.’
Lees ook: EINDEJAARSINTERVIEW met Dom Johannes: ‘Kloosterleven is geen vlucht uit de wereld’
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Winny Matheeussen (1973) noemt zichzelf misantroop, hondenvriend en bergzitter.
In Leuven is mobiliteit een belangrijk verkiezingsthema. Een strijd tussen groene ideologie en de menselijke maat.
Sinds 16 september wordt er weer gecontroleerd aan de grens met Duitsland. Hoe effectief zijn die controles?