Maestro Herreweghe
Zeventig! de leeftijd der sterken
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet totale geluk is onbereikbaar, het geluk wel. De ene mens zoekt het en de andere vindt het. Sommigen delen hun geluk. Vanuit de stille kracht van een sociaal engagement. Mooi voorbeeld is Philippe Herreweghe. Maar hij heeft wat extra in de korf zitten. Dat bewees hij voor de zoveelste maal tijdens de concerten rond zijn 70ste verjaardag.
Dat muziek de enige kunst is die rusteloosheid kan wegnemen staat buiten kijf, en dan zeker de klassieke muziek. Klassieke muziek is niet enkel een pleister op de wonde maar tevens een manier om de eigen beschaving te verscherpen, want slechts met een regelmatige update wordt het geluk verstevigd en wint het aan kracht.
Die kracht verdubbelt in een concertzaal. Een toporkest annex koor zorgt ervoor dat het geluk en de rust van de toehoorder samenvloeien en hem in de zevende hemel brengen. Er is echter een achtste hemel. Bij de klassieke muziek is de eigenaar/uitbater ervan de dirigent. Primus inter pares hier en in de omliggende landerijen – als daar zijn Frankrijk en Nederland – is Philippe Herreweghe.
Zaal, orkest, koor en een dirigent van topniveau samen maken dat de toehoorder vanuit de achtste hemel weer verlicht en verlucht vertrekt. Hij kan het verval van de Westerse cultuur weer even aan.
Wijlen Erik Antonis stelde, naar aanleiding van ‘Antwerpen – Culturele hoofdstad van Europa’, de vraag of kunst de wereld kan redden. Nee, maar kunst, en de klassieke muziek in het bijzonder bieden wel een stevige walmuur tegen de bestorming der nieuwe barbaren.
Philippe Herreweghe heeft vanaf zijn eerste stappen in de klassieke muziek gekozen voor discipline en helderheid. Beide krachten staan bij de maestro voorop om koor en orkest een topprestatie te laten leveren. Het merkwaardige aan Herreweghe is echter dat hij zichzelf kan wegcijferen. Want goed bekeken, wie staat daar met zijn rug naar het publiek in een zwart Mao-pakje? Een bescheiden man met niet eens een bâton in de hand. Bovendien toont hij weinig emotie en mankeert hij het gezwaai van Leonard Bernstein en de dictatuur waar Herbert von Karajan extra beroemdheid mee vergaarden.
Het aandeel van Philippe Herreweghe mag echter niet onderschat worden. Zijn kracht ligt hem in de klare lijn. Het tempo en het gevoel met kleine aanwijzingen leveren net die accenten op, nodig voor een zuivere uitvoering van wat de componist betrachtte, aangevuld met het eigen zegel. Wie een cd van Bach opzet en enig benul heeft van klassieke muziek kan zonder te kijken naar het hoesje raden wie de dirigent is. Claudio Abbado, Wilhelm Furtwängler, Neville Marriner, Nikolaus Harnoncourt, Bernard Haitink of de maestro van Gent.
Herreweghe staat er dus niet onopvallend, maar wel bescheiden bij. Een enkele keer kleurt hij buiten de lijntjes. Zoals zaterdag 13 mei in deSingel, bij de uitvoering van de Hohe Messe van J.S. Bach. Blijft Herreweghe traditiegetrouw op zijn vierkante tegel staan, hier kwam hij bij momenten los van die plek en zwierf langs de rand van koor en orkest – met een paar maal een kleine inbraak ten bate van de opdrijving van de kwaliteit. Hij voelde dat het goed was maar wilde het nog beter. Met succes. Het dirigeren hield hij strak maar heel zijn lichaam leefde mee. Bij momenten kon er bij wijze van spreken een minuscuul danspasje af.
Een kroon past om dit alles Philippe Herreweghe, al zal hij er nooit een dragen. Hij legt bloot wat hij kan maar loopt daar niet mee te koop. In zijn gedrag ligt zo veel verborgen als in zijn talent. Voor dat talent heeft hij moeten werken, voor zijn gedrag niet; hij is bescheiden van nature, al moet je die eigenschap natuurlijk blijven onderhouden. Na de bekendheid volgt de beroemdheid en dan komt een mens met een wat al te krap relativeringsvermogen wel eens van de grond, zoals sommige boeddhistische monniken, maar dan zonder de religieuze stroming ervan. Dat zal Herreweghe nooit overkomen. Hij zal ook nooit de koekendoosglimlach van Mona Lisa opzetten.
De concertreeks bij zijn zeventigste verjaardag loopt op haar eind. Nog 1 reeks te gaan. Herreweghe dirigeert het Antwerp Symphony Orchestra, het Collegium Vocale Gent en vier solisten. Op het programma sonnetten van William Shakespeare op muziek gezet door Luc Brewaeys, diens opus 18, en de Tristia, van Hector Berlioz. Na de pauze volgt de apotheose: Symfonie nr. 9 van Ludwig van Beethoven. De gevierde zal het orkest niet opzwepen, zoals Beethoven heeft gedaan bij de première op 7 mei 1824 in Wenen. Stokdoof stond hij achter de dirigent driftig het orkest op te zwepen.
Zo niet Herreweghe. Hij zal alle muzikanten en zangers [voor het vierde deel] de hand opleggen en met kleine vingergebaren de achtste hemel invoeren.
Nog dit: de laatste concertreeks is uitverkocht. Maar zoals bij eerdere concerten gezien, blijken er gaten in de zaal te vallen. De concertdirectie valt niets te verwijten. Er zijn echter mensen die online kaarten bestellen, betalen maar niet opdagen. Voor de koppige liefhebbers is het dus zaak ter plekke geduld te hebben.
PHILIPPE HERREWEGHE 70
18-05 > Cultuurcentrum Hasselt, Hasselt
19-05 > Koningin Elisabethzaal, Antwerpen
20-05 > Muziekcentrum De Bijloke, Gent
21-05 > Zaal Henry Le Boeuf, Brussel
foto ©reporters
Tags |
---|
Personen |
---|
Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.
Milo Rau vertrekt bij het NT Gent. Hij zag zijn benoeming enkel zag als een tussenstap op de weg naar zonniger bestemmingen.
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.