JavaScript is required for this website to work.
post

Leeghoofd met praatjes

Socrates et cetera 12

Guido Lauwaert21/7/2019Leestijd 3 minuten
Sven Gatz: Een blauwe rebellie

Sven Gatz: Een blauwe rebellie

foto © Reporters / PROD

De Open Vld zou Sven Gatz liefst met pek en veren de woestijn in sturen, met applaus van de kunstwereld.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Open Vld zou Sven Gatz liefst met pek en veren de woestijn in sturen, schrijft De Tijd. De krant vergeet er aan toe te voegen dat dit met applaus gebeurt van de kunstwereld.

Niets

Wat heeft Sven Gatz dan misdaan, voor de jongens en meisjes opererend op artistiek gebied? Niets. De minister van Cultuur heeft helemaal niets misdaan. Om iets te misdoen moet je iets gedaan hebben. En dat heeft hij allerminst. Goed, hij heeft de winkel gerund en geen brokken gemaakt. De winkelier die echter nooit een koerswijziging uitvoert of de inrichting wijzigt, stevent af op een failliet. De aarde en de wereld zijn afzonderlijk én samen het perpetuum mobile. Wie zich daartegen verzet, niet voor openstaat, wacht de ondergang.

Sven Gatz is met ruime voorsprong de slechtste minister van Cultuur die er ooit is geweest. Op alle gebied. Hij kleedde zich niet eens deftig bij een plechtige culturele gebeurtenis. Nog maar kort minister geworden of hij was uitgenodigd de Antwerpse Boekenbeurs te openen met een toespraak. Hij verscheen als een zwerver. Versleten jeans, scheefgelopen sportschoenen, overhemd met zweetvlekken, jasje dat niet paste, duidelijk snel geleend van een slaafje, pardon, kabinetsmedewerker. Zodra zijn taak volbracht, dronk hij een slok, één slok, en verdween sneller dan een bliksemschicht.

Alles

De Brusselse culturele instellingen hebben niet slecht geboerd onder zijn bewind. Dat komt niet omdat hij vond dat ze beter werk verrichten dan de inboorlingen van het platteland, maar omdat ze binnen zijn kiesgebied liggen. Hij teert op de stemmen van de mensen die de instellingen runnen en bezoeken, en overwegend in het Brussels gewest wonen. Brussel is alles voor Gatz. De rest van het land en wat er gebeurt interesseert hem geen moer.

Michail Boelgakov in 1928

Hij is een cultuurbarbaar. Een grotere dan Josef Stalin. Die vond kunst nodig als het de partij ophemelde, en cultuur amusement, als het ten goede kwam aan het regime. Hij zond kunstenaars naar Siberië, maar hij ging uit eigen beweging naar het theater, het museum en las boeken, t.t.z. manuscripten. Het beste voorbeeld is Michail Boelgakov. Hij las zijn romans en toneelstukken, maar besliste dat er niets van mocht worden uitgegeven of opgevoerd. Tegelijk besliste hij echter dat Boelgakov niet geliquideerd mocht worden of de richting van Irkoetsk uitgestuurd, omdat hij in wezen gelijk had met zijn kritiek op het Sovjetsysteem. Hij zorgde er zelfs voor dat Boelgakov een job als dramaturg kreeg bij het Moskouse Bolshoi Theater. Betaald, maar zonder recht van spreken.

Sven Gatz is geen lezer, bezoekt enkel een museum of theater als het beleidshalve niet anders kan, heeft geen artistieke vrienden van waarde, schrijft niet eens de hoofdlijnen van zijn toespraken en van het Nederlands kent hij hooguit vijftienhonderd woorden. Dat hij een leeghoofd met streken is weet hij zelf wel. Hij heeft ooit een boek geschreven, uitgegeven door Lannoo in 2015, met als titel Bekentenissen van een cultuurbarbaar. Er zit geen gram humor of relativering in. Hij meent het.

Kwaad

De schooldirecteur van de Open Vld, madame Gwendolyn Rutten, is allerminst tevreden met het eigengereide optreden van Sven Gatz en zijn toogvriend Guy Vanhengel. Gwendolyn [zonder mandoline] is kwaad in het kwadraat. Zij heeft zowat al zijn bevoegdheden als minister van de Vlaamse regering afgepakt. Onder meer Cultuur. Al wil dat niet zeggen dat Rutten een culturele, artistieke heldendaad heeft verricht. Haar ingreep is zuiver ingegeven door razernij. Net als Gatz heeft zij van kunst geen kaas gegeten.

Wie denkt dat Cicero et cetera wat uit zijn nek kletst moet maar eens naar een boekhandel de Slegte in de buurt gaan. Net voor de vakantie dumpen uitgevers hun politieke boeken. Momenteel liggen er tientallen boeken van politici. Ze zijn in het voorbije culturele jaar uitgegeven. Netjes gestapeld; torens! Onleesbaar in het heden als in de toekomst. En als u zich afvraagt, waarom de uitgevers ze publiceerden, is dat geen domme vraag. Antwoord: omdat de auteur en/of zijn partij meer exemplaren afnemen dan de kostprijs bedraagt. De uitgever had/heeft er baat bij. Een vrolijk zingende kassa.

Dáág

Ooit was de liberale partij de artiesten welgezind en de kunst genegen. Dat is voltooid verleden tijd. De mensen aan de top van de Open Vld zijn slaven van bedrijfsleiders, groot en klein. De laatste liberaal met enig cultureel niveau — niet toevallig is hij minister van Cultuur geworden — is Patrick Dewael.

Dáág Sven. Het ga je goed aan de Brusselse toog van het café en het gewest. En heb je al een nagelknipper en een schaar? Beide heb je zeker in Brussel nodig als man zonder eigenschappen. De laatste zin doet me denken aan Robert Musil. Maar die zal je niet kennen. Tenzij je te rade gaat bij een van je onderdeurtjes. Zoiets doen en vervolgens doen of je het zelf wel wist, is de basis van vals spel, het soort spel waar jij een grootmeester in bent.

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties