JavaScript is required for this website to work.
post

KU Leuven gebuisd voor Frans en Engels

of: Een andere manier om het onderwijsniveau op te krikken en het English Only op te lossen

Jean-Pierre Rondas9/4/2019Leestijd 5 minuten

foto ©

De toekomst is aan het gebroken Engels vinden de filosofen van de KULeuven. Frans? connais pas!

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het is nu al tien jaar een aanrader, dat Feest van de Filosofie in Leuven. Telkens op een zaterdag in de lente en met een ijzersterke formule: een actueel thema, een treffende slogan, en een internationale beroemdheid als themaspreker. Twee of drie jaar geleden waren er zelfs twee beroemdheden: het thema was grenzen, de eerste spreker was Frank Furedi en de laatste Paul Scheffer. Die dag kon niet meer stuk.

Jacques Rancière

Dit jaar probeerde men scherp te stellen op zoiets vaags als broosheid, kwetsbaarheid en gestuntel, onder de slagzin ‘Met falen en opstaan’. Op zich al een onmogelijke opdracht, maar toegegeven: wie het over falen heeft mag best zelf wel eens falen. Dat is precies wat gebeurde met de spreker van deze dag. Themaspreker Jacques Rancière sprak namelijk geen Frans.

Jacques Rancière (1940) is een van de doyens van de Franse filosofie. Hij komt uit de marxistische traditie en hij is nog altijd een gelijkheids- en emancipatiedenker. Hij houdt zich bezig met esthetica in het algemeen, en meer specifiek met esthetica van de cinema. Rancière is gefascineerd door 19de eeuwse Franse arbeiders die tegelijk, of moet ik zeggen toch autodidact waren. Uit deze belangstelling is dan ook zijn populairste werk gegroeid: Le Maître ignorant.* Jammer genoeg moet ik daar straks op terugkomen.

Politiek van het landschap

Dat zijn lezing in Leuven helemaal niet in het teken van het thema kwetsbaarheid stond (en hij dus eigenlijk geen keynote speaker mocht zijn) stoorde me geenszins. Zijn titel vond ik zelfs veelbelovend: ‘The politics of landscape’. Hij zou het verband schetsen tussen Engelse en Franse tuinaanleg en de Franse Revolutie. Ik kan er niets aan doen: ik val voor zulke onderwerpen. Maar in mijn enthousiasme had ik, net zoals u lezer nu, nauwelijks aandacht besteed aan die Engelstalige titel. In 2007 had ik Rancière immers voor een zaal vol met Leuvense academici in het Frans geïnterviewd. Maar de lezing over landschappen dit jaar had wel degelijk in het Engels plaats. Enfin, in het soort Engels dat men vandaag uit deernis broken English pleegt te noemen.

Het resultaat van deze vorm van communicatieboycot was ernaar. Niemand in de volle Vesalius-aula heeft van Rancières lezing kunnen genieten. Hij hield namelijk hetzelfde tempo aan dat hij in zijn Frans gewoon is. De mensen begrepen er niets van. Sommigen vingen hier en daar een naam op (Immanuel Kant! Edmund Burke! William Wordsworth!) of een concept (het Landschap! Het Sublieme! De Revolutie! De Serpentine!) Wie de materie een beetje kende snapte dan weer de verbanden of de bedoelingen niet.

Verlegen volkje

Wat zijn wij een verlegen volkje. Niemand die wat zei. Niemand die protesteerde. Het radicaalste teken van protest was dat aanwezigen elkaar ‘veelbetekenend’ aankeken. Wie je niet meer kon aankijken was al een tijdje weggedommeld. Ik telde de knikkende koppen.

Iemand van de organisatie van dit Feest (het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte) moet Rancière wijsgemaakt hebben dat onze Vlaamse doctoraatsstudenten, na tien jaar Frans als Tweede Taal in het lager en het middelbaar onderwijs, gewoon niet in staat zijn een lezing in het Frans te volgen. En dat zou dan ook gelden voor het ruimere publiek waarop het Feest van de Filosofie toch eveneens mikt.

Zo moet het gegaan zijn. Een Fransman gaat er toch van uit dat heel België ofwel Franstalig of minstens tweetalig is? En zeker Leuven, gezien de geringe afstand tot Brussel? Dan moet iemand hem voorgelicht hebben over onze onkunde van het Frans.

De onwetende meester

Dit is nu juist de merkwaardige communicatiesituatie die we in Leuven meemaakten. Rancière heeft namelijk zelf over zulke situaties geschreven. Hijzelf is de juiste persoon tot wie we ons moeten wenden om zo’n taalprobleem te helpen oplossen – in theorie tenminste. Over een leraar die de taal van zijn studenten niet spreekt, over studenten die het koeterwaals van hun leraar niet verstaan: daarover gaat Le Maître ignorant, het boek dat Rancière ook bij een ruimer Frans publiek beroemd heeft gemaakt.

Jacotot en Télémaque

Hier komt Joseph Jacotot op de scene. Hij is de onwetende schoolmeester van Rancières boekje. Een pedagoog uit Dijon die in volle Hollandse tijd, in 1818, een vaste betrekking kreeg als lector Frans aan de staatsuniversiteit van Leuven. Omdat zijn studenten geen gebenedijd woord Frans verstonden, en hij al evenmin een woord Nederlands, gaf hij ze gewoon een exemplaar van Fénelons Télémaque te lezen, zonder een woord uitleg. Maar hij deed dat niet uit luiheid. Hij had namelijk een Missie.

