Laat de kat maar muizen vangen
Wereldwijd is de regel dat Groen aan stuurboord zit.
foto © wikipedia.de
Zes leden van ‘Stuurboord’, een centrumrechtse beweging binnen de Vlaamse christendemocratie, verklaren de regeringsdeelname van de CD&V.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIn het jongste nummer van Samenleving & Politiek vroeg Wim Vermeersch zich af of de partituur van De Croo I, ook bekend als Vivaldi, in de uitvoering wel voldoende rood en groen zou kleuren. Hoewel onze uitgangspunten niet de zijne zijn, maar resoluut oranje kleuren, begrijpen we zijn bekommernis. Dat de federale regering steunt op een ideologisch breed draagvlak impliceert dat partijstandpunten slechts zelden onversneden het regeerakkoord hebben gehaald. Daarenboven heeft de beginselvaste houding van CD&V-voorzitter Joachim Coens belet dat dit regeerakkoord leest als een doorslagje van de akkoorden uit de lang vervlogen tijd die bekend staat als paars-groen.
Die beginselvastheid was ook nodig, want met name in christendemocratische kringen bestond er groot wantrouwen tegen de uitgangspunten van deze regering. Een aantal onhandigheden (we zullen beleefd blijven) vanwege de andere onderhandelaars leek dit gevoel te bevestigen. Die voorgeschiedenis zet aan tot waakzaamheid, maar kan geen excuus zijn om nu vier jaar in een hoekje te gaan zitten mokken. Dat enthousiasme bij het begin van een regeerperiode geen garantie is voor resultaat op het einde ervan, bewijst trouwens het Zweedse experiment tussen 2014 en 2018. In 2014 dachten nogal wat Vlamingen met een centrumrechtse overtuiging dat minstens een deel van hun dromen werkelijkheid ging worden, in 2018 bleek dat lelijk tegen te vallen. Dat was deels te wijten aan de omstandigheden en deels aan politieke spanningen binnen die regering. Regeerperiodes zonder dergelijke spanningen en omstandigheden zijn echter nog nooit voorgekomen.
Een regering heeft een budget nodig
Nu de nieuwe regering richting kruissnelheid gaat, is het moment dus niet gekomen om te bedenken wat had kunnen zijn, maar wel wat in de gegeven omstandigheden al dan niet mogelijk is. De pauzeknop indrukken tot 2024 is geen optie – en als dat wel kon, zou het gewoonweg een schadelijke keuze zijn. Het is dus zaak enkele focuspunten te identificeren die een hefboom kunnen zijn naar het Vlaanderen dat we voor onze kinderen willen. Als christendemocraten die zich thuis voelen in de traditie van de centrumrechtse vleugel van de partij, zien we alvast een aantal dergelijke punten.
Elk regeringsprogramma staat of valt met zijn budgettaire basis – en of we dat nu leuk vinden of niet, die is voor een groot deel fiscaal bepaald. Grote voorzichtigheid is hier nodig. Natuurlijk vereist Corona specifieke en grote uitgaven. Het mag echter niet de bedoeling zijn die (hoofdzakelijk) door nieuwe belastingen te financieren, noch onze kinderen en kleinkinderen met een zware erfenis te belasten. Laat ons de uitzonderlijke opportuniteit grijpen om het kerntakendebat en de transfers van Vlaanderen naar Wallonië grondig ter harte te nemen en alle niet noodzakelijke uitgaven te schrappen.
Dat de reeds gekende fiscale keuzes uitdrukkelijk prioriteit geven aan een gezinsvriendelijke fiscaliteit, is goed nieuws maar mag geen vrome wens blijven. Het is alvast een stap in de goede richting, dat helder wordt gekozen om rekening te houden met de opvang van oudere familieleden in andere kerngezinnen. Die evolutie versterkt onze gezinnen, maar houdt vanzelfsprekend ook uitdagingen in, zodat het essentieel is deze keuze effectief te maken.
