Lodewijk de Raet: Vlaamse inspiratiebron in 2020
Nieuwjaarswensen van de Vlaamse Vredesvereniging
Lodewijk de Raet
foto © Lodewijk de Raet Stichting
Hoe kan een meer dan honderd jaar geleden overleden Vlaamse Beweger als Lodewijk De Raet in 2020 jonge Vlamingen inspireren tot zelfbewustzijn?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementBegin december 2019 organiseerde VOS Vlaamse Vredesvereniging een activiteit in samenwerking met de Stichting Lodewijk de Raet, genoemd naar de Vlaamse voorman die eind negentiende – begin twintigste eeuw belangrijk werk verzette voor de ontvoogding van het Vlaamse volk. Te zijner ere schrijf ik graag deze ‘nieuwjaarswens’, bestemd voor iedereen die zichzelf beschouwt als ‘deel-uitmakend’ van de niet-partijpolitieke Vlaamse beweging. Dit opdat het hen — analoog met De Raets opvattingen — mag inspireren en aanzetten om zich in en na 2020 actief te blijven inzetten voor de Vlaamse zaak. Dit met aandacht voor De Raets wording tot en standpunten als Vlaamsgezind persoon.
2020: het jaar van de jeugd?
Het is vandaag noodzakelijk om meer jongeren te motiveren actief deel uit te maken van een beweging, die ijvert voor ons zuivere recht op zelfbeschikking. Het komt er daarom op aan in 2020 jongeren in hun ontwikkeling een beslissend element te bieden, dat de verdere richting van hun overtuiging en handelen kan bepalen. Jongeren louter historische kennis bijbrengen over het verleden van Vlaanderen en de Vlaamse beweging, inclusief haar leidende figuren en martelaars, is één zaak. Daarnaast dienen we ze de kans te geven zonder complexen een waardering te ontwikkelen voor het werk van eerdere generaties flaminganten. Dit kan aanvankelijk probleemloos gepaard gaan met een vleugje romantisme. De Raet — auteur van baanbrekende boeken over de Vlaamse economische ontwikkeling — formuleerde het in zijn tijd als volgt: ‘Er is een volksstam, welks geschiedenis overvloeit van heldendaden en roemvolle feiten; een volksstam, die gedurende eeuwen aan het hoofd der Europese beschaving stond en aan de westerse wereld leren moest, wat de woorden ontslaving, vrijheid, burgerrecht, handel en nijverheid betekenden […] Dit volk, zo moedig, zo machtig, zo trots, zo vermaard, dit volk waren onze vaders.’
Wanneer zoveel ‘roem’ en ‘grootsheid’ miskend, bespot of bedreigd wordt, ontstaat naast kennis en waardering als vanzelfsprekend het strijdende element. Ter illustratie blijkt, dat de gedachtegang die de jonge De Raet tot de strijdende Vlaamsgezindheid leidde, resulteerde uit de studie van het enigszins verheerlijkte Vlaamse verleden, maar ook van de toen actuele Vlaamse letterkunde en beweging. Uit kennis en bewustzijn dient daarnaast een gedegen discussiecultuur te groeien, waarbij jongeren aangeven op welke praktische wijze ze de Vlaamse kwestie willen oplossen en hoe diep ze de feitelijke noden van ons volk kennen. Hierdoor maakt al te verregaande liefhebberij plaats voor redenering en argumentatie. Dit gebeurt niet uit verlegenheid voor het eigene, maar uit liefde voor een volk dat enkel groot te maken is door te waken over de wetenschappelijke onderbouwing ervan en de zorg voor een collectief schoonheidsgevoel, namelijk de cultuur.
Kennis leidt tot actie in de hedendaagse ‘cultuurstrijd’
Hoewel hij afstand nam van een al te romantische visie op het verleden, herkende De Raet in de Guldensporenslag het zinnebeeld van het weerstandsvermogen van ons volk tegen vreemde politieke of geestelijke opslorping. De man zag in zijn tijd al in, dat de Vlaamse beweging zich over meer diende te buigen dan enkel een taalkwestie en een taalstrijd. Het gedachtegoed van de oude (taal)flaminganten diende te worden bewaard, maar dan wel aangevuld met het principe van de ‘cultuurstrijd’. Daarmee doelde De Raet op een inzet, die het gehele bestaan van het volk omvatte, geestelijk en stoffelijk. Tussen de volken bestaat ook vandaag nog een strijd om hun cultureel voortbestaan. Hierbij is het niet alleen van belang om zorg te dragen voor de stoffelijke welvaart, niet alleen om de verhoging van het beschavingspeil, maar ook in de eerste plaats om het Vlaamse volk als volk sterker te maken in de onderlinge mededinging van de volken, opdat het niet verdrongen zou worden.