Télémaque is een vroege roman uit 1699, geschreven door een Franse literaire prelaat, een aaneenschakeling van verhalen waarin de zoon van Odysseus de reis van zijn vader nog eens overdoet en dus bijvoorbeeld ook Calypso ontmoet, die op slag op hem verliefd wordt omdat hij zo sterk op zijn pa gelijkt. Télémaque was een enorm populair, sentimenteel prozastuk dat tot diep in de 19de eeuw werd gelezen en vertaald. Ook in het Nederlands werden tussen 1700 en 1850 ettelijke vertalingen uitgegeven.

Welnu, de studenten in Leuven kregen van Jacotot, onze onwetende schoolmeester, een tweetalige editie van de Télémaque, rechts Frans, links Nederlandse vertaling. Ze moesten alleen onbegrijpend lezen, blokken en herkauwen. Ondertussen zou Jacotot geen les geven (maar wel doorbetaald krijgen). Hij gaf hen slechts de opdracht mee: keer over drie maand eens terug, en weet me dan te vertellen wat ge geleerd hebt.

Universeel onderwijs

En zie: na die tijd, en eigenlijk al na enkele bladzijden, konden de Fransonkundige Leuvense boerenpummels niet alleen Frans lezen, maar zich ook nog eens voortreffelijk in die taal uitdrukken! Jacotot had een goedkope methode gevonden die er geen was: l’enseignement universel, de universele methode, die ervan uitgaat dat iedereen gelijkelijk alles kan kunnen. Jacotot heeft er na 1830, terug in Frankrijk, nog veel succes mee gehad. Het zal duidelijk zijn dat onze Jacques Rancière in deze merkwaardige pedagoog vele aanknopingspunten heeft gevonden voor zijn eigen egalitarisme en zijn emancipatorische pedagogie.

Omdat ik tijdens Rancières lezing over landschappen altoos aan zijn boekje over onwetende meesters en studenten dacht, voelde ik me precies als een van die eveneens onwetende Leuvenaars van in ’t jaar 1820. Ook zij moesten onbekende klanken ontcijferen en decoderen tot ze er een fractie van verstonden. Me dunkt dat we straks in 2020 naar 1820 teruggekatapulteerd zijn. Het Engels heeft de plaats van het Frans van toen ingenomen.

Hoger Instituut voor Taalbegeerte?

Terug dus naar de organisatie achter het Feest van de Filosofie, het HIW (Merciers Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, gelegen aan het Kardinaal Mercierpleintje) – of zelfs terug naar de taalpolitiek van de hele KULeuven.
Daar denken zij dat wij koeterengels boven ‘native’ Frans verkiezen. Daar denken ze dat het Frans ons te machtig is, maar dat het Frenglish erin gaat als zoete koek. Daar verkiezen zij de onverstaanbaarheid boven het gebruik van het Frans. Door iedereen zijn eigen variant van het koeterengels te laten debiteren gaan zij voluit voor de obstructie van de communicatie.

Hebben zij (die universitaire ambtenaren) iets tegen het Frans? Maar neen, integendeel, ze zijn er in principe voor, want ze houden van la Belgique. Het zijn mensen die de splitsing van de unitaire Leuvense universiteit betreuren. Het zijn de mensen die aan de Faculty Club de leeuwenvlaggen weghalen. Men ziet: om het Frans uit het intellectuele leven te schrappen heb je niet eens flaminganten nodig. De KULeuven heeft zich neergelegd bij, en toegelegd op het verdwijnen van talenkennis in het algemeen en van de kennis van het Frans in het bijzonder.**

Onze Alma Mater

Deze ambtenaren hebben de mond vol van meertaligheid in Brussel (waar meertaligheid slechts een voorwendsel is om het ‘identitaire’ Nederlands nog meer te marginaliseren). En over pseudo-meertaligheid in de didactiek. Maar als het om echte meertaligheid gaat, geoefend door confrontatie en uitwisseling met anderstaligen, dan geeft de KULeuven forfait. Dan loopt onze Alma Mater als een bronstige koe het English Only achterna.

Doet zij dat voor de Erasmusstudenten? Voor de internationalisering? Voor de Engelstaligen? Niet echt. Het is vooral voor de Vlaamse studenten dat ze het doet. Nochtans is de oplossing zowel voor Vlamingen als voor anderstaligen simpel. Zorg dat ge ‘uw Frans’ kent. Leer gewoon Frans. Geen sympathieke taal? Doet er niet toe. Leer het, daarvoor dient de school. Doe het zoals Jacotot het wilde en zoals Rancière het aanprees: met falen en opstaan. Wie voor Rancières gelijkheidsopvatting gewonnen is, moet ook aanvaarden dat iedereen in staat is een taal te leren.
Benieuwd naar het Feest van de Filosofie van 2020. Ondertussen neurie ik dat lied van Wim Decraene.
_________
*Jacques Rancière, Le Maître ignorant. Cinq leçons sur l’émancipation intellectuelle. 1987. Vertaald als De onwetende meester. Vijf lessen over intellectuele emancipatie. Acco, Leuven , 2007.
** Zie ook de afschaffing van de Slavistiek als subfaculteit.

Jean-Pierre Rondas was tot 2011 radiomaker bij Klara (VRT) met de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas. Publiceerde 'Rondas’ Wereldbeeldenboek' (2006). Als stichtend lid van de Gravensteengroep redigeerde hij 'Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen' (2012). In 2014 verscheen 'De hulpelozen van de macht'.

Commentaren en reacties