Gezondheidszorg
Dat in de gegeven omstandigheden veel aandacht in het regeerakkoord uitging naar het thema van de gezondheidszorg zal allicht niemand hebben verbaasd. Daarbij is het goed nieuws te merken dat het regeerakkoord een brede visie op gezondheid uitdraagt en onder meer rekening houdt met de relevantie van zingeving voor de gezondheid van mensen. We mogen hopen dat die positieve kijk op zingeving ook zal blijken uit daden. Daarbij denken we met name aan een benadering van de coronamaatregelen die het belang van religieuze vieringen erkent en maximaal streeft naar een veilig verloop ervan, eerder dan ze weg te zetten als lastige bijkomstigheden.
Meer in het algemeen kiest het regeerakkoord voor preventief in plaats van curatief optreden, waarbij het voorzorgbeginsel een centrale rol speelt. Die keuze voor voorzichtigheid en duurzaamheid sluit nauw aan bij de christendemocratische gedachte van het rentmeesterschap en een terughoudende visie op maakbaarheid. Die keuze is ook de onze; ze mag niet beperkt blijven tot de terreinen van ecologie en gezondheidszorg, maar moet gelden als de basislijn in het beleid. Duurzaamheid is te belangrijk om aan het politieke ecologisme over te laten, maar als de ecologisten bereid zijn terug te keren naar de wortels van de eigen beweging, worden er misschien dingen mogelijk die dat vroeger niet waren. Dat in Duitsland christendemocraten en groenen op constructieve wijze hebben leren samenwerken, onder meer door afstand te nemen van materialistische ideologieën van alle slag, kan ook elders inspirerend werken.
Volgens ons valt er een direct verband te onderkennen tussen die keuze voor duurzaamheid en voorzichtigheid, en het feit dat – eindelijk, en niet voor iedereen van harte – wordt overgegaan tot evaluatie van de wetgeving inzake abortus en euthanasie. Het zou volkomen inconsistent zijn om omtrent bepaalde ethische vraagstukken wel ruimte te laten voor reflectie, en op andere ethische thema’s onnadenkend wetgeving te gaan produceren onder druk van economische belangengroepen of mediatieke strovuurtjes.
Samenwerkingsfederalisme
Het regeerakkoord maakt een resolute keuze voor samenwerkingsfederalisme als model voor een Belgisch staatsverband dat werkt. Samenwerken werkt, dat verkondigen de christendemocraten al lang – maar samenwerken vereist ook draagvlak en bereidheid samen te werken. In die zin hoeft het verschil tussen een eerlijk samenwerkingsfederalisme en een volwassen confederalisme niet zo groot te zijn. Laat ons op zoek gaan naar een structuur waarin wordt samengewerkt als daartoe bereidheid is. Die bereidheid zal er zijn als meerwaarde wordt verwacht.
Last but not least lezen we in het regeerakkoord meerdere aanzetten voor een herwaardering van het lokale leven en het lokale bestuur. Door de coronacrisis en de plotse doorbraak van het thuiswerk speelt ons leven zich weer meer dan voorheen af onder de kerktoren, zonder dat dit onze horizon hoeft te beperken. Als onze lokale kernen op die manier weer kunnen winnen aan slagkracht, is dat mooi meegenomen. Dat de federale regering aankondigt jaarlijks een burgemeestersconferentie te willen organiseren past in dat perspectief. Het valt dan ook te hopen dat ook de Vlaamse regering nauwer aansluiting gaat zoeken bij het lokale bestuursniveau.
Kortom, er is werk aan de winkel tussen nu en het einde van deze regeerperiode. Er zijn daarenboven aanknopingspunten te vinden voor een beleid dat tegemoet komt aan de verzuchtingen van de publieke opinie in Vlaanderen. Het zou onverstandig zijn die kansen te laten liggen.
Emile Desimpel, Frank Judo, Dirk Lambrecht, Frederik Pieters, Pieter Smits, Karel van Butsel en Roeland van Roosbroeck zijn leden van de beweging Stuurboord, die in het kader van de Vlaamse christendemocratie de centrumrechtse traditie gestalte wil geven.
Categorieën |
---|
Emile Desimpel is gemeenteraadslid in Kluisbergen, Pieter Smits in Schelle, en beiden behoren tot de kerngroep van Stuurboord
Toon Vandeurzen (CD&V): ‘Laat ons opnieuw vanuit Vlaanderen als bakermat van de beurs een stap zetten naar een nieuwe evolutie: een meerlandenbeurs.’
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.