Het is begrijpelijk, dat een Vlaming bij wie het nationaal gevoel een overheersende plaats inneemt, oordeelt dat zijn Vlaamsgezinde overtuiging niet te verenigen is met de door sommigen nagestreefde omverwerping van het bestaande en het vredevolle dat zijn volk gedurende eeuwen heeft opgebouwd. Het bewaren ervan stamt uit een gevoel van sociale rechtvaardigheid, maar kan gepaard gaan met excessen. De Vlaming rekent daarom in 2020 op vertegenwoordigers, die de massa informeren, leiden en aldus het volk van blinde uitspattingen behoeden. Zoals De Raet zelf in 1894 stelde: ‘Een geleerd en zedelijk goed toegerust volk laat zich niet over aan gewelddaden, vernietigt niet om te vernietigen […] Dat doet een proletariaat zonder levensdoel en vaderlandsliefde. Indien gij de mensen verenigen wilt, bekampt de dierlijke lusten, maakt het volk vatbaar voor alles wat onze beschaving ons edels en verhevens oplevert. Dan zal deze beschaving leren beminnen …’ Een volk is met andere woorden maar sterk, wanneer het leert te steunen op het verleden. Dan alleen kan het vreedzaam vooruitgaan.
Toekomstvisie: vernieuwing en verruiming
Aangaande deze ‘vooruitgang’ kan de hedendaagse Vlaamse beweging een voorbeeld nemen aan de wijze waarop De Raet zich met realisme, zelfbeheersing en al zijn kracht inzette voor het bereiken van de zegepraal: in zijn tijd de vervlaamsing van het hoger onderwijs, in de eerste plaats de toenmalige Gentse Hogeschool, in het Vlaamse gedeelte van de Belgische staat. Hier heeft de Vlaamse beweging een eeuw later nog steeds nood aan in de huidige omstandigheden: geen overdadige sentimentaliteit, geen brutaliteit, geen onverzoenlijkheid, maar feiten en cijfers met nuchtere, rake commentaar. Ze dient, zoals reeds het geval was in het eerste kwart van de twintigste eeuw, te evolueren tot een beweging, waar alle standen belang in stellen en aan deelnemen, een beweging van het hele volk met aan het hoofd nieuwe leiders.
De Vlaamsgezinden, de woordvoerders en de verdedigers van de volkstaal en de cultuur van hun volk, zijn een minderheid te midden van het volk dat ze liefhebben, dat ze willen opbeuren en vertegenwoordigen. De volksmassa meekrijgen is onontbeerlijk, aangezien de bestaande verhoudingen alleen kunnen omgekeerd worden indien de Vlaamsgezinden steunen op het volk. Hoe kan men immers een volk opbeuren, tenzij men op dat volk zelve steunt? De vroegere organen bestaan immers nog, maar verliezen aan gezag. Wanneer een werking zodanig aan het haperen gaat, komt deze best in handen van een nieuw of hernieuwd koepelorgaan. In mijn eerdere bijdrage over het honderdjarig bestaan van VOS verwees ik in dit kader nog naar de mogelijkheden van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV).
2020 moet het jaar worden van de vernieuwing van de Vlaamse beweging met enerzijds een verruiming van haar ideeëninhoud en een snelle groei van haar werfvermogen, anderzijds de concentratie van geheel haar willen en haar kunnen op dat ene doel: Vlaams zelfbestuur.
Voor deze tekst baseerde ik me op de nog steeds actuele zienswijze van Lodewijk de Raet. Ik sluit dan ook graag af met volgend citaat van Herman Vos in 1934 te zijner ere: ‘Men kan de betekenis en de verdienste van Lodewijk de Raet ten opzichte van de culturele Vlaamse strijd nauwelijks overschatten. Hoe meer wij zijn werk op afstand en met de onbevangenheid die het historisch perspectief geeft, beschouwen, hoe meer wij er de onvervangbare waarde van erkennen, hoe dieper ook wordt bij ons de overtuiging, dat deze man en zijn werk richtlijnen getrokken hebben voor de Vlaamse beweging die zijn gevolgd geworden.’
Categorieën |
---|
Personen |
---|
Nick Peeters is lid van de Algemene Vergadering van VOS Vlaamse Vredesvereniging en hoofdredacteur van de VVB-jongeren
Tom Lamont (Vlaams Belang): ‘Een moratorium op de sluiting van bedrijven zal multinationals en kleine starters ontmoedigen te investeren in onze regio.’
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.