La Belgique zal Bruxels zijn ou ne sera pas
Standpunt
De nieuwe belgitude is heel erg Brussels getint. Wordt het hoofdstedelijk gewest model voor het hele land, vraagt Peter De Roover zich af.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement‘Het nieuwe België is formidable’, bloklettert de voorpagina van mijn kwaliteitskrant op maandagochtend. ‘Formidable’ is formidabel maar ook de titel van een lied – pardon, song – van een Brusselse rapper. Hoe komt een rapper op de voorpagina van een kwaliteitskrant?
Een opgevoerd podiumnummertje blijkt verkoopbaar als een veelzeggend politiek moment. ‘Alles goe? Spreken jullie Vlaams? In Brussel we spreken Frans en Vlaams. Oké?’ Dat waren de bewuste woorden van Stromae op het podium van het feest van de Franse Gemeenschap op 27 september. Filip Rogiers, De Standaard-journalist, met weekeinddienst vermoeden we en Brusselaar, verkocht daar veel spektakel rond in zijn maandagkrant.
Wie nog in FDF-tijden leeft, kan verbaasd staan bij de vaststelling dat ‘Brussels’ niet meer per definitie ‘anti-Nederlands’ (bij Stromae wordt ‘Nederlands’ ‘Vlaams’) betekent. Volg Philippe Van Parijs en je weet dat moderne Brusselaars wel degelijk een plaats inruimen voor het Nederlands. (‘Het Brussel-verhaal van Van Parijs’)
Bovendien klinkt zo’n feel good uitroep uiteraard uitstekend op een podium bij een feest. We zijn allemaal vrienden samen, wie kan er tegen zijn? Als een artiest roept ‘is everybody happy’, wat brult dan zelfs een toeschouwer die net van zijn therapeut komt voor een sessie ter behandeling van zijn depressie? Juist, ‘yeah’. Daaruit concluderen dat hij ‘happy’ is, gaat wat ver. Bij Stromae wordt het gejuich van het publiek wel ‘vertaald’ (excusez le mot) als politiek statement.
‘Kompany en Stromae zijn behalve razend populaire stijliconen ook culturele hybriden, archetypische “nieuwe’ Belgen”’, maakt Rogiers er meteen een verbindend Belgisch verhaal van. Spijtig dat het zo’n hol verhaal is.
Rapper Stromae is de zoon van een Rwandese vader (die hij zeer jong verloor) en een Vlaamse moeder, uit Dendermonde. Heel oud-Belgisch is alvast dat hij in de tweetalige hoofdstad opgroeide tot een zo goed als Nederlandsonkundige. Net voor zijn optreden gaf hij voor StuBru een interview in een mengelmoes, waarbij hij steeds moest terugvallen op zijn moedert… euh, op zijn Frans. De StuBru-presentator vond het op zijn beurt nodig zijn onkennis van het Frans te etaleren daarbij samen met Stromae een soort Belgische ondertaal fabricerend.
Het Nieuwsblad schreef op 4 mei 2010: ‘Maar Paul (Van Haver, Stromaes echte naam – nvdr) groeide op in Brussel en heeft het moeilijk om Nederlands te praten, al probeert hij soms. “Ik schaam me er zelfs wat voor”, geeft hij eerlijk toe met de brede glimlach die hem typeert. “Toen ik nog tiener was, had ik een studentenjob op het domein van Huizingen. Daar moest ik mensen aanspreken in het Nederlands. Maar ondertussen zit het behoorlijk ver weg. Mijn Engels is nu beter dan mijn Nederlands.”’
De schaamte was blijkbaar niet zo groot dat hij in de daaropvolgende drie jaar een ernstige poging zou ondernomen hebben om dat Nederlands een beetje op peil te brengen. De nieuwe belgitude waar Stromae symbool voor staat, heeft meer van het oude België dan wordt toegegeven. Enkele kromme woorden Nederlands op een podium moeten volstaan om de Vlaamse kinderhand weer voor een tijd gevuld te zien.
Kristof Calvo, kamerlid voor Groen, wil de fenomenen Stromae en Vincent Kompany graag instrumentaliseren voor de zogenaamde nieuwe belgitude. Wat die inhoudt, kunnen we bij hem lezen. Wat er typisch Belgisch aan zou zijn, blijft een geheim. Ik reageerde er al eerder op.
Echt Belgisch zou de tweetaligheid kunnen zijn. Stromae kan daar uiteraard geen symbool voor staan. Vincent Kompany wel. Philippe Van Parijs ook. Beiden spreken beide talen uitstekend. In dat duo is meteen zowel de amusementswereld als de intelligentsia vertegenwoordigd. Alleen is die drang naar tweetaligheid absoluut geen Belgisch fenomeen maar – in de mate het bestaat en er nood aan is – op z’n best een Brussels. Buiten de hoofdstad is de Nederlands/Franse tweetaligheid een absolute uitzondering, zowel in Vlaanderen als in Wallonië. Die tweetaligheid gaat er in dit land met rasse schreden op achteruit. Zelfs de premier – voor Calvo nochtans een voorbeeld van die belgitude – beheerst niet alle landstalen voldoende. Zowel in Vlaanderen als Wallonië staat de twee van tweetalig in de meeste gevallen voor het Engels.
Het is dan ook geen toeval dat Vincent Kompany, Stromae, Philippe Van Parijs en Filip Rogiers Brusselaars zijn of in het hoofdstedelijk gewest wonen. De sociologische realiteit daar wijkt fundamenteel af van die in de rest van het land. Ook Antwerpen is meertalig op straat maar het Frans speelt er een marginale rol.
Als dat ‘nieuwe’ België met die ‘nieuwe’ belgitude vandaag ergens meer kan zijn dan een hype, dan een kunstmatig opgepept marketingfenomeen, dan is het in Brussel. ‘Ja, er bougeert iets in het koninkrijk’, schrijft Filip Rogiers (over)enthousiast. Bedoelt hij met koninkrijk meer dan het Brussel gewest? Kan of zal dat gewest ooit model staan voor het hele land? Dat zal de volgende jaren blijken. Indien niet, dan is die nieuwe belgitude een kort leven beschoren, zoals alle hypes. Vandaar: la Belgique zal Bruxels zijn où ne sera pas.
Dat Stormaes succesnummer ‘formidable’ eigenlijk handelt over de breuk met zijn vriendin, kan niet als een goed voorteken beschouwd worden. Zelfs het nieuwe volkslied van de belgitude gaat over een scheiding.
<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>
Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.
Peter De Roover verantwoordt de keuze van de N-VA om in Vlaanderen een Zweedse coalitie op de been te helpen, zonder het Vlaams Belang.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.