Vakbonden kunnen het potje breken zonder te betalen
Moeten vakbonden ook rechtspersoonlijkheid dragen?
Schade door vakbondsstakingen kan maar moeilijk verhaald worden.
foto © Reporters
Vakbonden dragen geen rechtspersoonlijkheid, wat bij acties soms straffeloosheid doet vermoeden. Moeten we dit voorrecht opheffen of behouden?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementVerschillende NMBS-medewerkers leggen deze week het werk weer neer: slechts één op vier treinen zal rijden. Hoe minder treinen rijden, hoe meer reizigers schade lijden. Bovendien werd in het verleden aangetoond dat vakbondsleden soms zelf tussen de amokmakers zitten. Pech, want een vakbond kan niet aangeklaagd worden. Of wel?
Staken mag niet zomaar
In de spoorsector bestaat er een recht op staking, al mag dat in principe enkel uitgeoefend worden nadat alle andere onderhandelingen over loons- en arbeidsvoorwaarden tot niets leiden, en alle andere vreedzame middelen (waaronder bemiddeling) opgebruikt zijn. Bovendien men een staking niet ‘zomaar’ organiseren. Er moet een redelijke verhouding zijn tussen de eisen van de vakbonden en de schade die de vakbonden ermee aanrichten.
Deze week vouwen verschillende spoorwegwerknemers de handen in elkaar, omdat er volgens hen te weinig personeel en middelen beschikbaar zijn. Premier Alexander De Croo (Open Vld) en minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) beloofden de spoorvakbonden tegen midden oktober meer duidelijkheid rond de financiering van het spoor in de toekomst.
Collectief arbeidsrecht
De verhoudingen tussen een groep werkgevers en een groep werknemers zijn georganiseerd via een ingewikkelde groep regels, die bekendstaat als het ‘collectief arbeidsrecht’. Dat collectief arbeidsrecht bevat drie fundamentele grondrechten: de vrijheid van vereniging, het recht op collectief onderhandelen en het stakingsrecht.
Werknemers (of werkgevers) mogen zich groeperen in vakorganisaties, waardoor zij zich ten aanzien van de werkgevers (of werknemers) in een sterkere onderhandelingspositie bevinden. Op die manier kunnen zij door middel van collectieve onderhandelingen overeenkomsten sluiten. Het stakingsrecht dient vooral om druk te zetten op de wederpartij. De hoger vermelde grondrechten moeten het economisch onevenwicht tussen werknemers en werkgevers enigszins herstellen. Immers, arbeidsverhoudingen zijn eigenlijk ook machtsverhoudingen.
Vrijheid van vereniging
Iedereen heeft het recht om een vakorganisatie op te richten of lid te worden, maar ook om dat net niet te doen. Dat recht op vrijheid van vereniging werd in de Grondwet verankerd. Hoeveel werknemers er precies aangesloten zijn bij een vakbond is niet helemaal duidelijk. Volgens Frank Hendrickx, professor Arbeidsrecht aan de KU Leuven, is de syndicalisatiegraad in België gemiddeld ongeveer 55 procent. Bij bedienden ligt dat volgens hem wat lager (rond de veertig procent), en bij arbeiders wat hoger (soms tot tachtig of negentig procent). Het is wel geweten dat vakbondsaansluiting in de spoorsector vaak voorkomt. België is volgens het ABVV een van van de landen met de hoogste syndicalisatiegraad ter wereld.
Het Belgische systeem kent een aantal zogeheten ‘representatieve’ vakorganisaties, zowel voor de werknemers als voor de werknemers. Om representatief te zijn, moet zo’n organisatie voldoen aan tal van criteria en bovendien erkend worden. In ruil daarvoor krijgen zij een aantal voorrechten, die ‘gewone’ vakorganisaties niet hebben. Zo hebben zij de bevoegdheid om collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) te sluiten of een recht op vertegenwoordiging in de Nationale Arbeidsraad (NAR). In de praktijk hebben aan werknemerskant drie grote vakbonden een monopolie. Dit zijn het Algemeen Christelijk Vakbondverbond (ACV), het Algemeen Belgisch Vakbondverbond (ABVV) en de Algemene Centrale van Liberale Vakbonden van België (ACLVB).
Vakbonden en straffeloosheid
Grootschalige stakingsacties worden meestal georganiseerd vanuit een of meerdere vakbond(en), maar die hebben geen (volledige) rechtspersoonlijkheid. Dat zorgt ervoor dat men vakbonden niet aansprakelijk kan stellen wanneer stakers, bijvoorbeeld, schade aanrichten aan auto’s tijdens een manifestatie of wanneer zij een ziekenwagen in nood de doorgang verhinderen. Het is zelfs zo dat een werknemer van een vakbond die vakbond niet kan dagvaarden wanneer hij vindt dat hij onterecht ontslagen werd.
Het ontbreken van aansprakelijkheid creëert bij velen een gevoel van straffeloosheid, maar voorstanders lossen dat op door erop te wijzen dat men de vakbonden zelfs misschien niet, maar de concrete daders van een actie wel voor de rechtbank kan slepen. ‘In de praktijk kunnen die echter zelden worden geïdentificeerd’, schrijft Lorenzo Risack in Rechtenkrant.
Waarom?
Het ontbreken van volkomen rechtspersoonlijkheid bij een vakbond is er natuurlijk niet zomaar. Oorspronkelijk wilden beleidsmakers te veel beperkingen aan vakbondsactiviteiten en te veel overheidsinmenging vermijden. Alleen zo konden de vakbonden de belangen van werknemers en werkgevers op een vrije en ordentelijke manier behartigen. Bovendien zouden vakbondsorganisaties te vaak het slachtoffer worden van specifiek op hen gerichte rechtsvorderingen, mochten zij volkomen rechtspersoonlijkheid dragen.
Door vakbonden geen rechtspersoonlijkheid toe te kennen zou dus het stakingsrecht gewaarborgd worden, al denken lang niet alle Europese landen zo. In Nederland hebben vakbonden wel degelijk rechtspersoonlijkheid, waardoor in een extreem geval de rechter zelfs stakingen kan tegenhouden.
Lange discussie
Het al dan niet toekennen van rechtspersoonlijkheid is al langer het voorwerp van discussie. Daarin nemen zowel fervente voor– als tegenstanders het tegen elkaar op. ‘Ze zetten de stakingsposten op, maar zodra een deurwaarder met een dwangbevel komt van bijvoorbeeld 5000 euro per uur en per persoon dat de industriezone niet wordt vrijgemaakt, geven ze niet thuis. Dan riskeren hun leden op te draaien voor de kosten als ze op de eis van de deurwaarder niet ingaan. Een vakbond met rechtspersoonlijkheid zou die zelf moeten betalen. En dat is niet meer normaal. Potje breken, potje betalen’, schreef Alain Mouton in Trends.
Daar zit wat in, want wie schade berokkent aan een ander is verplicht die te vergoeden. Toch?
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Wannes is eindredacteur en journalist. Hij werkt sinds 2021 mee aan Doorbraak.
‘De Staatsinjectie’ van Tinie Kardol is ons boek van de week. Koop het nu tegen een voordeelprijs!
Tom Lamont (Vlaams Belang): ‘Een moratorium op de sluiting van bedrijven zal multinationals en kleine starters ontmoedigen te investeren in onze regio.’